13.03.2014 Views

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

Dromen - Jeugdboekenweek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Gedicht 3<br />

‘Dwaze droom’<br />

Shel Silverstein<br />

Uit: Ik val omhoog<br />

Fontein, 1998, p. 168<br />

Over de auteur<br />

Shel Silverstein (1932-1998) schreef gedichten en verhalen voor<br />

kinderen en toneelstukken voor volwassenen. Hij bood een mengeling<br />

van Roald Dahl en Annie M.G. Schmidt en is niet meer weg te denken uit<br />

de vele bloemlezingen van kinderpoëzie. Hij illustreerde zelf al zijn<br />

gedichten, illustratie en gedicht vormen dan ook één geheel.<br />

Over het boek<br />

De gedichten van Shel Silverstein zijn meestal grappig omdat hij alles op<br />

zijn kop zet. Zijn tekeningen maken de gedichten nog levendiger. Bij dit<br />

gedicht over de school heeft hij een bord vol vragen getekend met de juf<br />

en de meester die voor het bord aan een waslijn hangen. Ook voor de<br />

tekeningen loont het de moeite om het boek in de klas te halen.<br />

Werken met het gedicht<br />

Voor het lezen<br />

Als de kinderen de klas binnenkomen staat naast de lessenaar een stapel<br />

boeken van een meter met daarop de mededeling:<br />

UIT HET HOOFD LEREN VOOR MORGEN.<br />

Het bord staat vol met onmogelijke vragen en opdrachten:<br />

Hoe rond is een blauw vierkant? Hoe diep is de oceaan? Als jij zeven<br />

appels hebt en je geeft mij er drie, hoeveel tanden heeft dan een kanarie?<br />

Waarom is een dino saurus? Wat was er het eerst, de kip of het ei?<br />

Hoeveel weegt een grote olifant? Wat is de hoofdstad van Mangozendpia?<br />

Hoe heet de moeder van Sint-Nicolaas? Waar zijn mijn wanten? Wie<br />

ontdekte het eerste locomokipkachelfantje? Vertaal het woordenboek in<br />

visserslatijn. Tabel 1001 toont aan dat een jager iets anders is dan een<br />

slager. Zeg het alfabet achterstevoren op. In het Frans steeds een letter<br />

overslaan. Wat gebeurde er in 1723, ’s middags? Vervoeg het werkwoord<br />

Aarch. Hoe heet de volgende president van de Verenigde Staten?<br />

Je kunt er ook enkele onmogelijke rekenoefeningen tussen zetten.<br />

Geef de kinderen een vel papier en doe alsof ze een toets moeten maken.<br />

Wacht de reacties af. Is alles onmogelijk?<br />

Daarna draai je het bord om. Er staan woorden in spiegelschrift op. Laat<br />

de kinderen de woorden ontcijferen. Rem de reacties niet af en laat ze in<br />

samenspraak tot de oplossing komen.<br />

Rednod-gnilreel-niutnereid-teidnab-nepals-moord-nekeob-raanniwkeehtoilbib-koops-negalp-selpof-moordezawd<br />

De kinderen krijgen als opdracht om tegen de volgende dag vijf omkeerwoorden<br />

te maken.<br />

Het gedicht<br />

Na deze opwarming lezen de kinderen het gedicht.<br />

Je vraagt: Wat is er zo dwaas aan deze droom? Heb je ook al zoiets<br />

gedroomd?<br />

Dit gedicht rijmt. Zoek de rijmwoorden. Hoe rijmt het?<br />

De kinderen oefenen om het gedicht zo expressief mogelijk voor te<br />

dragen.<br />

Verwerking<br />

Rijmwoorden<br />

Vraag aan de kinderen wat zij zouden doen indien ze de baas waren in<br />

de klas.<br />

De kinderen zoeken rijmwoorden op voor: droom-dwaas-boek-lichtander-les-stop-touw-rond-juf-klok...<br />

Schrijf ze allemaal op bord.Vinden<br />

ze voor alle woorden even makkelijk een woord dat erop rijmt?<br />

De kinderen herschrijven nu het gedicht. Je kunt ze klassikaal of<br />

individueel laten werken. Ze beginnen met:<br />

Ik droomde toch vannacht zo dwaas.<br />

Ik stond voor onze klas,<br />

die vol met ............... was<br />

En ik? Ik was de baas.<br />

Ik gaf ze ................<br />

voor morgen. ’t Was verplicht.<br />

Ze moesten ..................<br />

En ..................................<br />

De schoolreis ging naar ...........<br />

want ........... is gezond.<br />

En iemand met een ............<br />

Die .........................<br />

Wat is er ........, .......... of ........... ?<br />

Ik zei: ‘Wie dat niet weet,<br />

Die ...................................<br />

En ......................................’<br />

De ................... huilde traan na traan.<br />

Ik ....................................<br />

En toen ik ’s morgens wakker schrok,<br />

toen ...............................<br />

Rollenspel<br />

Praat eerst met de kinderen over wat zij op school zouden veranderen als<br />

ze het voor het zeggen hadden.<br />

Bespreek de ideeën op hun haalbaarheid. Kies de dingen die je binnen<br />

de klas kunt veranderen, bijvoorbeeld: elke dag voorlezen. Maak een<br />

soort contract met de kinderen. Dat contract krijgt een ereplaats in de<br />

klas.<br />

School voor slechte manieren<br />

De kinderen lezen deze tekst:<br />

‘Ik ben juffrouw Pest, van de School voor Slechte manieren. Dag keurige meneer Karel. Eh...<br />

wilt u dat laten? Voeten worden hier niet geveegd.Volgt u mij met uw vuile schoenen? En gooi<br />

uw jas maar naast de kapstok.<br />

Dit is de eetzaal, u kunt meteen gaan zitten.We eten vandaag kip met friet. Zonder mes of<br />

vork.Verder mag u niet stilzitten. U moet uw hand onder uw hoofd houden. En knoei maar<br />

lekker, vooral met de saus. Doe uw best!<br />

Mooi. U ziet er al een stuk beter uit. Gaat het nog? Hier leert u hoe gezond het is om winden<br />

en boeren te laten. Zet hem op.Tijd voor de turnles. Met de handen in de zakken lopen en<br />

treuzelen. Uw tijd wordt opgenomen. Doe het dus kalm aan. Zo, hier is uw rapport.<br />

Tweede en derde leerjaar – 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!