<strong>Dromen</strong> vertellen mijn verhaal Ideeënbrief bij het kleuterboekje Mijn broer Samengesteld door Sandrine Lambert en Hilde Paesen Over de samenstellers Hilde Paesen studeert Germaanse filologie aan de KUL. Zij is redactrice van het natuurtijdschrift Het piepertje voor kinderen van 8 tot 13 jaar en (hoofd)monitrice van de speelpleinwerking ‘De Mallemolen’. Sandrine Lambert studeerde Beeldende Kunsten en Vrije Grafiek en is kleuterleidster. Zij stelt regelmatig tentoon met poppen, teksten en schilderijen. 24 – Kleuterboekje
Wat betekent dromen voor kleuters? Er is een groot verschil tussen 2,5- en 3-jarigen, 4-jarigen of 5- jarigen. 2,5- en 3-jarigen, de peuters, zijn nog heel erg ik-gericht. Hun dromen beperken zich dus tot het kleine wereldje dat ze kennen: hun huis, hun tuin, hun school, hun juf, de dokter, bepaalde familieleden,… <strong>Dromen</strong> is voor hen geborgenheid, warmte, een knusse plek met vertrouwde voorwerpen. 4-Jarigen kunnen al goed fantaseren. Ze zijn helemaal gefascineerd door figuren als heksen, spoken, tovenaars, zeerovers,… Soms zijn ze wel bang van dit soort wezens. Ze kunnen zich al veel beter inleven in een andere persoon dan 3-jarigen en hun leefwereld heeft zich uitgebreid. 5-Jarigen beginnen zich bewust te worden van hun eigen kunnen. Ze krijgen interesse voor de wereld rondom hen. Ze zijn vaak ook leergierig. Daardoor spreken thema’s als andere culturen, het nieuwsbericht, ruimtevaart, treinen, vliegtuigen,… deze kleuters aan. Hoe spelen we hierop in? Het is van groot belang om in te spelen op het thema ‘dromen’ zoals deze kleuters ‘dromen’ beleven. Hoewel ‘dromen’ iets is wat vooral in het hoofd gebeurt laten we kleuters actief omgaan met het thema. Bij de drie leeftijdsgroepen bieden we allerlei zachte en knusse materialen aan, wat zeker de ‘droomsfeer’ ten goede zal komen. Signalen van kleuters zelf mogen we bij dit thema niet negeren. Als kleuters met een aandachtig oog begeleid worden, kunnen ze zelf heel veel inbreng hebben in het thema. De activiteiten hieronder spelen in op de belevingswereld van de kleuters. Sfeerschepping Je kunt vooraf, tijdens het onthaal of in een georganiseerd kringgesprek, met de kleuters spreken over hun dromen (afhankelijk van de groep en de leeftijd van de kleuters zal dit gesprek rijke ideeën opleveren of nog erg oppervlakkig blijven). De kleuters kunnen suggesties doen over sfeervolle aanpassingen in de klas. Als het gaat om erg jonge kleuters of een groep die niet zo mondig is, kan bijvoorbeeld een pop de ideeën (van de juf) ter sprake brengen. De kleuters kunnen hierop reageren. Op die manier kan gezorgd worden voor een gepaste inkleding, waar de kleuters zoveel mogelijk bij betrokken zijn. Knuffelhoek Gebruik lappen, dekens, zachte materialen, knuffeldiertjes,… Donkere hoek De donkere hoek wordt afgeschermd met zwart plastic, doeken of karton (afhankelijk van de leeftijd van de kleuters; zijn ze nog een beetje bang? Willen ze het wel zo donker?). Er zijn ook zaklampen. Luisterhoek Zachte muziek speelt; samen met de kleuters kun je een geluidsmontage maken rond het verhaal van Jaak Dreesen en Erika Cotteleer. Droombak In plaats van een maïsbak of zandbak, kan deze bak gevuld worden met zachte materialen: wattenpropjes, kleine restjes stof of garen. Documentatiemappen Eventueel met de kleuters aangelegd rond dromen (natuur, speelgoed, lekker eten, speeltuin, andere culturen,…). Spiegels De verkleedkoffer kan wat meer aandacht krijgen, door ook mooie, grote doeken aan te bieden. Natuurlijk zijn er ook spiegels om jezelf in te bekijken en te dromen dat je een prinses bent. Boekenhoek Verrijkt met boeken over dromen (ruime interpretatie). Kleuterboekje – 25
- Page 1 and 2: Ideeënbrief bij de fragmentenbunde
- Page 3 and 4: Inhoud Inleiding 5 Dromen en filoso
- Page 5 and 6: Dromen en filosofie ‘Het leven is
- Page 7 and 8: eroemde Romeinse schrijvers die hun
- Page 9 and 10: specialist had een groot spreekdebi
- Page 11 and 12: vergetelheid en troost in de drank.
