13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De kinderen lezen het fragment.<br />

Na het lezen<br />

Je pikt er enkele delen uit om over te praten en om iets rond te doen:<br />

- ‘Haar lijf is er wel, maar haar gedachten zijn er niet.’ Wat wil dat<br />

zeggen? Waar zijn haar gedachten? Wat denkt Jubelientje?<br />

- ‘Maar ineens verandert Jubelientjes gezicht.’ Hoe komt dat? Wat zou jij<br />

heel graag kunnen?<br />

- Hoe kun je stoppen met denken? Denken jullie net als oma dat dat niet<br />

kan?<br />

- ‘<strong>Dromen</strong> is ook een soort van denken’, zegt oma. Is dat zo?<br />

- Doe je ogen dicht en probeer net als Jubelientje niet te denken. Als je<br />

aan iets begint te denken, doe je de ogen weer open. De leerkracht<br />

kijkt wie het langst met de ogen dicht blijft. Was het moeilijk?<br />

- Wat doet Jubelientje om niet te denken? Hoe kan niets iets worden?<br />

- Kun je stoppen met bewegen? Probeer het om het langst. Wat is het<br />

gemakkelijkst: stoppen met denken of stoppen met bewegen?<br />

- Waarom zegt Jubelientje net aan oma dat ze eventjes moet doodgaan<br />

om een beetje te oefenen voor later?<br />

- De kinderen ademen diep in en proberen hun adem twintig tellen in te<br />

houden.<br />

een stip in het midden van mijn blad. Die stip wordt groter en groter en<br />

ik zie... en dan...’ Laat de kinderen verder fantaseren. Als de verf droog is<br />

krijgt ieder kind het blad van iemand anders, ze zeggen wat zij in die<br />

tekening zien, waarna het kind dat het schilderij gemaakt heeft, hen<br />

aanvult of verbetert.<br />

Andere boeken van Hans Hagen<br />

Water kust,Van Goor, 1997<br />

Jubelientje vangt een vriendje,Van Goor, 1997<br />

De kat en de adelaar,Van Goor, 1997<br />

Daar komt de tijger,Van Goor, 1998<br />

Iedereen min één,Van Goor, 1998<br />

Rec.play,Van Goor, 2000<br />

Ik wil er twee,Van Goor, 2000<br />

Jij bent de liefste, Querido, 2000<br />

Verwerking<br />

Dingen in je hoofd<br />

‘Oma, ik zie allemaal leuke dingen in m’n hoofd’, zegt Jubelientje. Al de<br />

kinderen krijgen een leeg vel papier. Ze liggen met hun hoofd op de<br />

tafel. Dan beluisteren ze een heel vrolijk instrumentaal muziekje. Als er<br />

leuke dingen in hun hoofd komen beginnen ze die – heel stil, om de<br />

anderen niet te storen – te tekenen. Al die leuke gedachten worden aan<br />

de klas verteld.<br />

Daarna laat je andere muziek horen: droevige, luide, popmuziek, jazz...,<br />

en je herhaalt de oefening.<br />

De kinderen vouwen bootjes, hoedjes of vliegers. Ze kiezen een van de<br />

drie en herhalen dezelfde vouwbewegingen heel stil gedurende een<br />

tiental minuten. Nadien vertellen ze waaraan ze gedacht hebben.<br />

Dramatiseren<br />

In groepjes van zes fantaseren de kinderen dat ze een prijs gewonnen<br />

hebben. Welke prijs? Waarvoor hebben ze die gekregen? Ze bereiden de<br />

prijsuitreiking voor op een podium. Wie is de presentator? Wat doet het<br />

publiek? Wat doet de winnaar?<br />

Associatieoefening<br />

Alle kinderen krijgen een dik penseel en drie kleuren verf. Ze zitten voor<br />

een groot leeg blad. De leerkracht zegt: ‘Eerst is er niets maar dan zet ik<br />

Tweede en derde leerjaar – 63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!