INLEIDING 1. De <strong>GESCHIEDENIS</strong>, die geen voorwerp van ijdele nieuwsgierigheid mag zijn, is nuttig; omdat zij in de ervaring der voorgeslachten treffend onderricht geeft, en vooral omdat ze, bij het licht van het Evangelie, Gods almacht, wijsheid, rechtvaardigheid en genade in de lotgevallen van een zondig mensdom openbaart. Ook op het pad der Historie, zij Gods Woord een lamp voor onze voet. Zonder de Heilige Schrift blijft de wereldgeschiedenis raadsel; door het geloof, weten wij haar inhoud en doel; de vervulling der Paradijsbelofte, de zegepraal van de Messias over de verleider. — Christus, gekomen om Zijn ziel te stellen tot een rantsoen voor velen, zal wederdromen om te oordelen de levenden en de doden. Aan de vorming, handhaving en verheerlijking Zijner Gemeente, zijn de lotgevallen van personen en Natiën, door alle geslachten en eeuwen, ondergeschikt. Het getuigenis van Christus is de geest der wereldhistorie, zowel als der Profetie. 2. De HISTORIE <strong>VAN</strong> <strong>HET</strong> VA<strong>DER</strong>LAND is het verhaal van de wording, de ontwikkeling, het leven van het Nederlandse volk; als Natie door eigen afkomst, taal, Godsdienst en zeden gekenmerkt. Dit volksleven is bij uitnemendheid in DE REPUBLIEK <strong>DER</strong> VERENIGDE NE<strong>DER</strong>LANDEN openbaar. Vaderland — het Land, waar onze Vaderen van oudsher gewoond, of later, als in een gewenste verblijfplaats, zich hebben gevestigd, De NE<strong>DER</strong>LANDEN; om hun ligging (Lage Landen) dus genoemd. — De VERENIGDE NE<strong>DER</strong>LANDEN (ook, naar het hoofdgewest, HOLLAND) zijn de zeven Provinciën. Gelderland Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel, Groningen; waarbij komt het landschap Drenthe en de Generaliteitslanden (thans Noord-Brabant en Limburg). — Deze Gewesten, bij uitnemendheid, ons Vaderland, hadden op het meer Zuidelijke Nederland, BELGIË, velerlei betrekking. — In België onderscheidt men de Waalse Gewesten, Henegouwen, Namen en Luik, waar verbastering van het Frans de volkstaal is, en de Duitse Landen, Brabant, Vlaanderen, Antwerpen en Luxemburg, de drie eerste vooral, door spraak en staalgenootschap, aan de Noordelijke Nederlanden verwant. De Nederlandse NATIE. — Wat is een Natie? een stam, of Geslacht, door vermenigvuldiging, en na ook vreemden opgenomen en niet zich vereenzelvigd te hebben, met behoud van eigenaardige trekken, allengs tot volk aangegroeid. — Haar afkomst? Utrechtse, Germaans — Haar taal? het Nederduits of Hollands; geen bedorven dialect, echt Duits; tak van de Teutoonse stam, in onderscheiden tongvallen, over Engeland, Zweden, Denemarken, en geheel Duitsland verbreid; een tak zuiver bewaarden eigenaardig ontwikkeld. — Haar Godsdienst? Het ware Christendom; tegenover de afgoderij der Heidenen en het wangeloof van Mohammed; later tegen de bijgelovigheden waardoor de Roomse Kerk van de belijdenis waarop ook zij eenmaal gevestigd werd, afweek. 3. De geschiedenis van Nederland is bij uitstek gewichtig. De HEERE heeft, in dit kleine en onaanzienlijke Land aan de golven ontwoekerd, grote dingen gedaan; voornamelijk nadat het, door het zuiver Evangelie bevoorrecht, als zelfstandige Mogendheid, tot toonbeeld van Zijn genade werd gesteld. Meer bijzonder van deze landen kan worden gezegd: „God heeft ze gegrond. op de zeeën en gevestigd op de rivieren.” — In 1170 de Zuiderzee gevormd; in 1277, de Dollaert (om de
