13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

egrijpen. In de eerste fase, tot 5 à 6 jaar, beleven kinderen wat ze<br />

dromen als iets wat zich werkelijk en buiten hen afspeelt. Ze vertellen<br />

over hun dromen alsof ze hen echt overkomen zijn. Rond 7 à 8 jaar<br />

beginnen kinderen te beseffen dat de droom zich binnen in hun hoofd<br />

afspeelt, maar met het sterke gevoel dat het zo echt lijkt. Pas rond 9 à 10<br />

jaar beleven ze hun droom als iets wat enkel en alleen van binnen in hun<br />

hoofd gebeurt.<br />

Maar hiermee vertel ik niets nieuws. Heel veel ouders weten dit,<br />

wanneer ze samen met hun kind onder het bed gaan kijken om te<br />

bewijzen dat daar geen monster zit…<br />

Het verklaart wel waarom het soms helpt van onder het bed te kijken, of<br />

het gedroomde spook via het raam buiten te zetten. Of te doen zoals een<br />

moeder van een kind dat herhaaldelijk angstig droomde. Ze maakte<br />

samen met haar kind, dat vaak over heksen droomde, een grote poster<br />

waarop Platvoetje de heks in een tekstballon zegt: ‘Hier waak ik.’ Deze<br />

poster hingen ze op de deur van de slaapkamer.<br />

Kinderdromen en kinderontwikkeling<br />

Kinderdromen zijn nauw verbonden met hoe het dromende kind<br />

overdag functioneert.<br />

De dromen bieden vaak een weerspiegeling van wat er in de ontwikkeling<br />

van het dromende kind aan de orde is. Ze tonen iets van de ontwikkelingsopdrachten<br />

waarvoor het kind zich geplaatst ziet, van zijn creativiteit, van<br />

zowel zijn capaciteiten als zijn emotionele moeilijkheden. Soms laten<br />

dromen zo’n diepe indruk na dat ze tot in de volwassenheid herinnerd<br />

worden.<br />

Kinderen hebben vaker onaangename, vreemde, angstige dromen<br />

wanneer ze door een moeilijke periode gaan of wanneer er zich<br />

problemen voordoen.<br />

Tot de inhoud van kinderdromen behoren vaak thema’s als ‘op het<br />

potje’, afscheidsmomenten, de geboorte van een broertje of zusje, het<br />

overlijden van een verwant, veranderde gevoelstoestanden bij mama of<br />

papa, veranderingen thuis of op school, ziekte, operaties, kwetsuren, een<br />

beangstigende gebeurtenis van overdag (bijvoorbeeld angst voor de<br />

hond die daar ineens stond te blaffen tijdens de wandeling),…<br />

<strong>Dromen</strong> blijken met andere woorden zeer nauw verbonden te zijn met<br />

