13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

En ze fluiten er een liedje bij.<br />

Ze gaan over de dijk langs de sloot.<br />

En ze doen wie het hardst kan stampen.<br />

De grond trilt ervan.<br />

Het nest van eend schudt heen en weer.<br />

Het lied klinkt nu hard.<br />

Eend doet zijn ogen open.<br />

Naast zijn nest ziet hij twee poten.<br />

Ze zijn van Spreeuw.<br />

‘Hè hè’, zegt Spreeuw.<br />

‘Wat een slaapkop ben jij, zeg!<br />

Ik floot zo hard ik kon.<br />

En toch sliep je maar door!’<br />

Met het waken over de slaap wordt bedoeld dat we in onze dromen<br />

elementen uit de buitenwereld integreren in ons ‘droomverhaal’. In het<br />

verhaal Eend leert vliegen droomt Eend over duizend fluitende poten.<br />

Wanneer hij wakker wordt, blijkt dat het gefluit dat van Spreeuw naast<br />

hem was.<br />

Dergelijke dingen gebeuren vaker in dromen: een geluid uit de<br />

buitenwereld dringt in onze slaap tot ons door, maar vooraleer het ons<br />

kan wekken, nemen we het op in ons droomverhaal. ’s Ochtends<br />

constateren we dan verbaasd dat de vreselijke donderslag waarover we<br />

droomden in werkelijkheid een boek was dat van het nachttafeltje<br />

gedonderd is.<br />

Met het waken over de emotionele gezondheid, bedoelen we dat er in de<br />

droom veel emotionele aanspraken en gebeurtenissen verwerkt worden.<br />

Net als Eend, die zijn pootje verloor, droomt over duizend poten,<br />

dromen kinderen vaak over moeilijke of pijnlijke gevoelens en<br />

gebeurtenissen in hun leven. Moeilijke gevoelens en gebeurtenissen<br />

worden deels al dromend en fantaserend verwerkt en geïntegreerd in het<br />

persoonlijk functioneren.<br />

Raija-Leena Punamäki (1998) is een Finse psychologe die onderzoek<br />

doet over hoe dromen psychologische bescherming kunnen bieden in<br />

traumatische omstandigheden. Zo doet zij bijvoorbeeld droomonderzoek<br />

bij kinderen in traumatische omstandigheden. Daarbij liet zij kinderen<br />

van zes tot vijftien jaar, die in de Gaza-strook in gewelddadige<br />

omstandigheden hadden geleefd, een droomdagboek bijhouden.<br />

Het ging om kinderen die in levensgevaar hadden verkeerd, en getuige<br />

waren van gewelddadige vernieling en dood. Punamäki liet deze<br />

kinderen, in de tijd dat ze in een vluchtelingenkamp verbleven, zeven<br />

dagen lang een dagboek bijhouden, waarin ze elke ochtend hun dromen<br />

noteerden van de voorbije nacht. Ze wilde daarbij onderzoeken of<br />

sommige droomkenmerken bij deze kinderen samengaan met een<br />

slechtere of een betere psychische gezondheid. De conclusies die zij<br />

daaruit trekt, zijn bijzonder interessant, ook voor ‘traumatische’<br />

gebeurtenissen die minder zwaar zijn dan leven in een oorlogssituatie.<br />

Traumatische ervaringen bij kinderen houden een ernstig risico in op<br />

een verstoring van de gezonde emotionele ontwikkeling. De slaap blijkt<br />

daarbij bijzonder kwetsbaar te zijn. Traumaslachtoffertjes lijden vaak aan<br />

slaapstoornissen, nachtmerries en angstdromen. Anderzijds blijkt dat<br />

dromen soms een hulp kan zijn om een trauma verwerkt te krijgen, en<br />

een goede ontwikkeling naar een gezonde persoonlijkheid weer op gang<br />

te trekken.<br />

Kinderen met traumatische ervaringen blijken vaak een welbepaalde<br />

opeenvolging van verschillende soorten dromen te hebben. Heel vaak<br />

blijken kinderen kort na een traumatisch gebeuren op exact dezelfde<br />

wijze te dromen wat er gebeurd is. Het zijn identieke herhalingen van<br />

het trauma, alsof de film zich steeds opnieuw afspeelt op exact dezelfde<br />

wijze. Een tijd later zijn hun dromen meestal nog steeds beangstigend,<br />

maar gaan ze al meer verhaalelementen omvatten. Naarmate er meer tijd<br />

overheen gaat, gaan de dromen steeds meer op verhalen lijken met<br />

allerlei nieuwe, soms vreemde wendingen. Zo kan er in deze dromen<br />

