Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hij schudde nadenkend even het grijze hoofd. 'Neen, het is heus geen<br />
verdienste. Ik doe dat voor mijn eigen plezier.' Het was de kortste preek,<br />
die ik ooit van hem gehoord heb maar ook de beste. Dit was een<br />
Christen, die de naastenliefde betrachtte en dacht dat het geen verdienste<br />
was, omdat hij het met plezier deed. Hij was er blind voor, dat<br />
dit nu juist zijn verdienste was en ik heb hem dit ook maar niet verteld.<br />
Maar het is mij altijd bij gebleven. Bekeerd zijn in de zin, die het Christendom<br />
daaraan hecht, is goed doen met blijdschap, is vreugde scheppen<br />
in het werken voor anderen en er niets van bemerken, dat men zich opoffert.<br />
Het is het enige soort offer, dat legitiem is.<br />
Wie zich meldt voor werk in ontwikkelingslanden anders dan omdat<br />
het werk zelf hem zo aantrekt, dat hij de daaraan verbonden frustraties<br />
- en soms grote frustraties - op de koop toe neemt, is bestemd om te<br />
mislukken, te mislukken niet met maar door zijn frustraties. Nobele<br />
mensen - 'do-gooders', hoorde ik ze in Afrika noemen - zijn onuitstaanbaar.<br />
Zij hebben iets van de man, die, wanneer op straat iemand te<br />
vallen komt, zich over het slachtoffer heenbuigt met de woorden:<br />
'broeder, om Christus' wil zal ik u ophelpen.' Het is tien tegen één,<br />
dat de gevallene die hulp op barse wijze afwijst. Maar wanneer een ander<br />
langs komt en zegt: 'Sufferd, geef me je hand,' dan steekt het slachtoffer<br />
gedwee zijn hand op en zegt nog vriendelijk dank buitendien.<br />
Er is een variant, die nog bedenkelijker is. Dat zijn de lieden, die<br />
menen, dat zij boete moeten doen voor de koloniale en imperialistische<br />
zonden van vorige generaties. Zij steken die bedoeling ook niet onder<br />
stoeien en banken, want hun boetedoening heeft alleen zin, wanneer<br />
de geholpen partij er inderdaad een boetedoening in ziet. Zij ontmoeten<br />
alleen maar wantrouwen, een ervaring, die hen sterkt in hun overtuiging,<br />
dat die koloniale onderdrukking verschrikkelijk geweest moet<br />
zijn. Zij beseffen niet, dat het wantrouwen zich rondom hen opstapelt,<br />
omdat echte nationalisten niet begrijpen kunnen, dat een vreemdeling<br />
kwaad spreekt van zijn eigen land. Het is een houding, die voor hen<br />
godslastering nabij komt. Zij zijn bang voor dergelijke mensen; wie<br />
spreekt als zij moet of een achterbakse, geheime bedoeling hebben dat<br />
hij zich op die manier tracht in te likken, of hij is doodgewoon iemand,<br />
die niet deugt, want een goed mens bezwalkt zijn eigen land en volk zo<br />
niet. Ofschoon schrijver dezes te veel koloniale boter op het hoofd heeft<br />
om er aanspraak op te maken, dat zulk een boetedoener voor onder<br />
meer zijn verleden hem ook maar één ogenblik vertrouwen schenkt,<br />
173