08.09.2013 Views

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

hervorming, wel is waar, maar niet naar het richtsnoer van de Heilige Schrift. Om de tucht te<br />

herstellen, wilde men strenger onthouding dan Gods Woord voorgeschreven had; om de Kerk<br />

uit dienstbaarheid te verheffen, eiste men voor haar de wereldheerschappij. — Het<br />

kloosterleven meer algemeen. Velerlei verenigingen van Monniken, oorspronkelijk gevormd<br />

om zich aan boete, overdenking, en nuttige werkzaamheid te wijden, weken spoedig af van<br />

die bestemming. -- De heiligen en de beelden van de heiligen vereerd. — De Godsdienst in<br />

uiterlijkheden gesteld.<br />

Ook toen reeds protesteerden eerbiedwaardige mannen tegen dit verloochenen van Christus<br />

verdiensten, Bijv. Anselmus (1033 — 1109), Aartsbisschop van Canterbury, die zijn enigen<br />

troost vond in de verzoeningsdood van de Godmens. — Bernardus (1090 — 1153), Abt van<br />

Clairvaux, onder een krom en verdraaid geslacht schijnende als een licht in de wereld,<br />

voorhoudende het Woord des levens."<br />

„Ach,' zeide hij, „de verdienste van de mens is te hopen op Hem, die zalig maakt.” —<br />

„Ontrouwe dienaars zijn het die zich iets laten voorstaan op hun werken, zij matigen zich de<br />

lof aan van de genade, als of de muur zich op de zonnestraal beroemde dien zij door het<br />

venster ontvangt.” — „Waar is rust en onbezorgdheid dan in de wonden van de Heiland? De<br />

wereld dreigt, het lichaam drukt, de duivel belaagt; ik val niet, gevestigd op een<br />

onbewegelijke rots.” Ook hij dus „gebouwd op het fondament van de Apostelen en Profeten,<br />

waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen.”<br />

16. Het LEENSTELSEL, dat ook in de Nederlanden ál doordringende invloed verkreeg, was<br />

gegrond op de uitgifte van landerijen in leen; doorgaans in erfelijk bezit, op voorwaarde van<br />

hulpbetoon in de krijg. De Soevereiniteit, in de Frankische Monarchie op grondbezit en<br />

krijgsbeheer gevestigd, door het krachtvol bestuur, van de Karolingers, tegen de<br />

aanmatigingen van de Aristocratie gehandhaafd en gesterkt, ging onder de opvolgers van<br />

Karel de Groote, van lieverlede bijna teloor; en deze Vorsten, toen de betrekking van<br />

onderdaan geen voldoenden waarborg tegen de weerspannigheid van machtige Ambtenaren<br />

en Edelen gaf, trachtten haar te ondersteunen of te vervangen door de betrekking van leenman<br />

of vazal. Diezelfde uitgifte van Leen kwam weldra bij de onderscheiden rangen van de vrije<br />

bevolking in gebruik; de leenman werd ook zelf leenheer; de gehele toestand werkte mee om<br />

dit nieuwe samenstel van rechten en plichten algemeen te doen worden. -- In een tijd van<br />

regeringloosheid en verwarring, heeft het samenhang en eenheid bewaard, krijgsmansdeugd<br />

en Riddergeest ontwikkeld, maar het is aanleiding geweest tot menigvuldig geweld; tot<br />

miskenning van der Vorsten wettig gezag; tot onderdrukking van de vrije bevolking, dikwerf<br />

aan de wreedheid en schraapzucht van kleine dwingelanden weerloos ten prooi.<br />

Verderfelijk was, in het uitgeven in leen, de staatkunde van de Frankische Vorsten, zij<br />

maakten van een gevaarlijk hulpmiddel gebruik. De ondergeschiktheid waarop zij, als<br />

Soeverein, rept hadden, werd gekocht. Te duur betaald, vooral daar zij kon worden opgezegd,<br />

tegen teruggaaf van het leen.<br />

De leengoederen oorspronkelijk eigen, vrij goed (Domeinen, allodiaal goed), uit de vele<br />

bezittingen van de Vorst, onder zijn gunstelingen verdeeld. De leenman gaf, des verkiezende,<br />

het leen, als onderleen of achterleen, uit. — Later droegen ook vrije grondbezitters hun erf,<br />

om het als leen terug te ontvangen, aan Vorsten en Edelen op: ten einde, door een machteloze<br />

overheid niet langer beschermd, een machtige Leenheer te hebben. Die kon, wegens<br />

verschillende goederen, met velen, terzelfder tijd, in leenmansbetrekking staan. —<br />

Menigvuldigheid, doorkruising, onzekerheid en verwarring van verbintenissen en rechten.<br />

De meeste Nederlanden erfelijke Lenen geworden in de 9 e en 10 e eeuw; Vlaanderen, in 563;<br />

Namen, in 900; Holland, in 922; Henegouwen, in 916: Luxemburg, in 963.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!