Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Boek 8<br />
‘Fantasie kapot’<br />
Tjibbe Veldkamp<br />
Uit: L.I.K<br />
Querido, 1998, p. 7-9<br />
Over de auteur<br />
Tjibbe Veldkamp (1962) maakte samen met illustrator Philip Hopman<br />
verschillende prenten- en verhalenboeken voor jonge kinderen. Hij<br />
schrijft regelmatig voor het weekblad Donald Duck. Hij waagt zich stilaan,<br />
met succes, aan romans voor tieners. Hij slaagt erin ervaringen en<br />
gevoelens zeer intens weer te geven.<br />
Andere boeken van Tjibbe Veldkamp<br />
Temmer Tom, Ploegsma, 1996<br />
Wilbur en Otje, Ploegsma, 1997<br />
Wilbur en Otje en het kleine donker, Ploegsma, 1997<br />
De bezwering, Querido, 1998<br />
22 Wezen, Lemniscaat, 1998<br />
Over het verhaal<br />
Op een dag merkt Rob dat hij niet meer kan spelen, zijn fantasie is weg.<br />
Hij kan zich niet meer inleven in de spelletjes die zijn vrienden spelen.<br />
Hij zoekt een dokter op en legt zijn probleem uit. Zij stelt de diagnose:<br />
hij wordt volwassen. Op weg naar huis fantaseert hij over de dokter, en<br />
merkt hij dat zijn fantasie het weer doet, maar anders dan vroeger.<br />
Dit verhaal biedt een mooi beeld van de overgang van kind naar tiener.<br />
Werken met het fragment<br />
Voor het lezen<br />
Als inleiding op het verhaal is er een gesprek over de puberteit:<br />
Wat verandert er? Wat ze vroeger deden, wat ze blijven doen. Wat ze niet<br />
meer doen. Wat ze nog zouden willen doen maar niet meer durven.<br />
Wat ze al wel willen maar nog niet kunnen. Wat ze er leuk aan vinden en<br />
wat niet.<br />
Dan schrijft ieder kort voor zichzelf, op losse kaartjes, een aantal dingen<br />
uit hun kindertijd die ze niet meer doen of willen doen. Ze houden de<br />
kaartjes bij.<br />
Het fragment<br />
De kinderen lezen eerst het fragment stil. Daarna bereiden ze zich voor<br />
om het verhaal expressief te lezen. De rollen worden verdeeld, ieder<br />
duidt zijn rol aan met fluo.<br />
Na het lezen<br />
Het verhaal wordt in korte zinnen chronologisch gereconstrueerd.<br />
De verschillende fasen die Rob doorloopt moeten duidelijk te<br />
onderscheiden zijn. Welke spelletjes tracht hij nog te spelen? Hoe<br />
reageren zijn vrienden? Wie doet hem beseffen wat er aan de hand is?<br />
Wat zegt zij? Is zijn fantasie echt kapot? In welke zin is hij veranderd?<br />
Verwerking<br />
Ritueel verbrandingsspel<br />
De kaartjes met dingen uit hun kindertijd worden bovengehaald.<br />
De kinderen mogen voorlezen wat er op het kaartje staat. Dit kan leiden<br />
tot een gesprek, maar dat hoeft niet.Vertrouwen en privacy zijn hier op<br />
hun plaats.<br />
In ieder geval worden al de kaartjes een voor een verbrand, buiten in een<br />
grote pot. De rook neemt de dingen uit hun kinderwereld met zich mee.<br />
104 – Zesde leerjaar