AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2476 HOF VAN CASSATIE Nr. 599<br />
INBESCHULDIGINGSTELLING - ARREST TOT VERWIJZING - HOF VAN ASSISEN - ONTVANKELIJKHEID -<br />
VOORWAARDEN<br />
2º CASSATIEBEROEP — STRAFZAKEN — TERMIJNEN VOOR<br />
CASSATIEBEROEP EN BETEKENING — STRAFVORDERING — GEEN<br />
EINDBESLISSING, TOCH ONMIDDELLIJK VATBAAR VOOR<br />
CASSATIEBEROEP - KAMER VAN INBESCHULDIGINGSTELLING - ARREST TOT VERWIJZING -<br />
HOF VAN ASSISEN - ONMIDDELLIJK CASSATIEBEROEP - VOORWAARDEN<br />
3º HOF VAN ASSISEN — RECHTSPLEGING TOT DE VERWIJZING NAAR HET<br />
HOF - KAMER VAN INBESCHULDIGINGSTELLING - ARREST TOT VERWIJZING - ONMIDDELLIJK<br />
CASSATIEBEROEP - VOORWAARDEN<br />
1º, 2° en 3° Op het onmiddellijk cassatieberoep van de inverdenkinggestelde tegen een<br />
arrest tot verwijzing naar het hof van assisen, dat niet met toepassing van de artikelen<br />
135 en 235bis van het Wetboek van Strafvordering uitspraak doet, neemt het Hof alleen<br />
kennis van de schending van de wetten betreffende de bevoegdheid van de kamer van<br />
inbeschuldigingstelling en van het hof van assisen en onderzoekt het alleen de in artikel<br />
252 van dat wetboek vermelde gronden tot nietigheid 1 . (Art. 252, Wetboek van<br />
Strafvordering)<br />
(T.)<br />
ARREST (vertaling)<br />
(AR P.<strong>10</strong>.1522.F)<br />
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te<br />
Brussel, kamer van inbeschuldigingstelling, van 9 september 20<strong>10</strong>.<br />
De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.<br />
Raadsheer Benoît Dejemeppe heeft verslag uitgebracht.<br />
Advocaat-generaal Jean-Marie Genicot heeft geconcludeerd.<br />
II. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
A. In zoverre het cassatieberoep gericht is tegen de beslissing waarbij de eiser<br />
naar het hof van assisen wordt verwezen<br />
Middel<br />
Op het onmiddellijk cassatieberoep van de inverdenkinggestelde tegen een<br />
arrest tot verwijzing naar het hof van assisen, dat niet met toepassing van de artikelen<br />
135 en 235bis Wetboek van Strafvordering uitspraak doet, neemt het Hof<br />
alleen kennis van de schending van de wetten betreffende de bevoegdheid van de<br />
kamer van inbeschuldigingstelling en onderzoekt het alleen maar de in artikel<br />
252 van dat wetboek vermelde gronden tot nietigheid.<br />
De eiser verwijt het arrest dat het de beschikking van de raadkamer bevestigt,<br />
hoewel die tegenstrijdig is in zoverre zij jegens hem nu eens een correctionele,<br />
dan weer een criminele kwalificatie in aanmerking neemt.<br />
Die grief behoort niet tot die welke krachtens de wet kunnen worden aange-<br />
1 Zie Cass., 21 maart 2006, AR P.06.0211.N, <strong>AC</strong>, 2006, nr. 166.