iets opgelost of beheerst worden, dat in de realiteit niet te beheersen<br />

was.<br />

Uit onderzoek blijkt dat de kans om weer op het spoor van een gezonde<br />

ontwikkeling te geraken groter is wanneer kinderen in hun dromen<br />

metafore beelden vinden voor shockerende en traumatische ervaringen,<br />

en wanneer daarbij een grote variatie aan gevoelens tot uitdrukking kan<br />

komen. Dan kunnen dromen helpen om te komen tot een geleidelijke<br />

vermindering van de overweldigende pijnlijke gevoelens.<br />

<strong>Dromen</strong> en fantaseren: een andere logica<br />

Dat er gemeenschappelijke elementen terug te vinden zijn in dromen en<br />

in fantaseren, wordt wellicht stilaan duidelijk. Hoe meer ‘verhaalelementen’<br />

er in de droom vervat liggen, hoe dichter het dromende kind<br />

bij de verwerking van pijnlijke gebeurtenissen kan komen, zeggen<br />

onderzoekers.<br />

In dromen kan er, net als in fantasieën, met personages, gebeurtenissen<br />

en gevoelens gejongleerd en getoverd worden. Gevoelens kunnen<br />

worden omgekeerd of weggelaten, personen kunnen verwisseld worden,<br />

wensen kunnen tot uiting worden gebracht, jongens kunnen meisjes<br />

worden en vice versa… Dit heeft als gevolg dat gevoelens aanwezig<br />

kunnen zijn zonder dat ze herkend worden, of dat tegenstrijdige<br />

gevoelens tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn. Denken we maar aan Tom,<br />

die er met zijn droom in slaagt uiting te geven aan zowel zijn wens om<br />

zijn zus kwijt te zijn, als aan zijn medeleven en liefde voor haar.<br />

In dromen hoeven we immers absoluut geen rekening te houden met de<br />

wetten van de logica van overdag. In dromen vraagt er niemand:<br />

‘Komaan, hoe zit het, zie je haar nu graag of wil je haar kwijt?’<br />

In dromen kun je meerdere personages tezelfder tijd zijn en de meest<br />

tegenstrijdige gevoelens gelijktijdig beleven en vorm geven.<br />

<strong>Dromen</strong> en fantasieën volgen een andere logica dan de logische<br />

redeneringen van ons bewuste denken en spreken. In ons denken en<br />

spreken proberen we lijnen vast te houden: wat moet ik eerst vertellen<br />

en wat volgt daarna, als dit… dan dat…, eerst dit… vervolgens dat…,<br />

In dromen en fantasieën ligt dat compleet anders. In dromen en<br />

fantasieën lijkt soms elke logica verloren te gaan: het ene moment lig je<br />

dood neer, en het volgende moment ben je weer in een gevecht<br />

betrokken. Dieren kunnen spreken en voorwerpen kunnen bewegen. Je<br />

kunt soms de binnen- en de buitenkant van een huis tegelijkertijd zien,<br />

groot en klein kunnen met elkaar verwisseld worden…<br />

Rita Ghesquiere (1998) geeft in een historische schets van de actuele<br />

thema’s in kinder- en jeugdboeken aan dat er in kinder- en jeugdboeken<br />

tegenwoordig weer volop ruimte is voor fantasie en verbeelding.<br />

Ze verwijst daarbij naar Roald Dahl als trendsetter. Deze auteur geeft de<br />

kinderen de fantasie als wapen mee, om het met succes te kunnen<br />

opnemen tegen negatieve krachten en grote machten. Denk maar aan<br />

hoe Mathilda zich een weg vindt in een wereld die geregeerd wordt<br />

door volwassenen, en die voor kinderen extreem saai en afstompend is.<br />

Misschien kan er niet alleen in dromen, maar ook in fantasieverhalen iets<br />

opgelost of beheerst worden, wat in de realiteit niet zo gemakkelijk te<br />

beheersen is.<br />

Wat in droom, fantasie en verbeelding op het eerste gezicht een<br />

afwezigheid van elke logische redenering lijkt, is echter een uiting van<br />

een eigen, zeer specifieke wijze van redeneren. Dit wordt een ‘prelogisch<br />

redeneren’ of een ‘primair procesdenken’ genoemd. Het is een redeneren<br />

waarin emoties, gedachten, herinneringen en impulsen op een heel<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!