- Page 1: ii I 11 Ai -4.,: N.! k g 0.-4,, T P
- Page 7: MENNO TER BRAAK DR. DUMAY VERLIEST.
- Page 11 and 12: E ERSTE HOOFDSTUK 1 Het was behaagl
- Page 13 and 14: terde hij een stommiteit in een vla
- Page 15 and 16: Lat en de Populaire. Hij vertelde h
- Page 17 and 18: had, zou hij er niet om gegeven heb
- Page 19 and 20: ken, sloeg Dumay zich met de vlakke
- Page 21 and 22: hen iets penibels was overkomen, ha
- Page 23 and 24: elegant en beheerscht met de theepo
- Page 25 and 26: hem. Op een dag kwam hij op het ide
- Page 27 and 28: 5 Marie ging droomerig door den zoe
- Page 29 and 30: ontdekte hij, dat gezelligheid en d
- Page 31 and 32: het gymnasium kwam : laten zien, da
- Page 33 and 34: in de Oudheid, maar geld en zijn co
- Page 35 and 36: opheffen tegen een zoo buitengewoon
- Page 37 and 38: heid kregen en een beetje beschaamd
- Page 39 and 40: en kon Marie glimlachen wanneer zij
- Page 41 and 42: leken, dat Lisse van die weldadighe
- Page 43 and 44: Van zijn knie had hij onder de wand
- Page 45 and 46: 4 Na vluchtig en bijna zonder tot i
- Page 47 and 48: aar. . . Ik zou uit mijn gewone ve1
- Page 49 and 50: opgaaf van redenen. De secretaris v
- Page 51 and 52: DERDE HOOFDSTUK 1 Toen Dumay alweer
- Page 53 and 54:
lijke frivoliteit is strijdig met d
- Page 55 and 56:
hoopt hem getuige to laten zijn van
- Page 57 and 58:
leerend tusschen de schrijvende kin
- Page 59 and 60:
inslag waren. Die zin klonk onzinni
- Page 61 and 62:
ger. Zoo aanstonds links af, dan we
- Page 63 and 64:
door dit ongelukje ruim vijf minute
- Page 65 and 66:
lezen, dat als een onbereikbaar sch
- Page 67 and 68:
op zijn schoot en kietelde hem, zoo
- Page 69 and 70:
paar centimeter meer naar rechts; z
- Page 71 and 72:
de litteratuur, George? Daar zou u
- Page 73 and 74:
zoon te helpen begraven. Hij luiste
- Page 75 and 76:
„Dat verdomde beest wordt lastig,
- Page 77 and 78:
portieren, die door den conducteur
- Page 79 and 80:
provincienest, hij had niet in het
- Page 81 and 82:
Max kreeg een kleur. Dumay trachtte
- Page 83 and 84:
Dumay schudde het hoofd. „Dan beg
- Page 85 and 86:
denker en dichter tegelijkertijd. T
- Page 87 and 88:
Na zich in de kin te hebben gesnede
- Page 89 and 90:
„Ach wat, als ik het kan, kan hij
- Page 91 and 92:
VIJF DE HOOFDSTUK 1 Als Lucas over
- Page 93 and 94:
soms gemeene dingen. Als zij uit wi
- Page 95 and 96:
tegen. Zij zag hem verbaasd, en een
- Page 97 and 98:
Nog dichterbij kwam zijn gezicht. W
- Page 99 and 100:
meer geweest; wet zoo nu en dan een
- Page 101 and 102:
waaid. Slechte jenever, de kerel is
- Page 103 and 104:
vestjeszak en brachten een groote s
- Page 105 and 106:
))Een beetje. Neem hem mee, ik zal
- Page 107 and 108:
Dumay nam haar hoofd tusschen zijn
- Page 109 and 110:
met een neef van Lisse! Dit is. . .