wat emotioneel van belang is in het leven van de dromer.<br />

Wat kinderen dromen evolueert dan ook met de leeftijd en de<br />

ontwikkelingsfase van het kind. Zo blijkt uit onderzoek dat drie- en<br />

vierjarigen vaak dromen over thuis als hun centrale leefwereld: over hun<br />

ouders, vriendjes en huisdieren.<br />

Vijf- en zesjarigen, die als jongen of meisje hun weg zoeken tussen<br />

leeftijdsgenoten en volwassenen, dromen dan weer vaker over wat ze<br />

plezierig en opwindend vinden, zoals de kermis of de speeltuin, maar<br />

ook over vechten en gestraft worden. In hun dromen komen vaak<br />

koningen en koninginnen voor, heksen, slangen, wolven, vuur en water.<br />

Bij lagereschoolkinderen komen aspecten met betrekking tot de<br />

gewetensvorming en hun begaan zijn met school en met leeftijdsgenoten<br />

op de voorgrond. In hun dromen komen vaak autoriteitsfiguren<br />

voor, zoals leerkrachten of politieagenten, maar ook vriendjes, spelen en<br />

ontspanningsactiviteiten.<br />

Bij adolescenten wordt het dromen, net als het denken, veel complexer.<br />

In adolescente dromen komen meer agressieve en seksuele elementen<br />

naar voor, net als in hun wakkere beleven.<br />

Ter illustratie<br />

Een gebeurtenis die altijd intense gevoelens oproept is, zoals reeds<br />

aangehaald, de geboorte van een broertje of zusje. Dat er naast intense<br />

vreugde, even krachtige negatieve gevoelens kunnen heersen, hoeft<br />

wellicht geen betoog. Peuters en kleuters nemen op dit vlak vaak geen<br />

blad voor de mond. Zij durven ongegeneerd te vertellen dat die baby nu<br />

wel terug naar het ziekenhuis, terug in de buik, naar een andere mama<br />

of zelfs in de vuilnisbak mag.<br />

En hoe vaak zijn baby’s niet door moederhanden behoed voor duwen,<br />

knijpen of prikken in de oogjes door die soms zo lieve, maar soms ook<br />

zo boze en jaloerse grotere broer of zus.<br />

Dat dit bij peuters en kleuters nog zo openlijk en ongegeneerd gebeurt,<br />

heeft er enerzijds mee te maken dat ze nog niet ten volle beseffen wat<br />

mag en wat niet mag. Het heeft anderzijds ook te maken met hun nog<br />

geringe inlevingsvermogen in anderen. Ze beseffen nog niet helemaal<br />

dat zo’n baby ook pijn en verdriet kan hebben.<br />

Naarmate een kind ouder wordt, en de genoemde capaciteiten zich<br />

steviger ontwikkelen, zullen de jaloerse en boze gevoelens, die er naast<br />

alle liefde ongetwijfeld ook zijn, minder openlijk afgereageerd en<br />

minder rechtstreeks verwoord worden. Maar waar gaan die gevoelens<br />

dan naartoe? Wat gebeurt er dan mee?<br />

Bij iets oudere kinderen vinden we dergelijke gevoelens nogal eens terug<br />

in dromen. Ik denk daarbij aan Tom, een zevenjarige jongen, die een<br />

tijdlang veel ruzie maakte en rivaliseerde met zijn vierjarige zus. Hij<br />

vertelde over een droom waarin zijn zus door rovers werd meegenomen.<br />

‘Dat was wel heel erg voor Charlotte, dat zou ik nooit willen’, voegde hij<br />

eraan toe.<br />

Ook Gillman (1987) beschrijft dat vijandige gevoelens bij wat oudere<br />

kinderen meer in dromen aanwezig zijn. Agressieve gevoelens worden in<br />

die dromen nogal eens gesymboliseerd in monsters of rovers, stelt hij.<br />

Hij voegt er het voorbeeld aan toe van een achtjarige jongen die vaak<br />

nachtmerries had over kidnappers die zijn kamer binnenkwamen en<br />

hem wilden meenemen. Deze jongen was lange tijd de jongste geweest<br />

van meerdere kinderen. De nachtmerrie begon kort nadat er een baby<br />

geboren was. Tot op dat moment was hij de ‘prins’ van het gezin<br />

geweest. Zijn oplossing om de baby te laten kidnappen was conflictueus<br />

en kon slechts uitgedrukt worden in de droom waarbij hij zelf het<br />

slachtoffer was van zijn eigen boosheid.<br />

De droom biedt het voordeel van de ‘afstand’: het kind kan ten volle<br />

bezig zijn met een erg moeilijk, pijnlijk of beschamend gevoel, zonder<br />

daarvoor de volle verantwoordelijkheid te moeten dragen, zonder het als<br />

iets van zichzelf te moeten zien: niet ik ben boos, het is die boze wolf<br />

waarover ik droom, die jou opeet.<br />

Het boze gevoel kan zich op die manier een weg zoeken. Er kan wat<br />

spanning wegvloeien, een beetje stoom ontsnappen, zonder dat we ons<br />

daar voortdurend van bewust hoeven te zijn.<br />

De waarde en de functie van dromen<br />

Vanuit deze illustraties kunnen we vervolgens iets vertellen over de<br />

waarde en de functie van dromen. Twee functies van dromen worden in<br />

de literatuur sterk beklemtoond. Enerzijds waken dromen over de slaap<br />

van het kind, anderzijds waken ze over zijn emotionele gezondheid.<br />

Peter Smits verhaal Eend leert vliegen (2000) illustreert dit:<br />

Het is nog vroeg.<br />

Eend zit op zijn nest.<br />

Hij slaapt heel diep.<br />

Hij droomt van poten.<br />

Poten van poezen, hazen en mollen.<br />

En poten van kippen en eenden.<br />

Zelf heeft Eend maar één poot.<br />

De andere is hij kwijt.<br />

Eend heeft een botsing gehad met een auto.<br />

Eend zucht diep.<br />

Hij droomt van duizend poten.<br />

Ze lopen in een rij.<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!