13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Na dit gesprek kunnen dan kleurenelfen gemaakt worden.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

groen<br />

mijn bril<br />

heb ik nodig<br />

is niet zo leuk<br />

moet<br />

Je gaat stap voor stap te werk, met de volledige groep samen.<br />

Teken het schema van de structuur van het elfje op het bord. Bij het<br />

eerste woord schrijft iedereen voor zich een kleur op. Daarna een<br />

voorwerp in die kleur (in twee woorden). In de twee volgende lijnen<br />

vertel je iets meer over dat voorwerp (in drie en vier woorden). Als slot<br />

kies je een krachtige pointe. De elfjes kunnen op ambachtelijke wijze<br />

gestempeld of gedrukt worden. Laat de kinderen er een pentekening bij<br />

maken. Alleen het voorwerp uit het gedicht wordt ingekleurd (de kleur<br />

waarover de elf gaat). Bundel alles tot een mooi boekje.<br />

Werken met het hele boek<br />

Stel eerst het hele boek voor en neem de figuren van Kos, Neel en Fem<br />

vergroot over op karton. Kleef ze op een stok zodat ze als stokpop<br />

kunnen fungeren. Gurk laat je door de kinderen zelf uittekenen en<br />

opvullen met kleuren.Van Gurk is op de prenten slechts een klein stukje<br />

te zien. De kinderen kunnen de kleuren en vorm van deze figuur dus<br />

volledig laten afhangen van de fantasie die het verhaal oproept.<br />

Zoek een aantal fragmenten uit die verschillende groepjes in een<br />

poppenspel omzetten. Bij elk tafereel hoort een decor. Afhankelijk van<br />

het fragment en de stemming die er bijhoort, kiezen ze grijstinten of<br />

kleuren. Laat de kinderen nadien de verschillende opeenvolgende<br />

fragmenten in kleine groepjes spelen, inoefenen en tonen aan een<br />

publiek.<br />

Andere boeken van Wim Vromant<br />

<strong>Dromen</strong> van een duif, De Eenhoorn, 1997<br />

Een nest tussen het puin, De Eenhoorn, 1998<br />

Taartendag, De Eenhoorn, 1999<br />

Het lachje van Sint, De Eenhoorn, 2000<br />

De prins en de vis, De Eenhoorn, 2000<br />

Illustraties van An Candaele<br />

Godeliva Uleners, Opa Vis en de vis, Bakermat, 2000<br />

Godeliva Uleners, Ik trouw met de juf, Bakermat, 2000<br />

Dirk Nielandt, De vliegende keuken: een reisverhaal vol lekkere recepten, Standaard,<br />

2000<br />

Andere boeken van An Candaele<br />

Pardoes, Bakermat, 1999<br />

Boek 8<br />

De Appelmoesstraat is anders<br />

Joke van Leeuwen<br />

Querido, 1994, p. 42-49<br />

Over de auteur<br />

In haar jeugd verhuisde Joke van Leeuwen verschillende keren, ook een<br />

keer naar Brussel, toen ze dertien was. België beviel haar zo goed, dat ze<br />

daar ging studeren: eerst in Antwerpen aan de Kunstacademie, daarna in<br />

Brussel aan het Hoger St. Lucas Instituut, een grafische opleiding.<br />

Ze wilde blijven tekenen en schrijven, zoals ze altijd al had gedaan.<br />

Ze kwam op het idee om een kinderboek te gaan maken, maar had<br />

moeite een uitgever te vinden. Ze ging weer studeren, geschiedenis in<br />

Brussel. Uiteindelijk vond ze toch een uitgever. Tegenwoordig woont ze<br />

in Maastricht.Vorig jaar trad ze samen met Bart Moeyaert op in het<br />

theaterprogramma ‘Geletterde Mensen’. Joke van Leeuwen combineert in<br />

haar boeken tekst en illustraties. Deze vormen een geheel, vullen elkaar<br />

aan. Haar taalgebruik is origineel, haar illustraties zijn soms zoekplaatjes<br />

waarin een heleboel te ontdekken is. De hoofdpersonen in haar boeken<br />

zijn vaak eigenzinnige kinderen, die een tocht maken in een vreemde<br />

wereld. Daarbij ontmoeten ze merkwaardige personen en dingen.<br />

De verhalen en illustraties zijn meestal grappig, en bevatten milde<br />

maatschappijkritiek. Ze schreef ook een aantal boeken voor beginnende<br />

lezers.<br />

Over het boek<br />

Wanneer Miep in de Appelmoesstraat komt wonen, treft ze er vijf bijna<br />

dezelfde huizen aan, netjes op een rij. Nadat de buren zien hoe Miep<br />

haar eigen huis heeft omgebouwd, willen ze wel allemaal een huis dat<br />

helemaal bij hen past. Met veel fantasie gaat Miep aan de slag. Zo ontstaat<br />

er een heel aparte Appelmoesstraat. Die straat zet mensen aan het<br />

dromen. Iedereen wil wel zo’n bijzonder huis. In dit boek, vol dubbele<br />

bodems, visuele gags, taalspelletjes en raadseltjes, zijn tekst en illustraties<br />

nauw met elkaar verbonden. Ze nodigen kinderen uit tot denken, zoeken<br />

en fantaseren.<br />

Werken met het fragment<br />

Dit is een heerlijk verhaal om allerlei droom- en fantasiehuizen te gaan<br />

bouwen.<br />

Je kunt beginnen met een woordveld om een ‘verzameling merkwaardige<br />

mensen’ aan te leggen.Vertrek van eigenschappen die kinderen<br />

bij zichzelf en/of bij mensen in hun omgeving herkennen.. Niet alleen<br />

fysieke kenmerken zoals lange benen, dikke buiken, wilde krullen,…<br />

maar ook minder zichtbare eigenschappen, die te maken hebben met<br />

gevoelens, komen in aanmerking.<br />

Speel ook met tegenstellingen. Hou de drempel laag en vertrek van<br />

eenvoudige huizen. De suggestie op de laatste bladzijde – ‘een dikkemensen-huis’<br />

dat als tegenstelling ‘een dunne-mensen-huis’ krijgt –<br />

vormt een eenvoudige opstap voor meer doordachte taalvondsten.<br />

Laat de kinderen ook overdrijven. Hoe zien de huizen voor al die<br />

mensen in de straat eruit? Hoe voelen ze aan? Hoe ruiken ze? Met de<br />

ogen dicht dromen ze de verschillende mogelijkheden voor zich.<br />

46 – Eerste leerjaar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!