13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Boek 8<br />

‘Frederick’<br />

Leo Lionni<br />

Uit: Het hele jaar rond<br />

Lemniscaat, 1998, p. 81-84<br />

Over de auteur<br />

Leo Lionni (1910) studeerde economie en architectuur en emigreerde in<br />

1939 naar Amerika. Hij was als artistiek adviseur werkzaam bij diverse<br />

firma’s en verschillende tijdschriften. Hij houdt zich bezig met<br />

schilderen, beeldhouwen, keramiek, etsen en reclame-ontwerpen, is<br />

actief als filmcriticus en maakt zelf films. Hij publiceerde heel wat<br />

prentenboeken, waarvan hij er twee zelf verfilmde. Zijn werk werd vele<br />

malen en in diverse landen bekroond. In de meeste prentenboeken werkt<br />

hij met collages. Hij vindt dat die illustraties de gevoelens en fantasieën<br />

van jonge kinderen moeten weergeven. Een van zijn kernthema’s is:<br />

‘Voor iedereen is er een plaats in deze wereld, ook voor diegenen die<br />

anders zijn.’ Hij wordt beschouwd als een van de grote vernieuwers van<br />

het prentenboek in de tweede helft van deze eeuw.<br />

Verwerking<br />

Woorden verzamelen<br />

De kinderen maken woordenrijen met: mooie, lieve, harde, droevige,<br />

grappige, vieze, vreemde, boze, warme... woorden. Uit elke verzameling<br />

kiezen ze een woord. Ze schrijven het met sierletters, of in de vorm van<br />

de betekenis en versieren het.<br />

Zet woorden die bij elkaar horen onder elkaar en schrijf er een zin<br />

onder die bij die woorden past, zoek daarna een titel.<br />

Je kunt ook starten met een eigen woordenboekje: ‘De dunne...’ naar<br />

analogie van ‘De dikke van Dale’.<br />

De kinderen worden dan woordenjagers: van ieder woord dat ze horen<br />

of lezen en dat ze nog niet kennen of dat hen nieuwsgierig maakt<br />

zoeken ze de betekenis op, pas dan hebben ze het gevangen. Ze schrijven<br />

het in hun woordenboekje. Elke week vraag je: ‘Wie heeft hoeveel<br />

woorden gevangen en welk is je mooiste, je beste of je merkwaardigste<br />

nieuwe woord?’<br />

Op een speelse manier verrijken de kinderen zo hun woordenschat.<br />

Werken met het verhaal<br />

Voor het lezen<br />

Je begint met een fantasie-oefening. Elk kind heeft voor zich vier witte<br />

papieren en kleurpotloden. Terwijl ze hun ogen sluiten en goed<br />

luisteren, beschrijf jij een gedetailleerd landschap in een van de vier<br />

seizoenen. Kleed je verhaal goed in met beeldrijke details. Dit zal de<br />

kinderen stimuleren om te tekenen. Een bijpassend achtergrondmuziekje<br />

of -geluid (pitten-/keiendozen) zal de sfeer versterken.<br />

Als je klaar bent met je verhaal, tekent ieder kind wat het tijdens de<br />

vertelling gezien heeft in zijn hoofd. Herhaal dit viermaal, waarbij de<br />

kinderen telkens op een ander blad tekenen. Dit is een oefening voor de<br />

individuele verbeelding en niet in het exact reproduceren.<br />

Het verhaal lezen<br />

Zoek een gezellig plaatsje, bijvoorbeeld op kussens.<br />

Lees dit mooie verhaal voor. Als Frederick zegt: ‘Doe je ogen dicht’, dan<br />

doen de kinderen dat ook.<br />

Na het lezen<br />

Gesprek over het verhaal:<br />

Wat vinden jullie van dit verhaal? Wat vind je van Frederick? Is hij echt<br />

een dichter?<br />

Heb je de warmte gevoeld en de kleuren gezien?<br />

Hoeveel muizen zijn er? Waar wonen ze? Hebben ze nog iets aan die<br />

oude graanzolder?<br />

Wat verzamelt Frederick? Waarom verzamelt hij zonnestralen? Kleuren?<br />

In het eerste deel van het gedicht worden verschillende seizoenen<br />

beschreven, vind je ze?<br />

Kleuren verzamelen<br />

Met muzikale ondersteuning schilderen de kinderen hun lievelingskleuren<br />

in vloeiende lijn over een groot blad papier. Als de muziek stopt<br />

kiezen ze open vlakken uit en kleuren die verder in.<br />

Kleuren-schilder-spel<br />

Je zorgt voor enkele reproducties van Monet en van Magritte. Zoals<br />

Frederick kleuren verzamelt, zo doen schilders dat ook. Toon de<br />

reproducties van Monet en laat de kinderen vertellen wat ze zien. Laat ze<br />

van dichtbij en van verderaf kijken.Vertel over hoe Monet ze schilderde:<br />

lichtinvallen, eerste indrukken, vage lijnen, felle kleuren, mistige<br />

onderwerpen...<br />

Daarna kun je dan enkele reproducties van Magritte tonen. Laat de<br />

kinderen de verschillen verwoorden. In een derde klas kun je dieper<br />

ingaan op de droomsfeer bij Magritte.<br />

Dan bekijk je de schilderwerken die de kinderen in de afgelopen weken<br />

maakten. Welke lijken op die van Monet? Op die van Magritte? Waarom?<br />

Waarom niet?<br />

Tot slot kiezen de kinderen elk een van hun schilderijen om die af te<br />

werken in de trant van Monet, Magritte of...<br />

Kijkkast maken<br />

Alle kinderen hebben een schoenendoos. Ze maken een gleuf langs<br />

weerszijden. Bovenaan is een lichtgat en aan de voorzijde is een kijkgat.<br />

Op een strook papier tekenen de kinderen het verhaal van Frederick.<br />

Ze vertellen het verhaal terwijl ze de strip door de doos trekken, een<br />

ander kind kijkt door het kijkgat.<br />

De kinderen lezen het gedicht zoals ze denken dat Frederick het doet.<br />

Ze vertellen om het mooist over de zon en de zomer, over kleuren.<br />

Creatief schrijven<br />

Hoe rijmt het gedicht van Frederick? Het gedicht rijmt niet alleen<br />

achteraan. De kinderen zoeken het op.<br />

68 – Tweede en derde leerjaar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!