05.05.2013 Views

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 19<br />

Er lijken zich <strong>een</strong> 3-tal belangrijke subgroepen te onderscheiden die door de aard van<br />

hun problematiek specifieke zorgnoden hebben waaraan binnen veel settings zoals<br />

nursing homes voor ouderen, voorzieningen gericht op <strong>personen</strong> <strong>met</strong> <strong>een</strong> aangeboren<br />

handicap, niet beantwoord kan worden. Elk van deze groepen vraagt hun eigen<br />

specifieke zorg en aanpak.<br />

Een eerste subgroep bestaat uit fysiek zwaar afhankelijke <strong>personen</strong> <strong>met</strong> geassocieerde<br />

cognitieve beperkingen die 24 uur zorg per dag nodig hebben, o.a. <strong>met</strong> tracheostomie,<br />

gastrostomiesonde, incontinentie.<br />

Een andere subgroep wordt gevormd door ABI <strong>personen</strong> <strong>met</strong> ernstige<br />

gedragsproblemen, al dan niet in combinatie <strong>met</strong> fysieke en cognitieve beperkingen.<br />

Deze gedragsproblemen betekenen <strong>een</strong> zware belasting voor verzorgers en andere<br />

bewoners en vragen <strong>een</strong> specifieke gespecialiseerde en vooral intensieve aanpak die <strong>een</strong><br />

hoge personeelsbezetting vereisen.<br />

Tenslotte is er <strong>een</strong> derde subgroep <strong>met</strong> ernstig verwarde en gedesorienteerde<br />

<strong>personen</strong> die continue supervisie vereisen wegens o.a. ronddolen, vooral wanneer er<br />

weinig of g<strong>een</strong> fysieke en mobiliteitsbeperkingen zijn.<br />

Niet zozeer de specifieke oorzaak van het hersenletsel maar wel de aard van de<br />

gevolgen zijn dus bepalend voor de zorgnoden die gedifferentieerd zijn en aldus<br />

afgestemd moeten worden op de individuele noden en behoeften.<br />

Indien ABI <strong>personen</strong> na hun periode van revalidatie niet terug naar huis of hun<br />

premorbiede leefomgeving terugkunnen en aldus aangewezen zijn op residentiële zorg,<br />

stelt zich het probleem dat er g<strong>een</strong> of veel te weinig beschikbare voorzieningen zijn die<br />

zich specifiek richten op deze doelgroep en daarin gespecialiseerd zijn. Hierdoor komen<br />

veel ABI <strong>personen</strong> ondanks hun jonge leeftijd terecht in nursing homes die zich richten<br />

op ouderenzorg (‘aged care facilities’). Deze situatie doet zich voor in veel landen zoals<br />

Groot-Brittannië en Australië. Men is het er nochtans over <strong>een</strong>s dat deze voorzieningen<br />

niet geschikt zijn voor de opvang van deze jonge ABI-slachtoffers en dat er van<br />

overheidswege <strong>een</strong> inspanning geleverd moet worden om units op te richten om voor<br />

deze specifieke zorg in te staan. Gezien de ABI-groep als geheel echter gedifferentieerde<br />

zorgnoden heeft op residentieel vlak, is het even<strong>een</strong>s belangrijk <strong>een</strong> gedifferentieerd<br />

aanbod op dat vlak uit te werken, o.a. groepshuizen, hooggespecialiseerde units, etc. Bij<br />

deze woonvormen dient kleinschaligheid aanbeveling. Dit laat meer geografische<br />

spreiding toe in functie van het aspect na<strong>bij</strong>heid voor de familie waardoor hun<br />

participatie aan de zorg groter kan zijn. Kleinschaligheid laat even<strong>een</strong>s <strong>een</strong> huiselijke<br />

omgeving toe. Een sterk gestructureerde, rustige en prikkelarme woonomgeving zijn<br />

even<strong>een</strong>s heel belangrijk voor deze doelgroep. Er is doorgaans <strong>een</strong> hoge<br />

personeelsbezetting nodig en <strong>een</strong> specifieke scholing en opleiding die <strong>bij</strong>komende<br />

financiering en middelen noodzaken.<br />

Een belangrijk aspect waaraan <strong>bij</strong> de ABI-doelgroep bovendien aandacht moet besteed<br />

worden is de toegang tot revalidatiezorg op lange termijn aangezien het duidelijk is<br />

aangetoond dat <strong>personen</strong> <strong>met</strong> ABI mits aangepaste ‘slow-stream’ revalidatie gedurende<br />

<strong>een</strong> erg lange periode (tot meer dan 10 jaar) functionele vooruitgang kunnen boeken en<br />

aldus hun kansen verhogen op <strong>een</strong> grotere functionele onafhankelijkheid die hun<br />

reïntegratie naar <strong>een</strong> normale thuisomgeving op lange termijn misschien wel haalbaar<br />

maakt. Het is dus belangrijk dat voor deze groep op lange termijn revalidatie<br />

toegankelijk blijft. Aandacht voor deze revalidatiezorg moet dus <strong>een</strong> belangrijk<br />

onderdeel uitmaken van het zorgaanbod van voorzieningen die zich op deze doelgroep<br />

richten.<br />

Kaderend binnen deze revalidatievisie is het belangrijk om <strong>bij</strong> ABI-zorg te streven naar<br />

<strong>een</strong> maximale maatschappelijke integratie. Op vlak van wonen betekent dit indien<br />

mogelijk de terugkeer naar de vroegere woonomgeving of <strong>een</strong> normale thuissituatie, al<br />

dan niet <strong>met</strong> professionele ondersteuning. Preventie van institutionalisering is dus<br />

belangrijk. Ondersteuning van de mantelzorg maakt hier deel van uit. Dit kan o.a. via<br />

‘respite care’ om de mantelzorg te ontlasten, bv. onder de vorm van dagcentra, centra<br />

voor kortverblijf, etc.<br />

Hoewel in de wetenschappelijke literatuur <strong>bij</strong> de definitie en omschrijving van ABI of<br />

<strong>NAH</strong> de nadruk vooral ligt op de oorzaak en welke diagnostische groepen op basis

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!