17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 583 HOF VAN CASSATIE 2421<br />

mei 2007;<br />

- de artikelen 1134, 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk Wetboek.<br />

Aangevochten beslissingen<br />

Het eerste bestreden arrest bevestigt het beroepen vonnis van <strong>10</strong> juli 2008 in zoverre<br />

het uitspraak doet over de eerste door de verweerster aangevoerde inbreuk op het auteursrecht,<br />

en het uitspraak doet over de kosten, inzonderheid om de onderstaande redenen:<br />

"Het is voor de stakingsrechter niet verboden een aangeklaagde handeling te bestraffen,<br />

wanneer zij, al is zij strijdig met een overeenkomst, ook, los van die overeenkomst, in<br />

strijd is met de wet. Op het vlak van het auteursrecht veroordeelt de wet de handelingen<br />

die niet uitdrukkelijk door de houder van het recht zijn toegestaan. De miskenning van<br />

alle contractuele bedingen die de draagwijdte en de voorwaarden van de toestemming<br />

bepalen (exploitatiewijze, duur, gebied, betaling als voorwaarde voor de toestemming) is,<br />

per definitie, een schending van de wet. Met andere woorden, degene die de grenzen overschrijdt<br />

van de door de houder van het auteursrecht of van de naburige rechten toegekende<br />

exploitatietoestemming maakt zich schuldig aan namaking, los van enige contractuele<br />

fout. Dat is echter niet het geval wanneer de betwiste handeling enkel indruist tegen een<br />

contractueel beding maar geenszins de door de houder gegeven toestemming in het<br />

gedrang brengt. In dat geval gaat het louter om een contractuele miskenning en is de<br />

rechtsvordering tot staking daarop niet van toepassing (B. Michaux, noot onder Voorz.<br />

Burg. Brussel, 27 augustus 1996, A.M., 1998, pp. 74-75).<br />

a) De gewaarborgde minima<br />

(De eiseres) heeft beslist de betaling van de gewaarborgde minima op te schorten<br />

wegens het geschil tussen de partijen over de berekeningsgrondslag van het auteursrecht<br />

en omdat zij geen antwoord kreeg op de vragen die zij in haar brief van 14 juni 2006<br />

stelde m.b.t. de naleving van het recht van mededinging.<br />

De exceptie van wanuitvoering is een louter tijdelijk verweermiddel dat aan een partij<br />

de mogelijkheid biedt de uitvoering van haar verbintenis op te schorten en aldus haar<br />

eigen verbintenissen uit te stellen zolang haar medecontractant de zijne niet heeft uitgevoerd<br />

(Cass., 14 maart 1991, <strong>AC</strong>, 1990-91, nr. 367; Cass., 7 februari 1979, <strong>AC</strong> 1978-79,<br />

661).<br />

Zij moet te goeder trouw worden ingeroepen en mag geen rechtmisbruik opleveren; er<br />

is slechts sprake van rechtsmisbruik wanneer het recht waarop een partij zich beroept<br />

zonder redelijk en voldoende belang wordt uitgeoefend, inzonderheid wanneer het berokkende<br />

nadeel buiten verhouding is tot het door de houder van het recht beoogde of<br />

verkregen voordeel (Cass., 30 januari 1992, <strong>AC</strong>, nr. 283).<br />

Welnu, in dit geval was de controverse omtrent de naleving van het recht van mededinging<br />

al ontstaan vooraleer de overeenkomst van 25 oktober 2005 werd gesloten en zij<br />

werd ten nadele van (de eiseres) beslecht, zowel door de voorzitter van de rechtbank van<br />

eerste aanleg te Brussel als door die van de rechtbank van koophandel te Brussel, althans<br />

gedeeltelijk.<br />

De overeenkomst werd getekend onder voorbehoud van de beroepen die nog voor het<br />

hof (van beroep) hangende waren. Veeleer dan de uitspraak van het hof af te wachten over<br />

de door (de eiseres) opgeworpen excepties, heeft zij het evenwicht dat door onderhandeling<br />

werd bereikt op de helling gezet en zichzelf recht gedaan door de betaling op te<br />

schorten van de gewaarborgde minima die zij in de overeenkomst had aanvaard en<br />

waarvan niet bewezen was dat ze onwettig waren.<br />

(De eiseres) heeft dus de exceptie van wanuitvoering niet te goeder trouw ingeroepen.<br />

Het geschil betreffende de berekeningsgrondslag van de vergoeding, voor het deel dat<br />

de gewaarborgde minima overschrijdt, heeft overigens niets te maken met die minima en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!