Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hoe ze een personage kunnen vertolken met hun stem: ‘Hoe praat de<br />
nepsoep-schildpad? (bijvoorbeeld traag en zwaar) En de griffioen?<br />
(bijvoorbeeld snel en venijnig) En Alice?…’<br />
Ze proberen verschillende mogelijkheden uit tot ze een geschikte<br />
stemkleur vinden. Daarna bepalen de regie-aanwijzingen vaak hoe je iets<br />
moet lezen (boos, hooghartig,…).<br />
Theater is een taalverklankende activiteit, daarom lees je theaterdialogen<br />
het best hardop. Een handige hulp is het aanduiden van de eigen tekstgedeelten<br />
met fluorstift.<br />
Terwijl de vier kinderen het fragment voorlezen luisteren de andere<br />
kinderen (met gesloten ogen).<br />
Na het voorlezen bespreek je wat het ‘publiek’ zich voorgesteld heeft bij<br />
het beluisteren van de tekst: hoe zagen de personages eruit? Welke kleren<br />
hadden ze aan? Hadden ze maskers op? Hoe was het decor? Stonden er<br />
meubels of enkel natuurelementen?…<br />
Deze voorstellingen kun je omzetten in tekeningen (personages) en/of<br />
maquettes (decor). In een verder stadium kun je kostuums en het decor<br />
uitvoeren. Eenvoudige verkleedkleren, papier en doeken kunnen<br />
wonderen doen!<br />
kinderen vergelijken de drie versies.<br />
Theater:<br />
Alice:‘En hoeveel uur per dag had u les? Nepsoepschildpad:‘Tien uur de eerste dag, negen de<br />
volgende dag enz.’Alice:‘Wat een eigenaardig rooster!’ Griffioen:‘Precies: een rooster! Elke dag<br />
valt er een uur doorheen.’<br />
Reedijk & Kossmann:<br />
‘En hoeveel uren per dag had u school?’ zei Alice, die gauw over iets anders wou beginnen.<br />
‘De eerste dag tien uur,’ zei de Soepschildpad,‘de tweede negen uur en zo verder?’‘Wat raar!’<br />
riep Alice.‘Helemaal niet raar,’ zei de Griffioen,‘we gingen er heen om onderwijs te genieten<br />
en daar geniet je iedere dag minder van.’<br />
Matsier:<br />
‘En hoeveel uur les hadden jullie per dag?’ zei Alice, die vlug van onderwerp wilde veranderen.<br />
‘De eerste dag tien uur,’ zei de Nepschildpad,‘de volgende negen enzovoort.’‘Wat een raar<br />
lesrooster!’ riep Alice uit.‘Zo lesten we onze dorst naar kennis steeds sneller,’ merkte de<br />
Griffioen op,‘vandaar de uitdrukking ‘lest best’.<br />
(Voor wie zich verder in de moeilijkheden bij het vertalen wil<br />
verdiepen, is het boek Allemaal letters op p. 76-78 een aanrader.)<br />
Een vertaler uitnodigen in de klas maakt het uiteraard nog interessanter.<br />
En misschien kun je in de Franse les zoeken naar synoniemen om<br />
woorden te vertalen.<br />
Verwerking<br />
In een eerste fase worden theaterdialogen meestal zittend aan een tafel<br />
voorgelezen, later gebeurt het op de vloer met de tekst in de hand. De<br />
kinderen staan in de ruimte zodat ze zich vrij kunnen bewegen. Zo<br />
groeit het ‘theaterspel’. Eenvoudige decorstukken en attributen zijn in<br />
deze fase welkom.<br />
Na verschillende leesbeurten kun je de teksten laten memoriseren. Zo<br />
kom je tot het echte theaterspel. Je mag niets forceren, voor sommige<br />
kinderen is expressief hardop lezen al een hele stap.<br />
De kinderen herschrijven andere fragmenten uit de bundel, bijv. Haroen en<br />
de Zee van verhalen, Fantasie kapot en/of De telduivel tot dialogen.<br />
Ze lezen en/of spelen elkaars bewerkingen.<br />
Na het lezen<br />
Hier kun je verschillende vertalingen vergelijken. Op het bord plaats je<br />
de verschillen in drie tabellen naast elkaar:<br />
- in het theaterfragment;<br />
- in de vertaling van Reedijk & Kossmann (1972);<br />
- in de vertaling van Matsier (1989, 1994 en 1999).<br />
Bijvoorbeeld:<br />
- de nepsoepschildpad: theaterfragment;<br />
- de soepschildpad: Reedijk en Kossmann (1972);<br />
- de imitatieschildpad: Matsier (1989);<br />
- de nepschildpad: Matsier (1994, 1999).<br />
Uit een vergelijking van deze vier verschillende benamingen kan al een<br />
mooi gesprek ontstaan.<br />
Ook de benaming van de schoolvakken verschilt naargelang de vertaling.<br />
De kinderen vergelijken de verschillende vakken, bijvoorbeeld:<br />
- ‘pezen en drijven’ bij Reedijk &Kossmann wordt bij Matsier ‘lui zijn en<br />
schreeuwen’;<br />
- ‘opzwellen, aftrappen, vermenigschuldigen en stelen’ wordt ‘optillen,<br />
afbekken, gemenevuldigen en stelen...’;<br />
- ‘Zeeografie en vaderhandse verbiedenis’ wordt ‘vergetenis: bijbelse en<br />
vaderhandse vergetenis, aanwijskunde en schadelijke oefeningen’;<br />
- ‘lachpijn en griep’ wordt ‘griep en chagrijn’.<br />
Naast een persoonlijke appreciatie kunnen de kinderen naar analogie het<br />
eigen klasrooster bewerken, andere benamingen geven aan vakken maar<br />
zo dat ze door klank of door betekenis naar het echte vak verwijzen.<br />
Het fragment besluit met een prachtige parodie op het onderwijs, de<br />
Zesde leerjaar – 95