Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
eigen dorp en in huisvesting, terwijl men toch juist ver genoeg weg is<br />
van huis om opgenomen te worden in een geheel ander klimaat van<br />
werken en denken dan dat van het dorp. Dit laatste is belangrijk. Een<br />
industrie-arbeider leeft anders dan een landarbeider en moet ook anders<br />
leven. Hij moet daarom in een industrieel milieu verblijven. Bij huisarbeid<br />
blijft hij een boer en hij moet arbeider worden.<br />
Dit alles is mogelijk, maar om het te realiseren is visie nodig, visie niet<br />
alleen van een overheid, maar visie van velen, visie van echte entrepreneurs.<br />
Ik bedoel met dat vaak lichtvaardig gebruikte woord mensen, die<br />
iets meer zijn dan financiële slimmerds, die kans zien ergens geld aan te<br />
verdienen, nl. mensen, die er vreugde in scheppen iets te maken. Zulke<br />
mensen zijn er, ook in ontwikkelingslanden; maar ze zijn zeldzaam. 'Zo<br />
herinner ik mij de Regent van Bandjarnegara, R. A. A. Soemitro Kolopaking<br />
Poerbonegoro. Over één zijner industriële exploiten is op beminnelijke<br />
wijze geschreven door Van Goudoever in het Semarangse dagblad<br />
De Locomotief, in februari 1939. Soemitro zelf was een man met een<br />
ongewone levensloop; na de HBS weggelopen van huis en als koksmaatje<br />
met een boot naar Holland om daar te studeren, werkstudent, gewerkt<br />
als havenarbeider in Rotterdam en als mijnwerker in Duitsland en Spanje,<br />
later politie-commissaris in Bandung en tenslotte opvolger van zijn<br />
vader als regent. Een man van uitzonderlijke gaven, die ook uitzonderlijk<br />
boeiend vertellen kon over zijn belevenissen. Het was een wonderlijke<br />
ervaring hem te ontmoeten in de oude regentswoning in het kleine<br />
stadje Bandjarnegara in de bergen van Midden Java, het centrum van<br />
het arme en geïsoleerde regentschap van die naam. Wie hem daar bezocht<br />
ging altijd rijker weg, iets meenemende aan kennis en ervaring,<br />
die men alleen daar en van hem kon horen. Soemitro was onder meer een<br />
geslaagd landbouwvoorlichter. Hij stond eens aan de rand van een armelijk<br />
maïsveid in de bergen, hoog boven Karangkobar, kijkend naar een<br />
boer, die zich uitsloofde op zijn akker. 'Het wil niet best, hè,' zei hij tegen<br />
de boer, en tegelijk ontspon zich een gesprek over het feit, dat het<br />
eigenlijk jaar op jaar minder werd. Soemitro stak zijn hand in de zak,<br />
haalde er wat zaad uit, keek er naar, zei ja, en bleef staren naar het zaad<br />
(zaad van een groenbemester) dat hij in zijn hand had. Tenslotte zei hij:<br />
'zou je mij een plezier willen doen ?' Nu, dat wilde de boer wel. 'Kijk"<br />
zei Soemitro, 'ik heb hier zaad. Dat is heel raar spul. Dat moet je eens<br />
voor mij uitzaaien in gindse hoek van je akker, waar de maïs het het<br />
slechtst doet. Je moet het laten groeien tot het zaad rijp is en dat zaad oogst<br />
329