You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
toen nam ik dien bol mee. . . hij stond altijd naast mijn studeerlamp.<br />
. . vervloekt. . . weg, voorgoed weg...<br />
Hij keek alsof hij den bol weer wilde laten verrijzen in<br />
zijn vertrouwde rondheid. Machinaal bukte hij zich, om<br />
een van de stukken op te rapen ; zijn hand streek over het<br />
kristal. Toen viel er naast de scherf een dikke donkerroode<br />
druppel, die in het wa<strong>ter</strong> uiteenvloeide.<br />
Verbluft zag hij uit zijn gebukte houding op. Langs<br />
Karin's vingers liep het bloed naar beneden; zij had een<br />
diepe suede dwars over de palm van haar linkerhand en<br />
kleine wonden aan de rech<strong>ter</strong>. Zij scheen het nauwelijks te<br />
merken, want zij deed geen enkele poging om het bloeden<br />
te stelpen ; met half open mond staarde zij angstig naar<br />
Dumay's gezicht.<br />
Je bent toch niet boos, wel?"<br />
be walging van zijn eigen gedrag greep hem plotseling<br />
zoo bij de keel, dat hij opsprong, midden in de scherven<br />
trapte, zoodat zij knapten en knarsten, en als een gek naar<br />
het verbandgaas en de watten ging zoeken, die juffrouw van<br />
der Wall ergens in een kast bewaarde. Hij schoof potten<br />
en flesschen op zij, gooide een bus om, waaruit suiker naar<br />
beneden gutste, rukte kistjes weg en doorsnuffelde doozen,<br />
tot hij eindelijk het gezochte gevonden had. Onhandig<br />
trachtte hij een verband aan te leggen , het gaf hem gelegenheid<br />
Karin's oogen te vermijden en weinig te zeggen.<br />
Zij hielp hem met het weerbarstige gaas, zoo goed en zoo<br />
kwaad als het ging, en wilde niet, dat hij de scherven zou<br />
opruimen. Het verliep alles nog zoo snel, dat zij tien<br />
minuten na het ongeluk weer tegenover elkaar zaten in.<br />
Dumay's kamer, zwijgend, telkens een zinswending probeerend,<br />
die dadelijk doodliep. Het verkeer buiten was<br />
de eenige gemeenschap tusschen hen. Was zij maar weg,<br />
190