29.09.2013 Views

Internationale Commerciële Contracten - Mr M.J.G.P. Kaplan

Internationale Commerciële Contracten - Mr M.J.G.P. Kaplan

Internationale Commerciële Contracten - Mr M.J.G.P. Kaplan

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

94 <strong>Internationale</strong> commerciële contracten<br />

Dat deze situatie zich in casu voordoet, is door Westen berg, volgens<br />

het Hof, niet alleen niet met zoveel woorden gesteld, maar ligt ook in<br />

diens summiere stellingen niet opgesloten. De onderhandelingen waren<br />

weliswaar vergevorderd, maar er was nog geen wilsovereenstemming<br />

bereikt omtrent de vraag, of de overeenkomst zou worden gesloten<br />

met de onderhandelingspartner in privé danwel met de BV, waarvan<br />

hij directeur en enig aandeelhouder was. Tevens volgt niet zonder<br />

meer uit de stellingen van Westenberg dat de schade, die uit het afbreken<br />

van de onderhandelingen zou voortvloeien, dezelfde schade is als<br />

de schade, die hij primair en subsidiair heeft gevorderd wegens winstderving<br />

ingevolge ontbinding van een beweerdelijk tussen partijen tot<br />

stand gekomen overeenkomst. De Hoge Raad bekrachtigde de uitspraak<br />

van het Hof.<br />

In het tweede arrest (Hofman-Gemeente Vlissingen) was het navolgende<br />

geval aan de orde. Hofman en de Gemeente hebben gedurende<br />

ongeveer een jaar onderhandeld over de aankoop door de Gemeente<br />

van het garagebedrijf van Hofman in het kader van saneringsplannen<br />

van de binnenstad. De bedoeling was dat Hofman met zijn bedrijf naar<br />

het Industrieterrein zou gaan. Uiteindelijk werd overeenstemming<br />

bereikt over de koopprijs, maar daarmee was de overeenstemming nog<br />

niet rond, omdat Hofman nog een aantal voorwaarden had gesteld.<br />

Partijen zijn aan een bespreking van deze voorwaarden niet meer toegekomen,<br />

want de Gemeente deelde voordien aan Hofman mede af te<br />

zien van de aankoop van diens garagebedrijf in verband met haar verslechterde<br />

financiële positie. Hofman vorderde terzake van dit afbreken<br />

van de onderhandelingen schadevergoeding. De Gemeente heeft<br />

gebruik (misbruik?) gemaakt van het feit dat Hofman nog nadere voorwaarden<br />

had gesteld, waarmee de Gemeente zich nog niet had verenigd,<br />

door de voorgenomen aankoop af te blazen op grond van gewijzigd<br />

beleid (noodzaak tot bezuiniging). Deze vordering werd door het<br />

Hof afgewezen, omdat alleen hij die onrechtmatig handelt tot schadevergoeding<br />

kan worden veroordeeld. Dit oordeel past bij HR 3 april<br />

1987,703 (Van Gastel qq-Van den Heuvel). De Hoge Raad verwierp<br />

het tegen het arrest van het Hof ingestelde beroep in cassatie. 5<br />

Ook in een derde arrest werd een vordering wegens afgebroken<br />

onderhandelingen afgewezen. HR 26 februari 1993, NJ 1993, 289,<br />

5 Zie omtrent beide arresten Prof. <strong>Mr</strong> B. Wessels, Kwartaalbericht Nieuw BW 199011,<br />

pp. 33-35 en Prof. <strong>Mr</strong> I.B.M. Vranken, WPNR 5925 (1989), pp. 448-449.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!