08.09.2013 Views

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

D. 1579-1584.<br />

184. De Prins van Oranje heeft vooral in deze jaren, onder rusteloze arbeid en onophoudelijke<br />

zelfopoffering, miskenning, belediging, teleurstelling ondergaan. Gehaat van de Koning en<br />

van de meeste Roomsen, was hij insgelijks bij vele Gereformeerden verdacht; terwijl, door de<br />

bekwaamheden van Parma, door de traagheid en tweespalt van de Staten en door de<br />

trouweloosheid van Anjou, de toestand gedurig hachelijker werd.<br />

De Prins zelf schrijft: "De Roomsen beklagen zich dat ik hen, door het invoeren van de<br />

Gereformeerde Godsdienst tegen mijn eed, om de tuin heb geleid; de Gereformeerden dat ik<br />

door de Roomsen, met giften en beloften, omgekocht ben; Roomsen en On-Roomsen beide<br />

zijn tegen mij, om de Religievrede, misnoegd. Mij wordt de Unie van Utrecht verweten, alsof<br />

ik daardoor aan Holland de overige Gewesten opgeofferd had. Velen zeggen dat ik mij wil<br />

verheffen tot Heer van het Land; dat ik de zo gewenste vrede tegenhoud, enkel om meester te<br />

blijven van het gezag."<br />

De Hertog van PARMA. (1546-1592), zoon van de Landvoogdes Margaretha (§ 122);<br />

groot als veldheer en niet minder door zijn geslepenheid als staatsman geducht. Evenwel elke<br />

uitkomst, welke sedert Parma's verschijning de Spaanse heerschappij weer een schrede<br />

voorwaarts liet gaan, werd, nu eens door de langzame beraadslagingen of de vreesachtigheid<br />

van 's Lands Staten, dan weer door de dubbelhartigheid van Oranje's benijders, en altijd door<br />

omstandigheden buiten hem, te weeg gebracht' . — Het was telkens, zo als de Prins klaagt:<br />

"Indien God voor ons de stad Kamerijk bewaard heeft, behoren wij Hem te danken, want wij<br />

hielden ons daarin, alsof wij het wilden laten verloren gaan. — Hadden wij onze macht bij die<br />

van de Hertog van Anjou gevoegd, zo waren wij nu de oorlog kwijt en hadden de vijand over<br />

de Maas gejaagd." Die van Gent getuigden (1584): "zijn goedgunstigheid en getrouwheid<br />

jegens deze landen is bekend tot de laatste adem van zijn leven, en het is bijna overal bekend<br />

dat alle de verliezen ons overgekomen zijn, omdat men zijn raad niet heeft geloofd."<br />

185. Voornamelijk drie verwijten werden tegen de Prins gericht. Verdraagzaamheid jegens de<br />

Roomsen werd uitgekreten als begunstiging van de Roomse Kerk; onderhandeling met Anjou<br />

als overlevering aan Franse heerschappij; weigering om een voor de Godsdienst verderfelijke<br />

vrede te sluiten als opruiing van het volk tegen de wettigen Vorst, ten einde zelf meester te<br />

worden van het Land.<br />

1. Steeds heeft Willem I recht en billijkheid ook jegens de Roomsen gewild uit staatkunde en<br />

uit plichtgevoel. Nauwgezet in het nakomen van zijn eed, heeft hij nooit toegelaten dat<br />

iemand enig leed of ongelijk zou geschieden; altijd voor ogen houdende dat God rechtvaardig<br />

is en geen valse eed ongestraft laat (13). Sommige Hervormden hielden het uitroeien van de<br />

Roomse Kerk voor onvoorwaardelijke verplichting; de Papist was hun een Heiden en<br />

Kanaäniet, „doet de afgodendienaars uit uw midden weg; verbreekt hun afgoden; sluit met<br />

hen geen verbond; het is nodig, en ook betamelijk en Godzalig, de beloften en eden geenszins<br />

te houden welke men hun, met miskenning van de ere van Christus, gedaan heeft.” Dergelijke<br />

uitspraken hadden invloed, zelfs op Graaf Johan. Van hier. de weerstand tegen de<br />

Religievrede en tegen het huldigen van een Roomsen Vorst. Als Oranje dachten, ondanks de<br />

onverdraagzaamheid van de Roomse Kerk, zijn meeste raadslieden (Marnix, Villiers, Taffin);<br />

ook de voornaamste Protestanten buiten 's Lands (Olevianus, Beza). "Houd uwe<br />

overeenkomsten jegens allen. Gebruik uw gezag naar de voorwaarden waarop gij het bezit.<br />

De Roomsen zijn geen Heidenen: wij staan tot hen als Juda tot Israël. Om de afgoderij niet te<br />

verdragen, moet men gerechtigd zijn haar te verbannen. Een valse Godsdienst tegen te gaan is<br />

goed, mits het middel deugdelijk zij. De Kerk wordt niet met de wapens gesticht; de waarheid<br />

niet voortgeplant door lichamelijk geweld. Die buiten zijn, trachte men door het zwaard des<br />

Geestes en de vervulling van elke liefdeplicht te winnen. Alleen op een rechtvaardige

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!