- Page 13 and 14: en dik. Daarna kwamen zeven dorre a
- Page 15 and 16: En ze fluiten er een liedje bij. Ze
- Page 17 and 18: Bibliografie D. Cushway en R. Sewel
- Page 19 and 20: Alice zelf raakt even in paniek wan
- Page 21: Legende bij de lessuggesties Lezen,
- Page 25 and 26: Werken met het verhaal De kleuterle
- Page 27 and 28: Ik zou er kunnen spelen, als ik boo
- Page 29 and 30: Van een vogel die wel eens wilde dr
- Page 31 and 32: Voorbeeldig gedroomd Ideeënbrief v
- Page 33 and 34: Fase 6: Eerste vervolgopdracht of v
- Page 35 and 36: Gedicht 2 ‘Ik droom’ Len Cromsi
- Page 37 and 38: De dikke Meester Jaap,Van Holkema &
- Page 39 and 40: Hoe kijkt iemand die een smoes verz
- Page 41 and 42: Een schat roept bij de meeste kinde
- Page 43 and 44: Werken met het hele boek Eva zit aa
- Page 45 and 46: En dan gaan we echt bouwen… Probe
- Page 47 and 48: ‘Dromen is heel geheimzinnige din
- Page 49 and 50: Zo zijn de kinderen klaar voor een
- Page 51 and 52: Boek 1 Meneer Hoedjes vangt een vis
- Page 53 and 54: Verwerking Eigen beest inblikken De
- Page 55 and 56: Je kunt deze vorm ook uitvergroten
- Page 57 and 58: Plastisch Vlinders maken Elk kind k
- Page 59 and 60: Gedicht 3 ‘Dwaze droom’ Shel Si
- Page 61 and 62: De kinderen lezen het fragment. Na
- Page 63 and 64: Jan van Coillie (samenst.), Ozewiez
- Page 65 and 66: In de derde klas lezen de kinderen
- Page 67 and 68: Op de woorden uit de woordenrijen z
- Page 69 and 70: Een droom van een droom Ideeënbrie
- Page 71 and 72: Droomverhaal Ook kunnen zij per gro
- Page 73 and 74:
Nu geeft kind 2 het papier door aan
- Page 75 and 76:
Boek 3 Dromen van een motor Brigitt
- Page 77 and 78:
donker gewend zijn en zij alles kun
- Page 79 and 80:
Ook in het lied worden allerlei ele
- Page 81 and 82:
Boek 7 Helden op sokken Annie Makki
- Page 83 and 84:
Petra is erg droevig omdat iedereen
- Page 85 and 86:
O, ik droom allemachtig! Ideeënbri
- Page 87 and 88:
Dit is een droom waarin iets gebeur
- Page 89 and 90:
Boek 1 Vader, moeder, ik en zij Jü
- Page 91 and 92:
Boek 2 Haroen en de zee van verhale
- Page 93 and 94:
hoe ze een personage kunnen vertolk
- Page 95 and 96:
Het fragment of beter nog het hele
- Page 97 and 98:
Verwerking Tableaus Jan droomt zich
- Page 99 and 100:
Gedicht 4 ‘Als het kan’ Lómë
- Page 101 and 102:
Spel De kinderen nemen een droom in
- Page 103 and 104:
Gedicht 5 ‘Allemaal sprookjes’
- Page 105 and 106:
Droomverwarring Ideeënbrief voor h
- Page 107 and 108:
Sfeerschepping Wij raden aan om voo
- Page 109 and 110:
Boek 1 Harry Potter en de steen der
- Page 111 and 112:
Gedicht 2 ‘Vaders’ Daniël Bill
- Page 113 and 114:
Verwerking Laat de leerlingen een k
- Page 115 and 116:
Verwerking Laat de leerlingen geboo
- Page 117 and 118:
groepje kan aan zijn toneelstukje w
- Page 119 and 120:
Tot slot kunnen de leerlingen uitzo
- Page 121 and 122:
Kinderen die het moeilijk hebben me
- Page 123 and 124:
muziekinstrumentjes voorzien, maar
- Page 125 and 126:
De leerkracht leest p. 1 voor. Vana
- Page 127 and 128:
duidelijk geformuleerd worden, name
- Page 129 and 130:
Je laat het woord ‘idee’ opzoek
- Page 131 and 132:
Boek 7 Twee zussen Sylvia Vanden He
- Page 133 and 134:
Alle dagen feest, Lannoo, 1997 Spli