You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> <strong>Blauwe</strong> <strong>Bloemen</strong> Blz.: 35 / 217<br />
‘Als je het niet kunt laten, vraag het dan aan Charles of aan je vader, maar doe het discreet,<br />
niet met andere mensen rond je, en zeker niet met de Duitse gasten in de nabijheid!’<br />
Arlette wachtte even. Ze woog af wat ze moest geloven of niet.<br />
‘Wat doe je hier?’<br />
‘Dat verkies ik je niet te zeggen omdat ik je niet in mijn zaak wil verwikkelen, maar ik<br />
verzeker je dat ik voor de Belgische en de Britse regeringen werk.’<br />
‘Je wrong je dus uiteindelijk hogerop om Luitenant te worden, he? Ik had me nooit kunnen<br />
indenken dat jij in het Leger zou terechtkomen. Er heerst veel te veel discipline in het Leger<br />
voor jouw verdomd losbandig karakter! Hoe geraakte je hier? Ben je me aan het <strong>be</strong>sluipen?<br />
Val je me tot hier lastig?’<br />
‘Ik <strong>be</strong>n een Kapitein in de Britse Koninklijke Luchtmacht, in de Royal Air Force, Arlette. Ja,<br />
ik klom zelfs hoger in rang, thuis. Ik <strong>be</strong>n slechts een Luitenant in het Belgisch Leger.’<br />
‘Nog mooier, je praatjes! Je verdween zo veel jaren geleden, Carter. Waar heb je gezeten?<br />
Wat spook je nu hier uit?’<br />
‘Ben jij het werkelijk die me dat vraagt? Je misprees me, je haatte me, je verafschuwde me in<br />
Oxford, herinner je je dat nog? Je wou me dood zien, jaren geleden, tijdens ons laatst gesprek<br />
op de brug vóór Maudlin College. Je spuwde me uit, toen. Wel ja, ik verdween. Ik huurde me<br />
uit aan de Royal Air Force vanuit de Reservistenvereniging van de Universiteit van Oxford.<br />
Het Oxford University Air Squadron leerde me vliegen en ik volgde die cursussen op met nog<br />
meer lessen. Terwijl ik piloot en RAF Officier was lijfde ik me in bij de Geheime Dienst, de<br />
Secret Service. Ik nam opdrachten in het buitenland aan. Ik kwam slechts terug nog niet zo<br />
lang geleden, en dan werd ik naar België gestuurd.’<br />
‘En zo, gans toevallig, dook je op in het kasteel van de <strong>be</strong>ste vriend van mijn vader! Ben je<br />
me aan het achtervolgen om me lastig te vallen? Ik zou dat moeten aanklagen! Ik ken ook wel<br />
enkele leiders in het Leger, hoor. Ik zou hen moeten vertellen wie je werkelijk <strong>be</strong>nt, en wat<br />
een <strong>be</strong>drieger je <strong>be</strong>nt!’<br />
‘Wat <strong>be</strong>n ik dan, Arlette? Ik <strong>be</strong>n een soldaat en een piloot van vliegtuigen. Hier buiten raast<br />
een oorlog! Ik deed ook niets verkeerds in Oxford!’<br />
‘Oh neen, je deed niets verkeerds in Oxford!’ snoof Arlette. ‘Je was slechts Carter Ash, de<br />
meest meedogenloze vrouwenjager, de meest durvende en rijkste flierefluiter van de stad. Je<br />
joeg op elk mooi gezichtje in Oxford. Niet één schandaal of onheil ge<strong>be</strong>urde er in de stad of je<br />
maakte er deel van uit. Je moest slechts op je vingers fluiten en de vrouwen kwamen naar je<br />
toegelopen zoals schapen, jij duivelse rokkenjager!’<br />
Arlette hield zich niet meer in om haar woede in te tomen.<br />
‘Ik verleidde geen vrouwen die niet wilden verleid worden, Arlette, en mijn reputatie werd<br />
heel wat meer opgeblazen dan ze waar was. Ik flirtte en men flirtte met mij, maar ik sliep<br />
slechts met heel weinig van die meisjes.’<br />
‘Je hield dan van de overdrijving en je voedde ze!’<br />
We hoorden Jef Asten nu lachen en antwoorden, ‘daar heb je gelijk in, dat geef ik je toe. Ik<br />
was toen nog zeer jong en roekeloos. Ik had echter heel weinig echte liefdes, en ik hield van<br />
jou. Dat moet je weten. Je noemde me echter steeds opnieuw een leugenaar, een <strong>be</strong>drieger, en<br />
je misprees me. Waarom je je niettemin in die kleine, korte geschiedenis met mij gooide<br />
<strong>be</strong>grijp ik nog altijd niet, na al de haat die je tegen me uitspuwde de laatste maal dat we<br />
praatten. Dus ging ik weg. Ik was dan reeds heel wat ernstiger geworden dan je dacht. Ik was<br />
wellicht rijk, maar niet verwend, niet één van die vele, aristocratische, zogenaamde gentlemen<br />
die rond je hingen zoals vliegen aan een straatlantaarn. Je misprees me, dus verliet ik Oxford.<br />
Ik wou je niet elke dag opnieuw ontmoeten en je misprijzende ogen steeds weer op me zien.<br />
Ik vluchtte van je weg!’<br />
Copyright: René Jean-Paul <strong>De</strong>wil © Aantal woorden: 130919 Maart-Juni 2012