- Page 111 and 112:
op dit oogenblik begreep zij, waaro
- Page 113 and 114:
ZESDE HOOFDSTUK 1 Voor de derde maa
- Page 115 and 116:
allemaal precies even goed anders k
- Page 117 and 118:
hoorde zij den sleutel in het slot
- Page 119 and 120:
„Ik zeg u toch, dat ik genoeg van
- Page 121 and 122:
naar allerlei vacantievermaak; in d
- Page 123 and 124:
pansee op een kantoor en laat hem m
- Page 125 and 126:
zien; maar in dezelfde seconde glee
- Page 127 and 128:
Je zit natuurlijk altijd thuis te l
- Page 129 and 130:
sterker. Een vroegere minnaar van d
- Page 131 and 132:
telijk vaag en willekeurig, langzam
- Page 133 and 134:
was een voorloopig bericht, een van
- Page 135 and 136:
verzitten en rookte. Het moment was
- Page 137 and 138:
dat er voor jou bestaat?... Maar be
- Page 139 and 140:
vositeit van den inbreker, die op z
- Page 141 and 142:
Voetje voor voetje schoof hij naar
- Page 143 and 144:
2 Lisse nam de telefoon op, die al
- Page 145 and 146:
hem. Ik mag hem graag, bijzonder gr
- Page 147 and 148:
zaken en een door en door valsche v
- Page 149 and 150:
„Dag, George!” „Dag, Margot!"
- Page 151 and 152:
„Dat ben je wel !” Zij schrok v
- Page 153 and 154:
tenminste een schemering geeft van
- Page 155 and 156:
ACHTSTE HOOFDSTUK 1 De gong ruischt
- Page 157 and 158:
een vrouw moest trouwen, anders kre
- Page 159 and 160:
zij eensklaps weer op haar stoel, a
- Page 161 and 162:
hij heeft gestudeerd in. .." Het ge
- Page 163 and 164:
twijfel er tusschen. Ik ga trouwen,
- Page 165 and 166:
en „elkaar nog weinig kennen" ; m
- Page 167 and 168:
„Kind. . . je krijgt een goeden m
- Page 169 and 170:
Hij trok aan zijn sigaar. 1)Overige
- Page 171 and 172:
Hij streek over den donkeren buik v
- Page 173 and 174:
Tusschen hen waren nog vijf en veer
- Page 175 and 176:
studieboeken en zoo. Jasses, wat ee
- Page 177 and 178:
Hij antwoordde niet. Een afschuweli
- Page 179 and 180:
meende hij nog iets vergeten to heb
- Page 181 and 182:
meer van, ik weet wat voor soort he
- Page 183 and 184:
voren, zoodat haar knieen die van M
- Page 185 and 186:
))Ik zal zien, wat ik doen kan," ze
- Page 187 and 188:
TIENDE HOOFDSTUK 1 De afdeelingsche
- Page 189 and 190:
proeving, een toast van den oom met
- Page 191 and 192:
ed willen slapen? Wordt dat nu heus
- Page 193 and 194:
„Wachs,” zei zij. Zij ging naar
- Page 195 and 196:
dacht Dumay vertwijfeld , dit is ab
- Page 197 and 198:
yzantijnsch goud in Ravenna, Los An
- Page 199 and 200:
een vale, slappe huid en omwalde oo
- Page 201 and 202:
toen hij in hun richting keek, maar
- Page 203 and 204:
omdat zij eindelijk een afschuw van
- Page 205 and 206:
aan, ik kan niet zonder jou, ik ben
- Page 207 and 208:
woonlijk zag. Boeken daarover zijn
- Page 209 and 210:
nymus Bosch verschenen. Tegelijk ho
- Page 211 and 212:
Tegenover haar worstelde George met
- Page 213 and 214:
lijk, hij tikte aan zijn hoed en re
- Page 215 and 216:
tie; hij reed langs het kantongerec
- Page 217 and 218:
Zij had hem haar hand toegestoken ;
- Page 219 and 220:
luksreservoirs, die er niet zijn, m
- Page 221 and 222:
TWAALFDE HOOFDSTUK 1 „Zoo hard ma
- Page 223 and 224:
Hij greep mevrouw Laurens bij de ar
- Page 225 and 226:
jurk op een stoel, het nachtkastje.
- Page 227 and 228:
zou voor jou wel gemakkelijk zijn,
- Page 229 and 230:
eurtenissen ; alles, waaraan zij da
- Page 231 and 232:
gelijk, een slot in gruizelementen
- Page 233 and 234:
overtuigd te zijn, dat hij niet opn
- Page 235 and 236:
Van denzelfden schrijver verscheen: