Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Gedicht 2<br />
‘Soms’<br />
Jaak Dreesen<br />
Uit: Kom maar dichter<br />
samengesteld door Jan van Coillie<br />
Averbode, 1999, p. 103<br />
Over de auteur<br />
Jaak Dreesen (1934) kwam na zijn schooltijd in de journalistiek terecht.<br />
Naast zijn werk als hoofdredacteur van het gezinsweekblad De Bond vond<br />
hij tijd om liedjesteksten, hoorspelen en kinder- en jeugdboeken te<br />
schrijven. Hij kreeg al verschillende prijzen voor zijn boeken, die<br />
opvallen door zorgvuldige waarnemingen en beschrijvingen.<br />
De avonturen spelen zich vooral af in de gedachtewereld van de<br />
hoofdpersonages en in hun relatie tot elkaar. Zijn personages zijn<br />
mensen die zichzelf en anderen serieus nemen en die zich verwonderen<br />
over het hoe en het waarom van de dingen.<br />
Over het boek<br />
Kom maar dichter is een verzamelbundel, een bloemlezing van<br />
200 gedichten voor kinderen, gebundeld door Jan van Coillie. Hij bracht<br />
de gedichten onder in twaalf thema’s en biedt zo een mooie<br />
verzameling. Het gekozen gedicht werd niet eerder gepubliceerd.<br />
Nadien zoeken de kinderen titels voor de eigen kunstwerken. Kun je een<br />
titel verzinnen die niets verklapt over hetgeen je ziet maar die toch past<br />
bij de tekening?<br />
Als afsluiter volgt een tentoonstelling van de eigen kunstwerken.<br />
Andere boeken van Jaak Dreesen<br />
De zeven hemdjes van Veronika, Averbode, 1994<br />
Mammie! Mammie!, Averbode, 1995<br />
Valid, Averbode, 1995<br />
De verjaardag, Averbode, 1996<br />
Volg de weg terug, Averbode, 1996<br />
Moen de trommelaar, Averbode, 1997<br />
Marieke Marieke, Averbode, 1997<br />
Houden van, Averbode, 1997<br />
Zeg me dat het niet zal sneeuwen, Averbode, 1998<br />
Het herdertje van Bethlehem, Averbode, 1998<br />
Mijn beer, Averbode, 1999<br />
Jouw ogen zo blauw, Averbode, 2000<br />
Rook en de geur van rozen, Facet, 2000<br />
Werken met het gedicht<br />
Voor het lezen<br />
Iedereen gaat naar buiten en kijkt naar de lucht. Zijn er wolken? Kun je<br />
er figuren in herkennen?<br />
Hoe langer je kijkt, hoe meer de figuren veranderen en nieuwe figuren<br />
zich vormen.<br />
Terwijl iedereen naar boven kijkt, leest de leerkracht het gedicht voor.<br />
Na het lezen<br />
Het gedicht wordt inhoudelijk bekeken. Wat heeft de auteur gezien? Wat<br />
wil hij doorgeven aan zijn lezers/luisteraars? Welke sfeer tracht hij weer<br />
te geven?<br />
De kinderen kunnen hetgeen ze zelf in de wolken gezien hebben in het<br />
gedicht plaatsen. Is de sfeer nu veranderd?<br />
Verwerking<br />
Tijdens het beluisteren van muziek laten de kinderen hun fantasie los op<br />
grote papieren. Ze mogen slechts één ononderbroken lijn gebruiken die<br />
kronkelt en beweegt naargelang zij de muziek aanvoelen. Wanneer de<br />
muziek stopt, wordt de lijntekening doorgegeven aan een andere<br />
leerling. Die mag nu met een andere kleur een tekening halen uit de<br />
kronkellijn. Door de lijn te volgen en vakken af te bakenen kunnen<br />
illustraties ontstaan.<br />
Aansluitend wordt er samen gekeken naar schilderijen van onder meer<br />
René Magritte en Salvador Dali. Een groepsgesprek vindt plaats rond het<br />
benoemen van iets wat je ziet. Moet de titel van een schilderij de inhoud<br />
benoemen? Welke titel zou je zelf verzinnen bij deze schilderijen? Als je<br />
de door de schilder gekozen titel hoort, past die bij het schilderij? Waar<br />
denk je zelf aan als je die titel hoort? Kun je een andere titel verzinnen?<br />
92 – Zesde leerjaar