08.09.2013 Views

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

70. Schatten zijn ook voor de Natiën geen waarborg van wezenlijk en bestendig geluk. Ook<br />

hier was overvloed oorzaak van overdaad en weelde, van trots en overmoed, van verbastering<br />

en zedenbederf. Zelfs de grootste voorrechten lieten onvoldaan, omdat men onverzadelijk<br />

was. Telkens twist, oproer, burgerkrijg; met terugkering van orde en rust, verdubbeling van<br />

brooddronkenheid, dartelheid, ontucht; aan het Hof, bij de Adel, in de Steden, niet het minst<br />

onder de Geestelijkheid.<br />

In de Nederlanden de uitspraak ten volle bewaarheid: „De werken des vleses zijn openbaar:<br />

overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid, afgoderij, venijngeving, vijandschappen,<br />

twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, nijd, moord, dronkenschap,<br />

brasserijen en dergelijke.” Ook de Geestelijken, bij het aannemen en uitlokken van<br />

overvloedige giften voor de Kerk. hadden te weinig, met toepassing op zichzelf, bedacht dat<br />

„die rijk willen worden, in verzoeking en in de strik vallen, en in vele dwaze en schadelijke<br />

begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang: want de<br />

geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende, zijn<br />

afgedwaald van het geloof.”<br />

Onder de Utrechtse Kerkvoogden telt men er die gans niet onbesproken van wandel zijn<br />

geweest. En in de Kloosters? Men hore het getuigenis van een Monnik: „Dagen en nachten<br />

verslijten de Geestelijken in wellust, met eten, drinken, slapen, jokken, boerten, sprekende<br />

hun tongen de volheid van de ijdele harten uit. Zij zijn wederhorig, onleerzaam, halsstarrig,<br />

twistziek, deugdeloos, gaarne in gezelschap, ongaarne in de enigheid, onderzoekende niet<br />

anders dan hetgeen van de wereld is.” — Een Abt, in het bezit van 365 morgens land, gaf<br />

een derde van de opbrengst voor zijn tafel uit.<br />

71. Achteruitgang in gedrag en zeden was gevolg van achteruitgang in het geloof. De<br />

zaligmakende waarheid was in vergetelheid geraakt. Sedert lang wist men niet meer dat<br />

Christus de enige en algenoegzame Zaligmaker is, dat zijn bloed reinigt van alle zonden, dat<br />

er, om zijnentwille, vergeving is voor een iegelijk die gelooft. De mens zou volbrengen en<br />

verdienen wat de mens had volbracht en verdiend. Aldus beproefde men het onderhouden van<br />

Gods geboden, uit slaafse vrees en in eigen kracht; daarna, bij het gevoel van onvermogen,<br />

werd men, van lieverlede, tot het berusten in uiterlijke Godsdienstoefening gebracht. Deze<br />

dwaling heeft de weg voor een reeks van dwaalbegrippen geopend, het Evangelie van de<br />

genade vervalsten, met godvergetenheid, een vrijbrief voor elke misdaad verkrijgbaar gesteld.<br />

God vergetenheid hetzelfde als zedenbederf. “Gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in<br />

erkentenis te honden, zo heeft ze God overgegeven om te doen dingen die niet betamen,<br />

vervuld zijnde met alle ongerechtigheid."<br />

72. In het begin van de zestiende eeuw, en veel vroeger reeds, had de Christenheid weinig<br />

christelijks meer. De Bijbel, aan de leken onthouden, was de Geestelijken nagenoeg<br />

onbekend. De roem van Godgeleerdheid werd in het jacht maken op schoolse<br />

spitsvondigheden gesteld. Naast, zo niet boven, CHRISTUS werden de afgestorvene heiligen<br />

met aanbidding vereerd. Vergeving van de zonden werd gezocht in het bouwen van Kerken en<br />

Gestichten, in kerkplechtigheden, bedevaarten, boetedoening van allerlei aard; ten laatste was<br />

zij, naar een soort van zondentarief, bij de Priesters te koop. Zodanige Godsverering, die<br />

veeleer Godontering, afgoderij en heiligschennis was, openbaarde haar verderfelijke<br />

strekking; wangedrag en bijgeloof waren in alle standen, twijfelarij en ongeloof vooral bij de<br />

Geestelijkheid algemeen.<br />

De heidense wijsgeer Aristoteles en de spitsvondigheden van de Scholastieken werden<br />

boven het Evangelie gesteld “vragen die dwaas en zonder lering zijn en twisting<br />

voortbrengen." — "Indien zij," schrijft in de vijftiende eeuw een betergezinde, "zo ijverden

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!