dolheid zijner golven) in 1421, de Biesbosch, waarbij 72 dorpen en vele luizende mensen zijn vergaan. — Bedijkingen en droogmakerijen; als de Purmer, de Beemster, de Wormer; alleen in Holland, van 1366 — 1645, meer dan 86.000 morgens land aldus gewonnen. Bij de zegen van het Evangelie heeft God aardse zegeningen gevoegd. Dit geringe land is, door welvaart, rijkdom, macht en invloed, naast en hoven de grootste Mogendheden, verhoogd. — God heeft het gedaan: „Onzer vaderen arm heeft hun geen heil gegeven; maar Uw rechterhand, en Uw arm, en het lichts Uws aangezichts.” Hij verheerlijkt Zich „in het zwakke en het verachte der wereld, opdat geen vlees zou roemen voor Hem.” De geschiedenis van het Gemenebest is de bevestiging van de belofte: „Zoekt eerst het Koningrijk Gods en zijn gerechtigheid, en alle dingen zullen u toegeworpen worden. Welgelukzalig het volk wiens God de Heere is.” — Dankbaarheid past hier, in plaats van zelfverheffing; want ook aan de Volken wordt gezegd: „Wie onderscheidt u? en wat hebt gij dat gij niet hebt ontvangen? en zo gij 't ook ontvangen hebt, wat roemt gij als, of gij 't niet ontvangen hadt? Zijt niet hooggevoelende, maar vreest.” 4. Dit werk bevat: Eerst de zeer korte opgaaf der hoofdgebeurtenissen tot aan de Hervorming, een voorbericht; Daarna, de enigszins uitvoeriger schets der Geschiedenis van het VERENIGDE- NE<strong>DER</strong>LAND, gevormd om de vrije belijdenis der zaligmakende waarheid te beschermen tegen onderdrukking en, geweld; Eindelijk een overzicht van het revolutionaire tijdvak, na dn ondergang van het Gemenebest, tot op onze tijd.
- Page 1 and 2: HANDBOEK DER GESCHIEDENIS VAN HET V
- Page 3 and 4: De hereniging van Noord en Zuid wer
- Page 5 and 6: Door de scheuring van de Nederlande
- Page 7 and 8: Toestand der Nederlanden. Ruimschoo
- Page 9 and 10: II. (1598--1607) Zege hij Nieuwpoor
- Page 11 and 12: C. (1678 — 1688) Droevige toestan
- Page 13 and 14: Frankrijk en Engeland 662. D'Affry
- Page 15 and 16: machteloos 879. De gematigden, door
- Page 17 and 18: gehad 1103, 1104. De toekomst onzek
- Page 19 and 20: 90. MAURITS. 91. WILLEM LODEWIJK. 9
- Page 21 and 22: voorschijn te brengen. Doch wat zou
- Page 23 and 24: heb gewenst niets te verzwijgen wat
- Page 25: De eerste uitgaaf van het Handboek
- Page 29 and 30: B. DE VOLKSVERHUIZING. 8. In de vij
- Page 31 and 32: de Keizers met de verdediging der L
- Page 33 and 34: hervorming, wel is waar, maar niet
- Page 35 and 36: Stedehouder Gods. -- Hoe groot moes
- Page 37 and 38: 26. Algemeen en veelbeduidende invl
- Page 39 and 40: gedreven door Spanjaarden en Italia
- Page 41 and 42: „Men heeft dikwerf te gering denk
- Page 43 and 44: erfgenaam achtergelaten had, gaf de
- Page 45 and 46: ALGEMENE AANMERKINGEN. TWEEDE AFDEL
- Page 47 and 48: pracht en ridderlijke glans door bi
- Page 49 and 50: voorziet, zal ik er, met Gods hulp,
- Page 51 and 52: 1482. Door de halsstarrigheid van d
- Page 53 and 54: 70. Schatten zijn ook voor de Nati
- Page 55 and 56: Paus. Overheersing die aanvankelijk
- Page 57 and 58: TWEEDE GEDEELTE. HET GEMEENEBEST VA
- Page 59 and 60: Bij de godlasterlijke wijs waarop m
- Page 61 and 62: B. CHRISTELIJK-GEREFORMEERD BEGINSE
- Page 63 and 64: De natuur der buitenlandse betrekki
- Page 65 and 66: hulpbetoon dat tevens gunstbetoon w
- Page 67 and 68: tegen aristocratisch geweld. Het ha
- Page 69 and 70: Stamvader, in de 13 e eeuw, Graaf H
- Page 71 and 72: Drukkend juk van de Stedelijke Rege
- Page 73 and 74: Thomas à Kempis (1380 — 1471), A
- Page 75 and 76: Zo de Herdopers te Munster (§ 115)
- Page 77 and 78:
ongenoegzaam, telkens gescherpt. In
- Page 79 and 80:
Opofferingen van de Nederlanders. I
- Page 81 and 82:
van dergelijke plannen en die hun i
- Page 83 and 84:
(Dathenus. Modet, enz.) Vele Gerefo
- Page 85 and 86:
126. De Prins van Oranje vertrok; m
- Page 87 and 88:
ij overeenkomst, van wier naleving
- Page 89 and 90:
Al wat naar Inquisitie zweemt, uit
- Page 91 and 92:
EERSTE AFDELING. 1568-1584. WILLEM
- Page 93 and 94:
145. De Stedelijke Overheden, inzon
- Page 95 and 96:
