29.09.2013 Views

Internationale Commerciële Contracten - Mr M.J.G.P. Kaplan

Internationale Commerciële Contracten - Mr M.J.G.P. Kaplan

Internationale Commerciële Contracten - Mr M.J.G.P. Kaplan

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4 . Het afbreken van onderhandelingen 91<br />

Onzekerheid bestaat over het antwoord op de vraag, hoe het afbreken<br />

van onderhandelingen dient te worden gekwalificeerd. De twee<br />

het meest voor de hand liggende kwalificaties zijn: quasi-contract<br />

en onrechtmatige daad. Die vraag is in verscheidene opzichten van<br />

belang, in de eerste plaats voor de vraag van het toepasselijke<br />

recht. Wordt het afbreken van onderhandelingen gekwalificeerd als<br />

een soort wanprestatie in pré-contractuele verhoudingen, dan ligt<br />

het voor de hand om de vraag, of en zo ja in welke omvang degene<br />

die de onderhandelingen afbreekt, aansprakelijk is voor de door de<br />

wederpartij geleden schade, te beantwoorden naar het recht dat op<br />

de overeenkomst zou zijn toegepast, ware deze tot stand gekomen.<br />

In dat geval dient derhalve in de eerste plaats het EVO (het Europese<br />

verdrag nopens het op contractuele verbintenissen toepasselijke<br />

recht) naar analogie te worden toegepast, evenals zulks geschied is<br />

in een - overigens betwistbare - uitspraak van het Hof van Justitie<br />

EG te Luxemburg van 22 maart 1983, NJ 1983, 644, i.z. ZNAV -<br />

Peters, die dit verdrag toepasselijk achtte op een (niet-contractuele)<br />

verhouding tussen een lid en een vereniging. 4 Het afbreken van<br />

onderhandelingen zou echter niet alleen kunnen worden gekwalificeerd<br />

als een quasi-contract, maar ook als onrechtmatige daad. In<br />

dat geval zou hierop dienen te worden toegepast het recht van het<br />

land, waar de onrechtmatige daad is gepleegd of het recht van het<br />

land, waar alle gevolgen van de onrechtmatige daad intreden.<br />

In de tweede plaats is deze kwalificatie van belang voor de toepasselijkheid<br />

van Nederlandse (nationale) regels, die gelden voor<br />

rechtshandelingen. Een quasi-contract is te beschouwen als een<br />

rechtshandeling, een onrechtmatige daad niet. In dat laatste geval<br />

zouden titel 2 van Boek 3 (rechtshandelingen) en titel 5 (overeenkomsten<br />

in het algemeen) niet toepasselijk zijn. Dit onderscheid<br />

tussen rechtshandeling en feitelijke handeling werkt ook door<br />

buiten de Boeken 3 en 6 BW. ZO bepaalt art. 2:403 BW dat een<br />

dochtermaatschappij haar jaarrekening niet behoeft in te richten<br />

4 Zie hieromtrent Prof. <strong>Mr</strong> J.E.J.Th. Deelen, in: Prof. <strong>Mr</strong> H.C.F. Schoordijk, Onderhandelen<br />

te goeder trouwen Prof. <strong>Mr</strong> J.EJ.Th. Deelen, I.P.R. en de afgebroken onderhandelingen,<br />

Studiekring 'Prof. <strong>Mr</strong> FJ. Offerhaus', reeks Handelsrecht, no. 18,<br />

(Kluwer, Deventer), 1984, p. 120.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!