Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 11<br />
1.2.3 Besluit<br />
Het artikel van Cochrane et al. 1 (zie ook paragraaf 1.2.1) bevat even<strong>een</strong>s informatie<br />
omtrent de kwalitatieve vereisten van de zorg voor de <strong>NAH</strong>-doelgroep. Er wordt<br />
herhaaldelijk benadrukt dat ABI-zorg <strong>een</strong> specifieke deskundigheid vereist <strong>bij</strong><br />
professionelen die om deze reden als ‘derdelijns’ wordt geclassificeerd. Gespecialiseerde<br />
opleidingen zijn vereist. Residentiële zorg dient aan volgende kenmerken te voldoen:<br />
<strong>een</strong> sterk gestructureerde en ondersteunende omgeving, kleinschalige settings <strong>met</strong> <strong>een</strong><br />
hoge ‘staff-to-resident’ ratio, constante supervisie, en <strong>een</strong> prikkelarme omgeving.<br />
Tenslotte wordt gepleit om op regionale basis <strong>een</strong> beperkt aantal ziekenhuisbedden te<br />
voorzien die <strong>een</strong> snelle tijdelijke opname moeten mogelijk maken in geval van acute<br />
verslechtering van de toestand <strong>met</strong> gedrag dat sterk storend tot gevaarlijk is <strong>met</strong> het<br />
oog op behandeling en stabilisatie ervan.<br />
Tenslotte werd <strong>een</strong> artikel van Vander Laan 12 weerhouden dat het concept beschrijft en<br />
bepleit van <strong>een</strong> geïntegreerd netwerk van alle zorgverstrekkers aan <strong>personen</strong> <strong>met</strong> ABI<br />
in Toronto (Toronto Brain Injury Network), over het gehele zorgtraject startend <strong>bij</strong><br />
acute zorg; <strong>met</strong> inbegrip van o.a. residentiële zorg op lange termijn voor deze<br />
doelgroep. In de grijze literatuur wordt bovendien <strong>een</strong> definitie van ABI teruggevonden<br />
dat specifiek door dit netwerk ontwikkeld werd (zie <strong>bij</strong>lage 1). Organisatie binnen <strong>een</strong><br />
zorgnetwerk zou meest effectief zijn in het realiseren van maximaal herstel en<br />
maatschappelijke reintegratie. Ook hier wordt speciale aandacht gevraagd voor<br />
<strong>personen</strong> <strong>met</strong> gedragsproblemen. In cijfers bevat de doelgroep 54% TBI en 43% niettraumatisch<br />
<strong>met</strong> 75-85% 16-65 jarigen. Dit artikel beschrijft als enige het belang van het<br />
oprichten van netwerken en samenwerkingsverbanden teneinde garant te kunnen staan<br />
voor <strong>een</strong> kwaliteitsvol, gecoordineerd en geintegreerd zorgaanbod voor de ABIdoelgroep<br />
afgestemd op de individuele noden op elk moment tijdens de het verloop van<br />
de aandoening.<br />
Over het algem<strong>een</strong> wordt heel weinig overkoepelende informatie teruggevonden in<br />
wetenschappelijke literatuur omtrent <strong>een</strong> definitie, indeling, kenmerkende gevolgen en<br />
<strong>zorgbehoeften</strong> van de ABI-doelgroep als geheel. Slechts enkele artikels werden<br />
weerhouden.<br />
Artikels die specifiek handelen over definitie en subdoelgroepen van ABI includeren<br />
enkel niet-degeneratieve oorzaken gekenmerkt door <strong>een</strong> plots ontstaan van het<br />
hersenletsel. Daarbinnen wordt doorgaans <strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen<br />
traumatische (TBI) en niet-traumatische oorzaken. Van de niet-traumatische oorzaken<br />
vormt CVA de omvangrijkste groep. Andere oorzaken waarnaar wordt verwezen zijn<br />
anoxie, infecties of tumoren. Deze worden meestal samengenomen onder de noemer<br />
‘other ABI’ tegenover de twee belangrijkste subgroepen TBI en CVA. Sommige artikels<br />
betreffen even<strong>een</strong>s degeneratieve vormen van ABI, vooral wanneer deze specifiek de<br />
populatie beschrijven die men in nursing homes terugvindt waarvan beneden de 65 jaar<br />
aandoeningen als MS, Parkinson, Alzheimer en andere dementies worden beschreven.<br />
Deze maken binnen de nursing voorzieningen in aantal <strong>een</strong> niet-onbelangrijke groep uit<br />
<strong>met</strong> als voornaamste subgroep Alzheimer en andere dementies. MS vormt <strong>een</strong> kleinere<br />
groep terwijl Parkinson als groep het kleinst lijkt te zijn. G<strong>een</strong> enkele studie maakt apart<br />
vermelding van Huntington, vermoedelijk wordt deze aandoening telkens onderverdeeld<br />
<strong>bij</strong> de andere vormen van dementie. ARBI wordt niet in alle artikels vermeld, indien<br />
aanwezig vormt deze groep meestal <strong>een</strong> relatief omvangrijke groep. Het is mogelijk dat<br />
in andere artikels (zoals bv. dat van Fries et al. 7 ) deze subgroep ingedeeld werd <strong>bij</strong> de<br />
andere dementies (dan Alzheimer) die in dat artikel even<strong>een</strong>s <strong>een</strong> omvangrijke groep<br />
uitmaken.<br />
Met betrekking tot residentiele zorg <strong>bij</strong> zware zorgbehoevendheid, wordt in <strong>een</strong> aantal<br />
artikels belangrijke en interessante informatie teruggevonden betreffende de organisatie<br />
en kwalitatieve vereisten van deze zorg en de knelpunten op dat vlak.<br />
Er zijn indicaties dat er zich subdoelgroepen aftekenen die hun eigen specifieke zorg en<br />
aanpak vereisen. Herhaaldelijk wordt aandacht gevraagd voor de groep <strong>met</strong><br />
gedragsproblemen. Een tweede subgroep wordt gevormd door <strong>personen</strong> <strong>met</strong> intensieve<br />
verpleegkundige zorgnoden en grote fysieke zorgafhankelijkheid. Tenslotte wordt