13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Boek 1<br />

Vader, moeder, ik en zij<br />

Jürg Schubiger, ill. Rotraut Susanne Berner<br />

Querido, 1999, p. 76-78<br />

Over de auteur<br />

De Zwitser Jürg Schubiger (1936) is filosoof en germanist. Hij werkte<br />

als redacteur en uitgever, maar besteedt de laatste jaren het grootste deel<br />

van zijn tijd aan het schrijven van romans en kinderboeken. Hij<br />

thematiseert zijn eigen vertelkunst en maakt zo op een geraffineerde<br />

manier duidelijk dat elke werkelijkheid een verhaal is en dat niemand<br />

zonder verhalen kan. Die verhalen worden fascinerend, humoristisch en<br />

wervelend verteld. Zijn kinderboek Toen de wereld nog jong was werd<br />

bekroond met de Duitse Jeugdliteratuurprijs en met een Zilveren Griffel.<br />

Over de illustrator<br />

Rotraut Susanne Berner maakt veelgeroemde boekomslagen voor literaire<br />

uitgevers en illustreerde kinderboeken van onder meer Toon Tellegen,<br />

Sylvia Plath en Hans Magnus Enzensberger. Ze maakt ook haar eigen<br />

prentenboeken en verhalen. In 1997 kreeg ze een Zilveren Penseel voor<br />

haar prentenboek Het avontuur.<br />

Over het boek<br />

Dit is een familieverhaal over vader, moeder en het zusje (zij), over opa<br />

en oma, de buren en de vrienden. De ik-figuur, een jongen van elf,<br />

houdt schriftjes bij waarin hij vragen, gedachten en dromen noteert.<br />

Deze schriftjes zijn genummerd van één tot acht. Het zijn niet zomaar<br />

gedachten, hij bekijkt de wereld net even anders en zo komt hij tot<br />

verrassende vragen als: ‘Waarom vallen de dingen uitgerekend naar<br />

beneden? En hoe zit het met de aarde? Valt die ook? Waar was mijn zus,<br />

toen ze nog geen beetje in de buik van mijn moeder zat? Welke bomen,<br />

welke dieren ontbreken nog op de wereld? En hoe komen ze aan hun<br />

naam? Wat gebeurt er als we liegen? Kloppen de woorden dan ook niet?’<br />

Niet te verwonderen dat hij zich gaat afvragen: ‘Ben ik anders dan<br />

anderen? Heel anders of maar een beetje anders?’<br />

Hij bedenkt ook: ‘Echt oude mensen zijn anders, ze zijn een derde soort<br />

naast kinderen en volwassenen.’ En: ‘Oude mensen hopen dat de dokter<br />

hen op de been houdt. Bij opa werkt nog alles. Ik denk soms dat we nog<br />

snel een beetje van hem moeten houden.’ Of nog: ‘Remi, die in onze<br />

straat woont, past precies in zijn rolstoel. Maar hij zal nooit echt op<br />

straat passen.’<br />

Lees enkele van de vragen en je merkt dat je vanzelf gaat doordenken in<br />

de trant van: zo had ik het nog niet bekeken.<br />

Werken met het fragment<br />

Voor het lezen<br />

De kinderen zitten in groepjes van vier. Elke groep verzint zoveel<br />

mogelijk tegenstellingen. (Tijdsdruk, bijvoorbeeld twee minuten,<br />

verhoogt de efficiëntie.) Die tegenstellingen verzamelen ze op het bord<br />

in twee kolommen.<br />

Tegenstellingen die in verschillende groepen voorkomen worden<br />

geschrapt. Welke groep houdt de meeste (dus de minst voor de hand<br />

liggende) tegenstellingen over?<br />

Je leest de informatie over de auteur en het boek. Je kunt even stilstaan<br />

bij de vragen uit het boek. Eventueel kun je met een vragen- of<br />

gedachteschrift starten.<br />

Het fragment<br />

Je leest de eerste alinea voor. Hieruit volgt een gesprek over juiste en<br />

foute tegenstellingen:<br />

Waarom kun je bij mama niets tegenovergesteld verzinnen en bij wit wel?<br />

De tegenstellingen op het bord bekijk je samen kritisch en zuiver je uit:<br />

zijn het echte tegenstellingen?<br />

Met de overblijvende tegenstellingen maken de kinderen absurde zinnen,<br />

bijvoorbeeld: ‘De witte muis zat op de schommel met de zwarte olifant.’<br />

Vertrekkend van deze zinnen verzinnen de kinderen verhalen waarin<br />

zoveel mogelijk tegenstellingen verwerkt zijn.<br />

De kinderen lezen het fragment verder (in stilte) of je leest het voor.<br />

Dan bekijken de kinderen de schilderijen die ze maakten bij het gedicht<br />

‘Op een dag...’ opnieuw, zijn er raakpunten met dit fragment?<br />

De kinderen zoeken zinnen uit het fragment die bij de schilderijen<br />

passen, ze lezen ze hardop, motiveren hun keuze en schrijven ze bij het<br />

betreffende schilderwerk.<br />

Na het lezen<br />

Door middel van vragen wordt het fragment systematisch (met staakwoorden)<br />

en chronologisch heropgebouwd:<br />

Wat was er toen ik geboren werd?<br />

Hoe zag dat niets eruit?<br />

Kun je een leegte voelen? Zien? Ruiken?…<br />

Wat groeide er eerst?<br />

Over het niet kloppen van de wereld verzinnen de kinderen<br />

hypothetische antwoorden.<br />

Verwerking<br />

Zoals in het fragment en erna in het gesprek de wereld opgebouwd<br />

werd, wordt nu een fantasiewereld getekend of geschilderd. De kinderen<br />

zitten in een kring, ieder heeft een groot vel papier waarop ze iets<br />

tekenen. Ze schuiven de bladen door en vullen de tekening verder aan.<br />

Zo schuiven ze door tot de tekening weer bij de eerste eigenaar komt. Je<br />

stimuleert hen het best tot het maken van abstracte tekeningen die vage<br />

dingen voorstellen en dus meer suggereren. De kinderen verklaren de<br />

tekening die voor hen ligt.<br />

De ik-figuur houdt een vragenschrift bij, naar analogie daarvan kan er in<br />

de klas gestart worden met een vragenschrift, individueel of klassikaal.<br />

Elke week diep je één vraag, de VRAAG VAN DE WEEK, uit.<br />

Andere boeken van Jürg Schubiger<br />

Toen de wereld nog jong was, Ludion, 1996<br />

Het meisje en het geluk, Ludion, 1997<br />

Illustraties van Rotraut Susanne Berner<br />

Toon Tellegen, Mijn vader, Querido, 1994<br />

Hans Magnus Enzensberger, De telduivel: een hoofdkussenboek voor iedereen die bang<br />

voor wiskunde is, De Bezige Bij, 1997<br />

Franz Hohler, Als ik eens een wens mocht doen..., Querido, 2000<br />

Wolfdietrich Schnurre, De prinses komt om vier uur: een liefdesgeschiedenis,<br />

Querido, 2000<br />

Andere boeken van Rotraut Susanne Berner<br />

Haas en Hond: vriendschap op acht poten, Querido, 1998<br />

Zesde leerjaar – 91

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!