13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Je laat het woord ‘idee’ opzoeken in het basiswoordenboek Van Dale,<br />

p. 207:<br />

1. omlijnde gedachte, denkbeeld;<br />

2. inval ingeving;<br />

3. mening, opvatting.<br />

Je introduceert de ideeënbus, waarin de kinderen de komende dagen<br />

ideeën kunnen deponeren.<br />

Als opwarmer van de les open je elke dag de ideeënbus en lees je de<br />

ideeën voor. Eventueel kun je de ideeën rubriceren en een bestemming<br />

geven. Zo kunnen praktische ideeën later bijvoorbeeld uitgewerkt<br />

worden tijdens het uur plastische opvoeding.<br />

Het boek komt ook uit de ideeënbus.<br />

De leerkracht leest het eerste blad voor: ‘Ik had een droom. Ik zag een<br />

toren. Boven op een heuvel.’<br />

De kinderen zoeken uit de drie verklaringen van het woordenboek (zie<br />

boven) welk soort idee bedoeld wordt.<br />

Het boek leg je in de klas, zodat de kinderen er opnieuw zelf in kunnen<br />

lezen.<br />

Andere boeken van Geert De Kockere<br />

Vera, De Eenhoorn, 1996<br />

Een straatje zonder eind, De Eenhoorn, 1997<br />

Mosje, De Eenhoorn, 1998<br />

Niel, De Eenhoorn, 1998<br />

Woeste Mie, De Eenhoorn, 2000<br />

Illustraties van Carll Cneut<br />

Varkentjes van marsepein, De Eenhoorn, 1996<br />

Koetje in de klaver, De Eenhoorn, 1997<br />

Heksenfee, De Eenhoorn, 1999<br />

Woeste Mie, De Eenhoorn, 2000<br />

Het woord ‘droom’ – groot en in een licht grijstoon gedrukt – wijst ons<br />

een beetje de weg: het begint met een inval, een ingeving. Hierop volgt<br />

een kort gesprek: hebben jullie dat soms ook? Enkele leerlingen maken<br />

nu een vlugge voorstelling van ‘hun’ toren op het bord. Gevolg: alle<br />

torens verschillen.<br />

Daarop laat de leerkracht de tekeningen zien op de volgende twee<br />

bladzijden.<br />

Kinderen vertellen wat ze zien.<br />

In de toren bevinden zich mensen; ze kijken allemaal naar beneden.<br />

Dan lees je verder. Laat ook de tekst zien, waarop in het groot en grijs<br />

‘toekomst’ en ‘verleden’ staat. Stel je voor dat jij in die toren zit: zou jij<br />

het liefst naar boven (= naar de toekomst) of naar beneden (= naar het<br />

verleden) kijken? Waarom?<br />

Naargelang de sfeer in de klas kun je ervoor kiezen:<br />

om de kinderen te laten vertellen/eventueel uitbeelden;<br />

om het boek verder voor te lezen;<br />

om de kinderen te laten schrijven wat ze zien op de toren als personage<br />

of als persoon;<br />

om de kinderen te laten tekenen/schilderen wat ze zien in de toekomst<br />

of in het verleden;<br />

om de kinderen hun toren te laten knutselen en te laten beplakken met<br />

woorden uit tijdschriften en kranten.<br />

132 – Makkelijk lezen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!