AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2588 HOF VAN CASSATIE Nr. 625<br />
straffe van nietigheid 6° de handtekening van de verzoeker of van zijn advocaat".<br />
Krachtens de artikelen 1984 tot 1989 en 1998 van het Burgerlijk Wetboek, worden de<br />
handelingen die door de lasthebber, binnen de grenzen van zijn lastgeving, zijn verricht,<br />
geacht door de lastgever zelf te zijn verricht. Een handeling van een lasthebber is een<br />
handeling van de lastgever. Wanneer een boekhouder van zijn cliënt de opdracht krijgt om<br />
een verzoekschrift op tegenspraak te ondertekenen, wordt het verzoekschrift aldus geacht<br />
door de lastgever zelf te zijn ondertekend. De handtekening van de lasthebber is de handtekening<br />
van de verzoeker.<br />
Het bestreden arrest, dat beslist dat de ondertekening van het verzoekschrift op tegenspraak<br />
door een andere lasthebber dan de advocaat van de verzoeker niet rechtsgeldig is<br />
en dus de nietigheid van het verzoekschrift op tegenspraak tot gevolg heeft, maar niet<br />
vaststelt dat de lasthebber daartoe niet de machtiging van de lastgever gekregen heeft of<br />
de grenzen van zijn lastgeving heeft overschreden, schendt de artikelen <strong>10</strong>34ter, 6°, van<br />
het Gerechtelijk Wetboek en 1984 tot 1989 et 1998 van het Burgerlijk Wetboek.<br />
(...)<br />
III. Beslissing van het Hof<br />
Eerste onderdeel<br />
Krachtens artikel 1385decies van het Gerechtelijk Wetboek, wordt tegen de<br />
belastingadministratie en in de geschillen betreffende een belastingwet de vordering<br />
ingesteld bij verzoekschrift op tegenspraak, waarop titel Vbis van boek II<br />
van het vierde deel van dat wetboek van toepassing is, met uitzondering van de<br />
artikelen <strong>10</strong>34ter, 3°, en <strong>10</strong>34quater.<br />
Luidens artikel <strong>10</strong>34ter, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek, vermeldt het<br />
verzoekschrift op straffe van nietigheid de handtekening van de verzoeker of van<br />
zijn advocaat.<br />
Laatstgenoemde bepaling belet niet dat het geding regelmatig kan worden<br />
ingeleid bij een verzoekschrift op tegenspraak, dat is ondertekend door een<br />
andere persoon dan de advocaat die van de verzoeker daartoe een bijzondere<br />
machtiging heeft verkregen, op voorwaarde evenwel dat die persoon preciseert<br />
dat hij handelt in de hoedanigheid van lasthebber van de verzoeker en diens identiteit<br />
vermeldt.<br />
Het arrest, dat beslist dat de ondertekening van het verzoekschrift op tegenspraak<br />
door een andere lasthebber van de verzoeker dan zijn advocaat, niet<br />
rechtsgeldig is op grond dat het verzoekschrift krachtens artikel <strong>10</strong>34ter, 6°, van<br />
het Gerechtelijk Wetboek, op straffe van nietigheid de handtekening van de<br />
verzoeker of van zijn advocaat moet vermelden, verantwoordt niet naar recht zijn<br />
beslissing om de oorspronkelijke vordering van de eisers niet-ontvankelijk te<br />
verklaren.<br />
Het onderdeel is gegrond.<br />
Dictum<br />
Het Hof,<br />
Vernietigt het bestreden arrest.<br />
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het<br />
vernietigde arrest.