08.09.2013 Views

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET VADERLAND Door ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

in dienst is gesteld. Heimelijke vergaderingen in de huizen en elders, binnen en buiten de stad;<br />

anderen reisden naar IJsselstein om te horen prediken, ook met geweer. —<br />

Plakkaat van de Staten, van 28 Mei 1590: verbod van alle conventiculen, waar ook, bij<br />

dage of nachte, "al ware 't om Psalmen te zingen, predicatie te horen, of iemand te horen lezen<br />

uit de Heilige Schrift of andere boeken, op straffe voor elk van f 25 en bovendien arbitralijk;<br />

de hoofden als oproerigen". Zo riepen zij, op goed Paeps, aan brachium seculare en het<br />

zwaard van de Overheid 6.<br />

225. De onderworpenheid van de Stadhouder van Holland aan de Staten werd getemperd,<br />

door de hein toegekende bevoegdheden en rechten, door zijn betrekking tot andere Gewesten,<br />

door zijn plichten jegens het algemeen lichaam van de Republiek. Als Stadhouder en<br />

KapiteinGeneraal van vijf Provinciën, ook aan de Staten-Generaal ondergeschikt, was hij<br />

gehouden de algemeen grondslagen van de Unie tegen provinciale aanmatiging te<br />

beschermen. — Geen last van de Staten van Holland kon gelden, ter miskenning van<br />

vrijheden en herkomsten, tot wier verdediging hij zich bij ede verplicht had.<br />

Maurits; 1°. Lid van, de Baad van State van de Verenigde Nederlanden; 2°. (bniraal<br />

van de Unie; 3°. Stadhouder en KapiteinGeneraal van Holland, Utrecht, Zeeland, Gelderland,<br />

Overijssel; door een eed verbonden aan de Staten-Generaal, van wie hij zijn aanstelling had'.<br />

Stadhouder van Holland, belast met a. handhaving van de ware Christelijke Godsdienst; b.<br />

handhaving van Justitie; c. verandering van de Magistraten in de Steden, volgens de stedelijke<br />

privilegiën en vroedschaps-inrichtingen; in dringende gevallen, althans op last van de .Staten,<br />

ook. buiten 's tijds; d. aanstelling velen ambtenaren; e. verlenen van pardon en remissie, door<br />

tussenkomst van het Hof en onder enige bepalingen. — Over de geldzaken had hij geen<br />

beschikking. I)e afdoening van geschillen, bij submissie aan de Stadhouder, geraakte door de<br />

eigenzinnigheid van de steden in onbruik.<br />

226. Aanleiding tot onenigheid met de Staten van Holland ontbrak niet. Maar Maurits berustte<br />

in de onderdanigheid waartoe het Stadhouderschap afgedaald was, en zag menige<br />

aanmatiging voorbij. Meest griefde hem, bij uitnemendheid Veldheer, de tussenkomst van<br />

minbevoegden in de leiding van de oorlog.<br />

Verschil tussen Maurits en de Staten, omtrent het oorlogvoeren. — a. Zij waren doorgaans<br />

tegen offensieve oorlog. „Deze mening was zo diep ingeworteld bij de Pensionariën,<br />

Burgemeesters en andere van de Staten, dat onmogelijk was hun dezelve in van de ijl te<br />

benemen; hoewel genoeg gezegd werd geen wijsheid te zijn dat men, terwijl de vijand elders<br />

bezig was, stilzitten, aanzien, en gedogen zou dat hij, aldaar zijn voornemen met goed gemak<br />

uitgevoerd hebbende, met verdubbelde sterkte de Nederlanden weer aanvallen zou”. b. De<br />

Staten wijzigden niet zelden hun beraadslagingen naar belangen van bijzondere Gewesten;<br />

Manrits erkende geen gewestelijke belangen, en beoogde de vrijmaking van het algemeen<br />

lichaam des Vaderlands. Dikwijls wilden de Hollanders niet dat de oorlog in Overijssel of<br />

Friesland voortgezet zou worden, en, was er geld nodig, dan zeiden zij: ,klopt de Friezen op<br />

de tasch; dien is meest er aan gelegen”, hetzelfde deden de Friezen aan de Omlanders, en<br />

leden de veldheren over dergelijke twist veel beletselen". c. De Staten waren voor de<br />

populariteit van een dikwijls zegevierende veldheer beducht. Dit ondervond ook Graaf<br />

Willem. “Enige Friezen twijfelden of het geraden ware dat hun Stadhouder meer onderwints<br />

en machte kreeg, menende hij zou daardoor veellicht niet zo gedwee blijven". Roorda,<br />

vroeger zijn vriend en vertrouweling, zeide dat Friesland de tiran in de boezem voedde en in<br />

slavernij van de naburen zou gebracht werden: „'t is nu tijd om over hem te klagen; wanneer<br />

hij enige verse overwinning kreeg, zouden wij geen gehoor hebben” 10. —<br />

De raadgeving van de Staten in oorlogszaken was gewoonlijk niet de beste. "De Gedeputeerden<br />

waren, enige al te vreesachtig, enige al te koen, en al te samen verstonden zij de oorlog

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!