17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2548 HOF VAN CASSATIE Nr. 615<br />

De eiseres voert tegen het arrest in de eerste plaats aan dat het, door haar<br />

burgerlijkepartijstelling nietig te verklaren, de artikelen 16, §1, en 40 Taalwet<br />

Gerechtszaken schendt.<br />

Krachtens artikel 16, §1, van die wet wordt de rechtspleging voor de correctionele<br />

rechtbank te Brussel, rechtsprekende in eerste aanleg, respectievelijk in het<br />

Frans of het Nederlands gevoerd, naargelang de verdachte in het Frans of in het<br />

Nederlands taalgebied woonachtig is. Uit die bepaling in haar geheel blijkt dat,<br />

wanneer de wet het woord "verdachte" gebruikt, zij eveneens de inverdenkinggestelde<br />

bedoelt.<br />

Artikel 40 van die wet bestraft de schending van die regel met een ambtshalve<br />

door de rechter uit te spreken nietigheid.<br />

In de zin van artikel 780, eerste lid, 2°, Gerechtelijk Wetboek is de woonplaats<br />

van een partij, die een rechtspersoon is, haar maatschappelijke zetel.<br />

Daaruit volgt dat, wanneer de strafvordering is ingesteld tegen een rechtspersoon<br />

waarvan de maatschappelijke zetel in het Nederlandse taalgebied gevestigd<br />

is, de taal van de rechtspleging het Nederlands is, onder voorbehoud dat die<br />

persoon het gebruik van het Frans kan aanvragen volgens de in artikel 16, §2,<br />

Taalwet Gerechtszaken bepaalde regeling.<br />

De appelrechters stellen vast dat de strafvordering tegen de verweerster was<br />

ingesteld, dat haar maatschappelijke zetel gelegen is in het Nederlands taalgebied<br />

en dat tijdens het onderzoek van de zaak geen wijziging inzake taalgebruik was<br />

aangevraagd.<br />

Het arrest, dat oordeelt dat de taal van de rechtspleging het Nederlands diende<br />

te zijn en dat beslist dat de burgerlijke partijstelling van de eiseres, die in het<br />

Frans is gesteld, nietig is, past artikel 16, §1, op de juiste wijze toe.<br />

Het middel kan in zoverre niet worden aangenomen.<br />

Het middel voert vervolgens aan dat de dwaling van het gerechtelijk onderzoek<br />

inzake het gebruik der talen en de overschrijding van de redelijke termijn<br />

om de zaak bij de onderzoeksgerechten aanhangig te maken met het oog op de<br />

regeling van de rechtspleging, de eiseres het recht op een eerlijke behandeling<br />

van de zaak hebben ontnomen.<br />

Een miskenning van dat recht kan niet worden afgeleid uit het feit alleen dat<br />

de wet de door haar voorgeschreven rechtsvormen met een nietigheid van openbare<br />

orde bestraft. De overschrijding van de redelijke termijn kan die nietigheid<br />

niet goedmaken.<br />

Het middel faalt in zoverre naar recht.<br />

(...)<br />

Dictum<br />

Het Hof,<br />

Verwerpt de cassatieberoepen.<br />

Veroordeelt de eiseressen in de kosten van hun cassatieberoep.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!