04.05.2013 Views

De Blauwe Bloemen - Theartofpainting.be

De Blauwe Bloemen - Theartofpainting.be

De Blauwe Bloemen - Theartofpainting.be

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> <strong>Blauwe</strong> <strong>Bloemen</strong> Blz.: 20 / 217<br />

Violaine Vresele was verloofd met Georges de Trahty, al was er weinig sprake van een<br />

huwelijk en ik vond niet tussen hen de brandende hartstocht die verliefde paren volgens mij<br />

moesten heb<strong>be</strong>n of waar ze moesten onder lijden.<br />

We kusten onze moeder snel en hielpen allen naar binnen, trokken de valiezen achter ons aan<br />

met hetzelfde enthousiasme als de boottrekkers van de Wolga, en leidden iedereen naar hun<br />

kamers. Het steeds zo statig, rustig Kasteel Trioteignes weerklonk dan van de hartelijke<br />

verwelkomingen in de gangen boven. Iedereen kuste iedereen, de deuren van de kamers<br />

bleven open staan, en de praatjes, het gefluister en het gelach ging over de zeer interessante<br />

verhalen van de hoofdstad die wij, kinderen, verwacht werden niet te horen maar zonder<br />

uitzondering opvingen.<br />

<strong>De</strong> duisternis was al gevallen toen nog twee meer auto’s binnenreden, een oudere Minerva en<br />

een Opel, bijna tegelijk, waarin de vrienden van Bastien en Georges reden. Dit waren vier,<br />

krachtige jonge mannen die iets over twintig of dertig waren, en die aan ons voorgesteld<br />

werden als Thomas, Jan, Richard en Max. Max en Richard kenden we al, de anderen niet.<br />

Wanneer we over de brug naar hen toe liepen, schreeuwden we hen toe dat ze niet in het<br />

kasteel zouden slapen, maar in de Orangerie.<br />

Het grote Kasteel Trioteignes was niet het enige gebouw dat in ons woud verborgen lag. Een<br />

<strong>be</strong>etje verder, links van de brug zoals gezien vanuit het kasteel, achter meerdere rijen bomen,<br />

stond een Orangerie. <strong>De</strong> Orangerie was eigenlijk slechts een zeer grote zaal waarin potten met<br />

bloemen en sierlijke boompjes geplaatst werden, oorspronkelijk sinaasappelbomen, die daar<br />

in de winter gestockeerd werden om hen te vrijwaren van de bijtende vorst van Wallonië.<br />

Enige dergelijke potten stonden inderdaad in de binnenplaats van het kasteel in de lente en de<br />

zomer, maar onze grootouders hadden geen groene handen. We hadden geen grasperken, geen<br />

bloem<strong>be</strong>dden, geen moestuinen rond het kasteel. <strong>De</strong> zaal van de Orangerie stond praktisch<br />

leeg. Boven die zaal echter, leidde een trap naar een lange gang waarlangs een reeks kamers<br />

stonden. In vroege tijden hadden nog dienaars en diensters daar geslapen, maar de mannen en<br />

de meiden die ons thans dienden verkozen in het dorp bij hun familie te wonen, op Alain<br />

Jacquet, de ietwat zonderlinge staljongen, na.<br />

<strong>De</strong> kamers boven de Orangerie konden gebruikt worden. Ze waren eveneens voorzien van<br />

centrale verwarming, van toiletten en badkamers, en af en toe verbleven inderdaad gasten daar<br />

voor wie we niet voldoende plaats hadden in het kasteel, of die we wilden scheiden van de<br />

gasten in ons woonhuis. <strong>De</strong> kamers waren ruim en modern voorzien.<br />

<strong>De</strong> laatste maanden woonde daar trouwens nog een andere man, iemand genaamd Joseph of<br />

Jef Asten, van wie we bijna niets afwisten. Hij nam zijn ontbijt wel in de keuken van het<br />

kasteel, maar daarna verdween hij weer van vroeg tot laat. Hij scheen onze grootvader goed te<br />

kennen. We waren niet voldoende nieuwsgierig geweest naar wat Jef Asten deed, maar dat<br />

zou snel veranderen. Virginie en ik hadden al wel <strong>be</strong>sloten om die Jef even te volgen, maar<br />

daar was tot nog toe niet veel van in huis gekomen.<br />

Mijn grootvader hield ook paarden in de grote stallen die nog iets verder in het bos stonden,<br />

en hij aanvaardde daar de paarden van de dorps<strong>be</strong>woners, zodat toch nog heel wat andere<br />

mensen toegang kregen tot ons domein om op paarden in het bos te rijden, al ge<strong>be</strong>urde dat<br />

meestal slechts in de lente en de zomer. Onze verhoudingen met de mensen in het dorp en met<br />

de boeren uit de omtrek verliepen heel gemoedelijk, vriendschappelijk en vlot. Grootvader<br />

Charles hield van de mensen in ons dorp, hij verkoos hen duidelijk boven de stadsmensen uit<br />

Brussel. Er was geen huis of boerderij in Trioteignes waar hij niet welkom was op eender<br />

welk ogenblik van de dag. <strong>De</strong> Burgemeester en de priester waren goede vrienden. We gaven<br />

Copyright: René Jean-Paul <strong>De</strong>wil © Aantal woorden: 130919 Maart-Juni 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!