05.05.2013 Views

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

162 <strong>NAH</strong> <strong>KCE</strong> reports 51<br />

schalen. Instellingen scoren schalen vaak niet in functie van de klinische toestand van de<br />

patiënt, maar eerder strategisch. Bovendien vermoeden de geïnterviewden dar de<br />

complexiteit van de probleemstelling mogelijk <strong>een</strong> zeer moeilijk scoringsinstrument vereist,<br />

dat mogelijk niet praktisch bruikbaar is.<br />

HET OVERWEGEN OF DE PATIËNT NOG ZEKERE “RECUPERATIEMOGELIJKHEDEN”<br />

HEEFT<br />

Bij de revalidatie-instellingen is het primaire criterium over het algem<strong>een</strong> <strong>een</strong> inschatting van<br />

de mate van “baat” dat <strong>een</strong> patiënt zal hebben <strong>bij</strong> <strong>een</strong> multidisciplinaire revalidatie. Een<br />

centrum neemt deze regel niet als prioritair criterium, maar wijkt in die benadering af van de<br />

meeste andere. Dit centrum maakt deze keuze vooral vanuit de overweging dat er anders<br />

teveel mensen tussen de mazen van het net zouden vallen tussen de acute voorziening en de<br />

chronische opvang. Er wordt op gewezen dat andere revalidatie-instellingen “teren” op dit<br />

gegeven, en zich enkel toespitsen op de “beste gevallen”.<br />

Deze inschatting van revalideerbaarheid in de verschillende revalidatieafdelingen is gebaseerd<br />

op zeer uit<strong>een</strong>lopende criteria. In de meeste revalidatie-instellingen is dat <strong>een</strong> klinische<br />

inschatting. In één instelling wordt expliciet gezegd dat de inschatting ook gemaakt wordt<br />

van de mate waarin de volwassenen opnieuw revalideerbaar zijn om in <strong>een</strong> thuisomgeving te<br />

kunnen functioneren. De motivatie en de wil van de familie kan daar <strong>een</strong> zeer belangrijk<br />

element in zijn.<br />

In g<strong>een</strong> enkele van de andere gecontacteerde instellingen is de behandelbaarheid van de<br />

aandoening of de kans op herstel <strong>een</strong> criterium in de opnameprocedure. De aard van de<br />

instellingen is van nature zo dat ze instaan voor opvang, niet voor potentieel herstel of<br />

onderhoud: het gaat om eindbestemming in deze instellingen Zowel <strong>bij</strong> VF instellingen als <strong>bij</strong><br />

RVT’s gaan de zorgverleners ervan uit dat <strong>personen</strong> <strong>met</strong> degeneratieve stoornissen niet<br />

verbeteren in hun functioneren in de loop van de tijd en dat <strong>personen</strong> <strong>met</strong> <strong>een</strong> nietdegeneratieve<br />

stoornis redelijk stabiel functioneren <strong>bij</strong> opname. Voor deze <strong>personen</strong> is <strong>een</strong><br />

“onderhouds”-behandeling sowieso nodig.<br />

HET OVERWEGEN OF MET DE PATIËNT NOG ACTIVITEITEN KUNNEN WORDEN<br />

ONDERNOMEN<br />

In sommige VF/AWIPH instellingen wordt de opmerking gemaakt dat ze <strong>bij</strong> de overweging<br />

rond patiënten, de mate waarin ze als organisatie <strong>een</strong> “meerwaarde” voor de patiënt kunnen<br />

bieden <strong>een</strong> rol speelt. Er wordt expliciet gezegd dat patiënten “waarvoor g<strong>een</strong> meerwaarde<br />

kan worden geboden” eerder in <strong>een</strong> ander type instelling thuishoren, omdat ze de werking<br />

<strong>met</strong> andere bewoners/patiënten gaan belemmeren. Die verwachte “meerwaarde” kan zowel<br />

te maken hebben <strong>met</strong> de fysieke toestand als <strong>met</strong> de motivatie van de kandidaat bewoner.<br />

In dit geval berusten instellingen op hun netwerk (zie infra) Eén instelling die <strong>bij</strong>voorbeeld<br />

van z’n bewoners verwacht dat ze meedoen aan de georganiseerde dagbestedingen (zie ook<br />

strategie en cultuur), verwijzen kandidaten soms door naar instellingen waar dit niet vereist<br />

is indien de kandidaat expliciet stelt niet aan dagactiviteiten wenst deel te nemen.<br />

Sommige VF instellingen verwijzen door naar <strong>bij</strong>v. RVT’s indien de bewoner niet meer aan<br />

het groepsgebeuren kan meedoen door <strong>bij</strong>v. dementie. Het is op zich echter g<strong>een</strong> cruciale<br />

factor in de opnamebeslissing. De oorspronkelijke handicap is dan niet meer het grootste<br />

probleem voor die persoon.<br />

De inschatting van de mate waarin bewoners nog activiteiten kunnen doen of participeren<br />

aan het groepsleven is in zeer sterke mate beïnvloed door gedragsfactoren (zie infra)<br />

(DE VERWACHTE GEVOLGEN VAN) SPECIFIEKE PATHOLOGIE<br />

In sommige VF-centra wordt expliciet aangehaald dat het type pathologie <strong>een</strong> belangrijk<br />

criterium is in de overweging tot opname. Vooral degeneratieve (evolutieve) aandoeningen,<br />

worden als het kan vermeden. De beslissing om bepaalde pathologieën niet op te nemen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!