148. De Prins had vier broeders.
- Page 97 and 98:
zouden vergezeld worden van enige
- Page 99 and 100:
Van kindsaf heeft hij de Heilige Sc
- Page 101 and 102:
“Voor Godes Woord geprezen Heb ik
- Page 103 and 104:
vroeger door de Staten dikwijls gew
- Page 105 and 106:
van zijn eer, uit de Lande te vertr
- Page 107 and 108:
illijk Hem alleen er dank voor te w
- Page 109 and 110:
De tirannie van Alva had overal ver
- Page 111 and 112:
Zeeland het statu quo; alles tot op
- Page 113 and 114:
Aug. kastelen afgebroken; te Antwer
- Page 115 and 116:
a. de tegenwoordigheid des Prinsen,
- Page 117 and 118:
D. 1579-1584. 184. De Prins van Ora
- Page 119 and 120:
strijden dan door een geveinsde vre
- Page 121 and 122:
verzoening wenselijk en noodzakelij
- Page 123 and 124:
Zou niet, in de afzonderlijke hande
- Page 125 and 126:
door Holland en Zeeland alleen, en
- Page 127 and 128:
weinig invloed meer had. De toeneme
- Page 129 and 130:
talrijke vijand tegen; is even gedu
- Page 131 and 132:
geschiedenis der Staten van Holland
- Page 133 and 134:
1584. 17 Sept. Overgave van Gent.
- Page 135 and 136:
B. 1585-1587. BESTUUR VAN LEICESTER
- Page 137 and 138:
weifeling, met weerzin, met wrevel,
- Page 139 and 140:
Door de ongenade van de Koningin, h
- Page 141 and 142:
zijn voorstel tot bijlegging van de
- Page 143 and 144:
met uitnodiging om het "in communic
- Page 145 and 146:
de innerlijke constitutie van de Re
- Page 147 and 148:
de geünieerde Provincien op poene
- Page 149 and 150:
niet, willende nochtans veel daarin
- Page 151 and 152:
genie van de jeugdigen held, die ee
- Page 153 and 154:
ondernemingsdrift, van zucht naar a
- Page 155 and 156:
1600. Aan beide zijden uitgeput. Me
- Page 157 and 158:
Na de belegering van Ostende, stond
- Page 159 and 160:
landen,Spaans. Aan het einde zal we
- Page 161 and 162:
gevaar voorbij en gelegenheid tot h
- Page 163 and 164:
niet tot de gehoorzaamheid aan Chri
- Page 165 and 166:
gewild; een Generale (niet slechts
- Page 167 and 168:
245a. Het volk was, sedert 1555, aa
- Page 169 and 170:
de nauwe verwantschap met Spanje, b
- Page 171 and 172:
leer van de Formulieren in haar geh
- Page 173 and 174:
sedert lang reeds bemoeilijkt. Zo,
- Page 175 and 176:
Geen uitzicht voor de Contraremonst
- Page 177 and 178:
van haar eigendunkelijk en partijdi
- Page 179 and 180:
Dec. Vergadering van de Staten van
- Page 181 and 182:
Financiën, Militie, tot instandhou
- Page 183 and 184:
gebruiken, en in dezen ganse handel
- Page 185 and 186:
De gelegenheid tot verbetering verz
- Page 187 and 188:
E. 1621-1625. HERNIEUWING VAN DE OO
- Page 189 and 190:
23 April 1625. Maurits, voornemens
- Page 191 and 192:
Protestantse ketterij. Bijgestaan d
- Page 193 and 194:
Staat,dit zou Richelieu, om geschil
- Page 195 and 196:
277. Partijhoofd is FrederikRendrik
- Page 197 and 198:
280. De binnenlandse rust werd niet
- Page 199 and 200:
met verbazende voorspoed tot in Bei
- Page 201 and 202:
1636. De Staten zonden geen geld; d
- Page 203 and 204:
Karel I vredelievend om vrij te zij
- Page 205 and 206:
en een Spaanse Prinses. Holland inz
- Page 207:
en zeden herwaarts overgebracht. 16