Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
Dromen - Jeugdboekenweek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nu geeft kind 2 het papier door aan kind 3 enzovoort. Uiteindelijk komt<br />
er een grillig en meestal best grappig verhaal tevoorschijn. Ten slotte<br />
zoeken de kinderen passende muziek bij hun droom en gebruiken die<br />
als achtergrondmuziek terwijl ze hun verhaal voorlezen aan hun<br />
klasgenoten.<br />
De diadroom<br />
Begin zoals hierboven, maar in plaats van het voorlezen op muziek,<br />
wordt een diavoorstelling gegeven op muziek. De zinnen of zinsdelen<br />
worden door iemand in het groepje, die goed klein kan schrijven, of die<br />
een typemachine heeft, op mica of boterpapier gezet. Dat doe je het best<br />
zo: neem een diakadertje en teken de binnenruimte af op het mica of<br />
het boterpapier. Doe dat een aantal maal. Nu zet je de tekst erin. Daarna<br />
knip je de stukjes uit, iets breder dan het kadertje dat je afgetekend hebt,<br />
en je plaatst ze in diakadertjes.<br />
Wie meer tijd en kapitaal heeft, kan nog een mooiere voorstelling geven<br />
door de kinderen echte sfeerdia’s te laten maken bij hun droom. Dan<br />
kunnen ze die dia’s zelf als ondergrond gebruiken voor hun tekst.<br />
toekomst onduidelijk is, of niet? Zou het leuk zijn als de toekomst al<br />
duidelijk was? Ken je mensen die een duidelijke toekomst hebben?<br />
Wie nog wat verder leest in het boek, vindt: ‘We moesten in het<br />
verleden graven om de toekomst te bouwen.’ Je bouwt dus je toekomst<br />
een beetje met je verleden. Misschien weten de kinderen nog wel een<br />
situatie waar ze een beetje spijt over hebben. Misschien hebben ze wel<br />
geleerd uit een fout die ze vroeger eens gemaakt hebben. Dat is ook<br />
bouwen met je verleden. Hoe zouden ze het nu doen? Hoe kunnen ze<br />
die vroegere fout gebruiken om het in de toekomst beter te doen?<br />
Andere boeken van Geert De Kockere<br />
Ik voel iets, De Eenhoorn, 1999<br />
Huisdieren, De Eenhoorn, 2000<br />
Woeste Mie, De Eenhoorn, 2000<br />
Gevulde vogels: farce poëtica, De Eenhoorn, 2000<br />
Houd de dief!, De Eenhoorn, 2000<br />
Illustraties van Carll Cneut<br />
Geert De Kockere, Een straatje zonder eind, De Eenhoorn, 1997<br />
Geert De Kockere, Niel, De Eenhoorn, 1998<br />
Brigitte Minne, Heksenfee, De Eenhoorn, 1999<br />
Sigmund Freud junior<br />
Ik wou m’n vingers in m’n oren stoppen. Maar ik vond m’n oren niet. Ik wou weglopen.<br />
Maar ik zat vast in de grond. Muurvast. Ik hoorde hoe de torens om me lachten.<br />
Ze schaterden. Ze gierden.<br />
Waarschijnlijk heeft iedereen al wel eens gedroomd dat hij wou lopen,<br />
maar niet vooruitkwam. Of zelfs dat hij zijn oren niet vond. Maar wat<br />
heeft dat te betekenen? Als je wakker bent vind je je oren zonder<br />
problemen, waarom dan niet als je droomt? Er is een man die zich<br />
onder andere met deze vraag heeft beziggehouden. Hij schreef er zelfs<br />
een heel moeilijk boek over, in het Duits: Die Traumdeutung. Maar je moet<br />
geen Duits kennen om te weten wat dromen als deze te betekenen<br />
hebben. We verzinnen het gewoon allemaal zelf. De man in dit fragment<br />
wordt uitgelachen door torens. Torens zijn hoog en groter dan jij. Torens<br />
zijn de toekomst. De toekomst lacht hem uit. En hoezeer hij ook<br />
probeert zijn oren toe te stoppen of te vluchten, er is niets dat hem<br />
daarvan kan redden. Deze man voelt zich machteloos en stuntelig.<br />
Misschien heeft hij gisteren wel heel erg geblunderd op zijn werk en is<br />
hij bang dat hij nooit carrière zal maken. Laat je fantasie de vrije loop.<br />
De kinderen kunnen ook dromen van elkaar gaan interpreteren, of van<br />
zichzelf. En als de fantasie niet ver genoeg reikt, kun je altijd nog een<br />
van de vele droomwoordenboeken raadplegen uit de bibliotheek.<br />
Het filosofisch kwartiertje<br />
Ze zei dat het verleden in je hoofd zat, en dat de toekomst onduidelijk was.<br />
Om dit te verteren hebben we elkaar nodig. Daarom gaan we allemaal<br />
dicht bij elkaar zitten, op kussentjes of een mat op de grond, met<br />
gedoofde lichten, kaarsjes en zelfs wierook. Nu de sfeer er is om diep<br />
filosofische gesprekken te houden, steken we van wal.<br />
Hoezo, het verleden zit in je hoofd? Kan dat daar wel allemaal in?<br />
En waar zou het verleden nog kunnen zijn, behalve in je hoofd? En als<br />
de toekomst onduidelijk is, wat kunnen we dan doen om die duidelijker<br />
te maken? Erover dromen? Naar de waarzegster gaan? Is dat leuk, dat de<br />
Vierde en vijfde leerjaar – 75