Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong> <strong>Blauwe</strong> <strong>Bloemen</strong> Blz.: 43 / 217<br />
Volgens wat we in de kapel hadden gehoord, zouden we de bibliotheek discreet heb<strong>be</strong>n<br />
moeten verlaten, maar we bleven koppig en onvervaard zitten, ons afvragend wat er<br />
vervolgens zou ge<strong>be</strong>uren.<br />
Arlette kon zich na een tijdje niet langer inhouden. Ze moet het on<strong>be</strong>leefd gevonden heb<strong>be</strong>n<br />
dat Jef geen woord tot haar zei.<br />
We voelden de kwade rillingen in haar stem wanneer ze plots uitriep, ‘het weer schijnt op te<br />
klaren. <strong>De</strong> zon breekt door het wolkendek. Vannacht wordt het stellig zeer koud! Ik ga<br />
misschien een wandeling maken, al voel ik de koude vochtigheid van de laatste week tot in<br />
mijn <strong>be</strong>enderen. Jij lijkt je wel te verheugen in een lang verlof van dienst, Jef. Moet je niet één<br />
dezer dagen weerkeren naar je vliegbasis? Kom je met me mee wandelen?’<br />
Arlette stelde twee vragen in dezelfde ademstoot, maar slechts de laatste was <strong>be</strong>langrijk. Jef<br />
haalde zijn neus uit zijn boek en handelde alsof hij uit een droom ontwaakte, en alsof hij pas<br />
nu de vrouwelijke figuur <strong>be</strong>merkte die tegenover hem zat. Die twee deden al als waren ze<br />
twee oude getrouwde echtgenoten! Jef zag Arlette naar hem staren alsof ze enige reactie<br />
verwachtte, een antwoord op een vraag die hij niet goed <strong>be</strong>grepen had. Arlette had niet<br />
opgemerkt dat hij een paar heel vluchtige blikken naar haar geworpen had nog slechts een<br />
paar ogenblikken geleden, maar wij hadden dat wel. Virginie en ik hadden geleerd niet te<br />
giechelen.<br />
Jef antwoordde, ‘ik <strong>be</strong>n een tijdje vrijgesteld van dienst en dus neen, ik moet nog niet naar<br />
mijn eskadron terugkeren. Ik <strong>be</strong>n hier gekazerneerd. Ik mag hier blijven. Ik heb slechts weinig<br />
tijd voor wandelingen, echter.’<br />
‘Hoe is het mogelijk dat je niet in dienst <strong>be</strong>nt? We zijn in oorlog, maar er ge<strong>be</strong>urt niets! Jij,<br />
een Officier in het Belgisch Leger <strong>be</strong>nt in verlof gedurende meerdere maanden. Is dat niet<br />
absurd?’<br />
‘België is in staat van alarm, maar niet in oorlog. Had je liever gehad dat er tanks door de<br />
bossen van het kasteel zouden razen, dat bommenwerpers de torens tot doelwit zouden nemen<br />
en dat infanterietroepen zouden vechten met machinegeweren in de kasteelgrachten?’<br />
Arlette wou voorzeker iets lelijks terug snauwen, maar Overgrootmoeder Claire stond plots<br />
achter de hoge zetel van Jef. Zij ook kon achter personen binnenkomen zonder een geluid te<br />
maken, iets wat we van haar moeten geërfd heb<strong>be</strong>n, en ook Baron Andreas kwam op dat<br />
ogenblik de bibliotheek in. Jef stond op om plaats te maken voor de oude Claire, maar ze<br />
duwde hem terug zijn zetel in en ging op de grote divan zitten. Jef was opgeschrokken door<br />
Overgrootmoeder Claire, en nog meer door de statige Duitser die naderbij kwam.<br />
Arlette ging verder, ‘neen, ik wens geen oorlog in dit mooie domein, en ik zoek de<br />
verschrikkingen van een oorlog niet voor ons land. We vormen een klein, vredelievend<br />
neutraal land. We willen niet dat de vijandelijke legers <strong>be</strong>ginnen te vechten naast ons of<br />
boven onze hoofden.’<br />
Dit was het eerst sinds vele weken dat we hadden horen spreken over oorlog in Trioteignes,<br />
en we rekten onze halzen nu om <strong>be</strong>ter te horen wat er verder zou gezegd worden. Baron<br />
Andreas stond achter de zetel van Jef Asten, één hand op de stof, luisterend.<br />
Overgrootmoeder Claire drong aan, reagerend op de woorden van Irene, ‘om de lieve God,<br />
meisje, ik heb geleden in de laatste oorlog! Ik hoop nooit zulke gruwel nog mee te moeten<br />
maken! Ik was in mijn <strong>be</strong>ste jaren, toen. Het leven was hard. We overleefden nauwelijks, hier,<br />
op het platteland. We leefden van de opbrengst van onze boerderijen, we zaaiden en plantten<br />
groenten en we hadden onze dieren, onze varkens en ossen en de kippen. Het bos gaf ons hout<br />
om ons warm te houden. Het leven in de steden was nog meer verschrikkelijk! Ja, Frankrijk<br />
en Groot-Brittannië en Duitsland zijn weer in oorlog, maar er schijnt weinig te ge<strong>be</strong>uren, en ik<br />
Copyright: René Jean-Paul <strong>De</strong>wil © Aantal woorden: 130919 Maart-Juni 2012