AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 611 HOF VAN CASSATIE 2539<br />
Eerste advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.<br />
II. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
(...)<br />
Middel van de eiser I<br />
5. Het middel voert schending aan van artikel 35 RSZ-wet en de artikelen 50<br />
en <strong>10</strong>0 Strafwetboek, alsmede miskenning van het algemeen rechtsbeginsel dat<br />
een bijzondere strafwet voorrang heeft boven de algemene wettelijke strafbepaling:<br />
het arrest dat de gefailleerde vennootschappen in toepassing van artikel 35,<br />
tweede lid, RSZ-wet, thans artikel 35, §1, derde lid, van die wet, ambtshalve<br />
veroordeelt tot betaling aan de RSZ van de ontdoken bijdragen, bijdrageopslagen<br />
en verwijlintrest, veroordeelt de eiser onterecht tot betaling van diezelfde<br />
bijdragen, bijdrageopslagen en verwijlintrest, alsook tot de kosten en tot betaling<br />
van een rechtsplegingsvergoeding, op de burgerlijke rechtsvordering van de<br />
RSZ; anders dan de gefailleerde vennootschappen, is de eiser immers niet de<br />
werkgever van de in de telastleggingen vermelde werknemers, terwijl artikel 35,<br />
tweede lid, RSZ-wet, thans artikel 35, §1, derde lid, van die wet, in afwijking<br />
van het gemeen recht bepaalt dat de ambtshalve veroordeling die een civielrechtelijke<br />
herstelmaatregel is, alleen aan de werkgever kan worden opgelegd.<br />
6. Krachtens artikel 35, eerste lid, 1°, RSZ-wet, thans artikel 35, §1, eerste lid,<br />
1°, van die wet, worden de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers die zich<br />
niet schikken naar de bepalingen voorgeschreven door de wet en de uitvoeringsbesluiten<br />
ervan, gestraft met gevangenisstraf en met geldboete of met een van die<br />
straffen alleen.<br />
7. Artikel 35, tweede lid, RSZ-wet, thans artikel 35, §1, derde lid, van die wet,<br />
bepaalt: "De rechter die de straf uitspreekt ten laste van de werkgever, zijn<br />
aangestelden of lasthebbers, veroordeelt ambtshalve de werkgever tot betaling<br />
aan de inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen van de bijdragen,<br />
bijdrageopslagen en verwijlintresten die niet aan de Rijksdienst werden gestort."<br />
Deze laatste bepaling legt dus in het openbaar belang van de financiering van<br />
de sociale zekerheid een bijzondere herstelwijze op die afwijkt van het gemeen<br />
recht.<br />
Die bijzondere herstelwijze sluit uit dat de strafrechter die de werkgever, zijn<br />
aangestelden of lasthebbers, met toepassing van artikel 35, eerste lid, 1°, RSZwet,<br />
thans artikel 35, §1, eerste lid, 1°, van die wet, veroordeelt wegens overtreding<br />
van de bepalingen van die wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, hen op<br />
grond van de artikelen 1382 en 1383 Burgerlijk Wetboek en de artikelen 3 en 4<br />
Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering kan veroordelen tot schadeloosstelling<br />
die berekend wordt op grond van de ontdoken bijdragen, bijdrageopslagen<br />
en verwijlintrest.<br />
8. Het arrest dat anders oordeelt, is in zoverre niet naar recht verantwoord.<br />
Het middel is gegrond.<br />
Ambtshalve onderzoek van de beslissing op de strafvordering op het cassatieberoep<br />
van de eiser III