13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Als ze een wolk ontdekken waar ze een figuur in zien, tekenen ze die<br />

zacht met potlood op een blad wit tekenpapier. Daarna nemen ze een<br />

pen en gaan ze improviseren. Ze verzinnen ter plekke een verhaal bij<br />

hun wolk, dat ze meteen op de potloodlijnen schrijven. Zo wordt de<br />

omtrek van de wolk het verhaal van de wolk. Als het verhaal af is,<br />

worden de potloodlijnen uitgegomd en de lucht gekleurd in een kleur<br />

die bij het verhaal past. Dit kan bijvoorbeeld met krijt. Met een ander<br />

blad wordt een lijst gemaakt waarin het kunstwerk komt. Alle<br />

kunstwerkjes worden nadien bij voorkeur aan het plafond gehangen.<br />

Vlak tegen het plafond, of in de lucht bengelend aan nylondraad.<br />

Nu kun je ook diakadertjes met blauwe achtergrond inkleuren met tal<br />

van wolkenvormen en deze verschillende beelden projecteren op het<br />

plafond. Minder idyllisch, maar wel praktisch haalbaar op een<br />

druilerige dag.<br />

Zweven<br />

Als je droomt voel je je soms zweven. Je laat aangepaste muziek horen<br />

waarop de kinderen zich vrij ‘zwevend’ kunnen bewegen en achteraf de<br />

kans krijgen om in kernwoorden associaties op te schrijven.<br />

Contrasterend kun je ze laten bewegen op erg strakke muziek, associaties<br />

opschrijven en vergelijken met de vorige. Zo ervaren kinderen dat<br />

muziek mee je gedachten, dromen kan bepalen.<br />

Hoe zweef je door de lucht?<br />

Bij het afdalen wordt die wereld groot – groot – groter – grootst.<br />

Wat zie je nu op deze wereld gebeuren?<br />

Wat valt je op? Wat vind je fijn?<br />

Wat stoort je?<br />

Teken het in een wolk en geef commentaar.<br />

Stel je voor: je stijgt op en de wereld wordt klein – klein – kleiner –<br />

kleinst.<br />

Wat houd je over?<br />

Wat vind je belangrijk?<br />

Welke droomplek bewaar je?<br />

Teken het in een wolk en geef commentaar.<br />

Andere boeken van Mies Bouhuys<br />

Altijd samen, Gottmer, 1999<br />

De Trippeltjes, Gottmer, 2000<br />

Boek 2<br />

Ik heb een idee<br />

Geert De Kockere, ill. Carll Cneut<br />

De Eenhoorn, 1999, z.p.<br />

Over de auteur<br />

Geert De Kockere is op 18 mei 1962 geboren in Tielt. Hij werd eerst<br />

voor onderwijzer en later beroepsjournalist. Hij werkte onder meer voor<br />

De Standaard-Het Nieuwsblad. In De Stipkrant publiceerde hij heel wat<br />

gedichten. Hij werkt ook mee aan de tijdschriften van Uitgeverij<br />

Averbode. Geert is tevens hoofdredacteur van KITS, een actualiteitskrant<br />

voor jongeren. Momenteel woont hij met zijn vrouw Annemie,<br />

dochtertje Jana en zoontje Simon in Oudenaarde.<br />

Over de illustrator<br />

Carll Cneut is een van de vaste illustratoren van Geert De Kockere. In zijn<br />

tekeningen weet hij de fantasie van de schrijver op een boeiende manier<br />

te onderstrepen. Carll Cneut heeft een heel eigen, intrigerende stijl.<br />

Vooral zijn figuren zijn fascinerend. De lichaamsdelen zijn vaak buiten<br />

proportie en geven elke figuur een eigenzinnig karakter. Zijn techniek<br />

verfijnt zich steeds meer. De details in zijn tekeningen zijn soms heel<br />

merkwaardig. Carll Cneut illustreert niet echt, hij interpreteert de tekst<br />

en voegt er zijn visie aan toe. Hij tekent zijn eigen verhaal, speelt als het<br />

ware met poppen en zorgt er op die manier voor dat de tekst van het<br />

boek wordt verrijkt.<br />

Over het boek<br />

Ik heb een idee! gaat over een droom. Een bizarre droom over een idee. Een<br />

vreemd idee om een put te graven. Een put om een toren te bouwen.<br />

Er is Hannah die zegt dat ze Emma heet. En de dikke vrouw die op twee<br />

stoelen tegelijk zit. En het jongentje met zijn dode zusje in zijn armen.<br />

En iemand met twaalf benen.<br />

Werken met het fragment<br />

Het meisje kwam naar me toe en nam m’n hand.‘Ik heet Hannah’, zei ze. Samen wandelden<br />

we de heuvel af. Hand in hand.Alsof we elkaar al jaren kenden.‘Ik heet Emma’, zei Hannah<br />

toen,‘en ik ging kopje onder.’<br />

Dit fragment illustreert heel mooi de vreemde wendingen en kronkels<br />

die dromen kunnen maken. De kinderen kunnen zelf zo’n droom maken<br />

aan de hand van het aloude omdraai-principe. Dat gaat zo: kind 1<br />

schrijft bovenaan op een blad een zin. De laatste twee woorden van de<br />

zin schrijft kind 1 twee regels onder de rest van de zin. Op de<br />

tussenliggende regel draait kind 1 het blad naar achteren, zodat alleen de<br />

twee laatste woorden van de zin nog leesbaar zijn. Bijvoorbeeld zo:<br />

Een man ging naar de markt en zag<br />

–––––––––––––––––––––––––––––––<br />

een koe<br />

Nu geeft kind 1 het blad door aan kind 2. Kind 2 schrijft, geïnspireerd<br />

door de twee woorden, de volgende zin op het blad volgens hetzelfde<br />

principe.<br />

een koe. De koe stond in de wei<br />

––––––––––––––––––––––––––––––––<br />

en loeide.<br />

74 – Vierde en vijfde leerjaar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!