Untitled - Stichting Papua Erfgoed

weg de psychiater Fromm was gekomen in zijn analyse van de industriële
revolutie, een conclusie die leidde tot de uitspraak, die wij citeerden op
p. 27, dat 'men have to be conditioned in such a way that they want to
act as they have to act'. Het komt op de mensen aan. Zij moeten gevormd
worden.
Het probleem der economische ontwikkeling begint thans recht ingewikkeld
te worden en we zullen er goed aan doen de problemen, die hier
tot een kluwen verwikkeld zijn, uit elkaar te houden. Er is in de eerste
plaats het technische vraagstuk van de introductie van industrieën,
welke een overbevolkt platteland ontlasten van een teveel aan werkkrachten,
dat een toestand van verborgen werkeloosheid gaande houdt. Dit
technische probleem stelt drie bijkomende eisen, nl. dat de industrialisatie
gepaard gaat met gelijktijdige vermeerdering van de voedselproduktie,
dat zij zo verloopt, dat ernstige schokken voorkomen worden en
dat zij voldoet aan redelijke eisen van rentabiliteit. Het tweede vraagstuk
betreft de inrichting, zowel van de industrie als van de te moderniseren
landbouw; deze inrichting dient zo te geschieden, dat ze aan de
levensgewoonten der mensen zo goed mogelijk is aangepast. En het derde
vraagstuk is dat van de omvorming der mensen; zij moeten mensen
worden, die hun nieuwe taken als vanzelfsprekend verrichten. Zij moeten
leren handelen zoals zij behoren te handelen en voldoening scheppen
in het handelen overeenkomstig de eisen hunner nieuwe cultuur.
Het technische vraagstuk van de introductie van industrie ligt - op
zichzelf- betrekkelijk simpel. Beziet men de huishouding van een staat
in haar geheel dan heeft men daarin met in hoofdzaak drie facetten te
maken: de produktie voor binnenlands gebruik, de produktie voor uitvoer,
en de invoer. Het is zaak de produktie voor uitvoer zo groot mogelijk
te laten zijn om voor import (de betaling van overzeese deskundigen
daarbij inbegrepen) zo veel mogelijk ruimte te krijgen. Die produktie
voor de export mag echter niet leiden tot een vermindering van de produktie
voor binnenlands gebruik, want dan moet men gaan importeren
om in het tekort aan consumptiegoederen te voorzien. Dat betekent, dat
de produktie voor de binnenlandse markt staatsbelang nummer één is.
Dekt die de primaire levensbehoeften niet, dan is import nodig van consumptiegoederen,
terwijl een arm land in ontwikkeling zich alleen maar
import van kapitaalsgoederen kan permitteren teneinde op die wijze de
produktie verder omhoog te brengen. Dat betekent, dat men er boven
126