Untitled - Stichting Papua Erfgoed

zou geen kwaad kunnen, evenmin als wat meer algemene bekendheid
met de beginselen van het Nederlandse gemeentebestuur, de grote trouvaille
van Thorbecke. Door de bestuursmacht bij de raad te leggen wist
hij de autonomie der gemeente te verzekeren, terwijl hij de samenwerking
met hogere organen en de technische bestuursvoering veilig stelde
door het burgemeesterschap op te dragen aan een ambtenaar, die overigens
voor niet langer dan 6 jaren werd benoemd en bij wiens aanstelling
met de wensen der gemeente terdege rekening werd gehouden.
ECONOMISCHE PROBLEMEN
Wij zijn intussen - gevolg van de persoonlijke belangstelling van de
auteur voor de bestuurssfeer - wel wat ver in details getreden en moeten
terug naar ons centrale thema: onderontwikkeld zijn. Onderontwikkeldheid
doet zich nog veel onmiddellijker en indringender gevoelen op het
terrein der economie. Onderontwikkelde landen zijn primair agrarische
landen, waar doorgaans meer dan 80% van de bevolking van de landbouw
afhankelijk is. Voor een groot deel is die landbouw voedsellandbouw
voor eigen gebruik. Meestal blijft slechts een klein deel over voor de
lokale markt, vaak een te klein deel-bijv. in Indië en Indonesië -en moet
het voor de steden en hier endaar zelfs voor het platteland benodigde voedsel
ten dele door import verkregen worden. Waar zij zich voordoet, een
zeer nadelige situatie, omdat het export-pakket dezer landen toch al zo
gering is en veelal ook weer uit landbouwprodukten bestaat, in dat geval
uit landbouwprodukten bestemd voor de wereldmarkt, zoals thee,
koffie, cacao, rubber, copra, palmolie, vezels (katoen, manilla-hennep,
sisal) e.d. Men duidt deze gewassen wel aan als cash-crops omdat ze
geld (cash) onder de bevolking brengen. Voor de economie dezer Linden
zijn deze produkten uitermate belangrijk, omdat zij de schakel vormen
welke zulk een land met de wereldhandel en daarmee met het wereldverkeer
verbindt. Gelukkig het land, dat daarnaast ook mijnbouwprodukten,
olie of metalen, ter markt kan brengen, want het is daardoor
minder afhankelijk van de grote prijsfluctuaties, waaraan juist de landbouwprodukten
onderworpen zijn, fluctuaties, waarin ten overvloede al
jarenlang een dalende tendens overheerst. De toenemende agrarische
export der ontwikkelingslanden heeft een prijs-drukkend effect. Aangezien
de meeste ontwikkelingslanden op slechts enkele landbouwpro-
II8