Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 121<br />
opnamemogelijkheden. Binnen de thuiszorg worden de voorziene budgetten<br />
onvoldoende aangesproken, het aantal uitgekeerde forfaits blijft beperkt tot <strong>een</strong> 5-tal.<br />
Deze component van het project trad echter pas in de loop van het 2 de projectjaar in<br />
werking.<br />
Globaal wordt besloten tot volgende sterktes:<br />
Voor het eerst wordt er sectoroverschrijdend in <strong>een</strong> officieel kader samengewerkt. Er<br />
ontstaat <strong>een</strong> duidelijk zorgtraject (doelgroepafbakening, opnameduur,<br />
doorverwijsmogelijkheden) voor de patiënt en zijn familie en dit vanaf de opname in het<br />
expertisecentrum.<br />
Het project is de aanzet geweest tot deskundigheidsbevordering op vlak van PVS en MRS<br />
zorg, zowel voor wat betreft de revalidatie en ontslagvoorbereiding in de<br />
expertisecentra als voor de continuiteit tav. de chronische zorg, o.a. via de externe<br />
liaison functie, maar dan beperkt tot de samenwerking tussen de expertisecentra en<br />
erkende RVT’s. Deze deskundigheidsbevordering komt de kwaliteit van de zorg ten<br />
goede.<br />
In de loop van het project is <strong>een</strong> betere doorstroming gerealiseerd waardoor er kortere<br />
wachttijden zijn, zowel voor opname in <strong>een</strong> expertisecentrum als voor transfer naar<br />
chronische zorg. Door de snellere doorverwijzing vanuit de acute ziekenhuizen naar de<br />
expertisecentra krijgen de patiënten veel vlugger de juiste revalidatiemogelijkheden<br />
aangeboden. Er is ook <strong>een</strong> kortere opnameduur in het expertisecentrum.<br />
Het project is <strong>een</strong> aanzet tot <strong>een</strong> systematische registratie van PVS/MRS patiënten in<br />
België. De expertisecentra functioneren hier<strong>bij</strong> als <strong>een</strong> soort referentiecentra die<br />
instaan voor het verzamelen en opvolgen van de patientgegevens.<br />
Het project resulteerde in het uitwerken van ethische richtlijnen en richtlijnen voor <strong>een</strong><br />
goede praktijkvoering onder de vorm van <strong>een</strong> klinisch pad.<br />
Er wordt even<strong>een</strong>s besloten tot volgende zwaktes:<br />
Het project sluit zwaar zorgbehoevende <strong>NAH</strong> <strong>personen</strong> uit die vanuit PVS of MRS naar<br />
<strong>een</strong> hoger bewustzijn zijn geëvolueerd tijdens de revalidatie, maar desondanks zwaar<br />
zorgbehoevend blijven.<br />
Aangezien <strong>een</strong> aantal patienten toch naar <strong>een</strong> niet-erkend RVT wordt doorverwezen,<br />
lijkt opname in <strong>een</strong> gespecialiseerd RVT soms te weinig voordelen te bieden tegenover<br />
opname in <strong>een</strong> willekeurig RVT. Er is g<strong>een</strong> financieel voordeel voor de patiënt/familie <strong>bij</strong><br />
opname in <strong>een</strong> erkend RVT. Het voordeel van deskundigheid van zorg weegt<br />
onvoldoende op tegen het voordeel van onmiddellijke na<strong>bij</strong>heid dat niet-erkende RVT’s<br />
meer kunnen bieden dan de erkende, gespecialiseerde RVT’s die ondanks hun spreiding<br />
toch beperkt zijn in aantal. Hoewel het project voor de chronische zorg na<strong>bij</strong>heid van<br />
zorg beoogt, blijkt in praktijk deze na<strong>bij</strong>heid niet altijd voldoende geboden te kunnen<br />
worden. Het is immers onmogelijk RVT’s te erkennen binnen iedere gem<strong>een</strong>te zonder<br />
voldoende deskundigheid te kunnen blijven bieden. Om voldoende deskundigheid te<br />
kunnen blijven behouden kan echter aan de nood tot na<strong>bij</strong>heid niet maximaal tegemoet<br />
gekomen worden.<br />
De <strong>bij</strong>komende financiële middelen (1875€/bed) die de expertisecentra krijgen om de<br />
externe liaisonfunctie uit te bouwen zijn niet in verhouding tot de geleverde<br />
inspanningen. Deze situeren zich, zoals het protocol voorschrijft, op het vlak van:<br />
• het garanderen van de zorgcontinuïteit en dit zowel gericht op:<br />
o <strong>een</strong> specifieke patiënt waar<strong>bij</strong> de<br />
ontslagvoorbereiding en het verder opvolgen van de<br />
ontslagen patiënten centraal staan. In dit kader<br />
worden familiegesprekken gevoerd, RVT’s bezocht,<br />
familieleden opgeleid, …<br />
o de algemene samenwerking in het kader van het<br />
zorgnetwerk (het deelnemen aan de vergaderingen<br />
van het Federaal Overlegplatform, het Regionaal