Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gedicht 2<br />
‘Dolfijn’<br />
Harriët van Reek<br />
Uit: L.I.K.<br />
Querido, 1998, p. 65<br />
Over de auteur<br />
Harriët van Reek (1957) probeerde na de middelbare school de Haagse<br />
kunstacademie, in de voetsporen van haar vader, tekenaar Jan van Reek.<br />
Na twee maanden stapte ze over naar de lerarenopleiding voor tekenen<br />
en handvaardigheid. Na die opleiding heeft ze enige tijd als sociaalcultureel<br />
werkster in Rotterdam gewerkt. Samen met haar vriend heeft ze<br />
veel gereisd, sporen daarvan vind je terug in haar boeken. Ze schildert,<br />
tekent en schrijft.Voor haar eerste boek, Lena lena, ontving ze in 1987 een<br />
Gouden Griffel én een Vlag en Wimpel.<br />
Werken met het gedicht<br />
De kinderen lezen het gedicht stil.<br />
Vragen<br />
Wat denken jullie van dit gedicht?<br />
Wie heeft al een dolfijn gezien?<br />
Wat deed hij?<br />
Wat zie en hoor je bij: ‘Pats het water in, pats het water uit?’<br />
Hoe zou je dat lezen?<br />
Wie probeert het?<br />
Hoelang doet de dolfijn dat?<br />
Wat zou hij doen als het donker wordt?<br />
In groepjes van telkens drie kinderen oefenen ze om het gedicht te<br />
lezen: een kind leest de wens en de slotzin, de andere twee lezen in of<br />
uit het water. Let op het ritme van het plonzen. In een tweede beurt<br />
worden er bewegingen bij gemaakt. Het gedicht kan ook in koor gezegd<br />
worden met de ganse klas. Met dit gedicht kan ook de les L.O.<br />
ingeschakeld worden in de <strong>Jeugdboekenweek</strong>. In de zwemles zwemmen<br />
de kinderen op het ritme van het gedicht.<br />
Verwerking<br />
Ziet dit gedicht eruit zoals een gewoon gedicht? Je zou het anders<br />
kunnen schikken: na elke punt of komma kun je een nieuwe regel<br />
gebruiken. Bespreek met de kinderen welk van de twee versies ze het<br />
meest op een gedicht vinden lijken.<br />
Woordspel<br />
Je schrijft het woord dol-fijn in twee delen op het bord.<br />
Wat betekent dol-fijn nog? (heel fijn)<br />
De kinderen zoeken samenstellingen die een versterking uitdrukken. In<br />
de derde klas kunnen ze met heel de klas zoeken. In het tweede leerjaar<br />
kun je twee rijen woorden geven, bijvoorbeeld:<br />
ijs blij kei fijn knal fijn piek heet<br />
bloed hard loei rood dol koud dol hard<br />
De kinderen verbinden woorden tot een samenstelling en geven de aard<br />
van de versterking aan.<br />
Creatief schrijven<br />
Al de kinderen krijgen de aanzet:<br />
Als ik een wens mocht doen,<br />
zou ik wensen dat ik een… was<br />
in een/de…<br />
De kinderen zoeken een dier. Op welke plaats leeft het? Welk geluid<br />
maakt het? En wanneer stopt het met dat geluid te maken? Ze schrijven<br />
naar analogie van het gedicht.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
Als ik een wens mocht doen,<br />
zou ik wensen dat ik een struisvogel was<br />
in een grote zandwoestijn.<br />
Krats het zand in, krats het zand uit…<br />
Tot ik geen mens meer hoor.<br />
Spelen met beweging op muziek/geluid<br />
De kinderen liggen op hun rug, met de ogen dicht. De leerkracht laat<br />
muziek met watergeluiden horen. Deze muziek is te verkrijgen in onder<br />
meer winkels van de keten ‘De tuin van…’ of in de discotheek.<br />
Geef de kinderen de tijd om de sfeer van de muziek in zich op te<br />
nemen.Vraag dan om met gesloten ogen een dolfijn-zwembeweging te<br />
maken die bij een dolfijn, water of zwemmen past. De beweging moet<br />
goed voelen, ze mag ook grappig zijn. De kinderen herhalen de<br />
bewegingen, klein en groter. Daarna maken ze dezelfde bewegingen met<br />
de ogen open zodat ze zichzelf en elkaar kunnen zien.<br />
Zet de kinderen dan met twee tegenover elkaar.Vertel dat de beweging<br />
uit vier delen bestaat:<br />
de dolfijn-zwembeweging<br />
de sprong<br />
in het water bewegen<br />
eruit kruipen/springen.<br />
Laat de kinderen dit in duo samen uitzoeken en repeteren. Zet de muziek<br />
erbij. Daarna presenteert ieder duo zijn bewegingsstukje. Dit kan ook in<br />
het zwembad gebeuren.<br />
Bewegingenreeks<br />
De kinderen staan in groepjes van vijf naast elkaar op een lijn.<br />
Ze verzinnen een beweging bij ‘Pats het water in’, bijvoorbeeld: een stap<br />
naar voor of een duikbeweging. Bij ‘Pats het water uit’ maken ze een<br />
springbeweging. Met dit materiaal kun je hen laten experimenteren door<br />
ze met zijn allen dezelfde bewegingen te laten maken, of een canonbeweging,<br />
of een opgaande golfbeweging of…<br />
Je laat ze er de tekst bij zeggen: iedereen zegt de tekst en beweegt erbij<br />
of een kind zegt de tekst en maakt de bewegingen. Zo komen ze tot een<br />
compositie die aan de anderen getoond wordt.<br />
In een volgende fase kun je dit herhalen met de zelfgemaakte verzen<br />
(zie hoger), bijvoorbeeld:<br />
‘Als ik het wensen mocht dan zou ik wensen dat ik een vlinder was in<br />
een warme, zachte bloem. Fladder de bloem in, fladder de bloem uit’.<br />
56 – Tweede en derde leerjaar