AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 576 HOF VAN CASSATIE 2401<br />
misdrijf tegen personen of goederen zoals bedoeld in artikel 2, 4°, Camerawet.<br />
Het onderdeel dat ervan uitgaat dat het gebruik van de beelden opgenomen<br />
door de in de Camerawet bedoelde bewakingscamera's beperkt is door hetgeen in<br />
artikel 2, 4°, van diezelfde wet aangegeven wordt als definitie van bewakingscamera's,<br />
faalt naar recht.<br />
Tweede onderdeel<br />
6. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 2, 5°, en 6, §1, Camerawet:<br />
de appelrechters oordelen ten onrechte dat B D B en M D M behoren tot<br />
de verantwoordelijken voor de verwerking ondanks het feit dat niet blijkt dat zij<br />
de bewakingscamera's hebben geplaatst en blijkt dat zij niet het doel en de<br />
middelen voor de verwerking van persoonsgegevens hebben bepaald; de appelrechters<br />
stellen immers vast dat de bewakingscamera's reeds geplaatst waren<br />
vóór 31 mei 2007.<br />
7. Artikel 2, 5°, Camerawet bepaalt dat voor de toepassing van deze wet onder<br />
verantwoordelijke voor de verwerking wordt verstaan: de natuurlijke persoon of<br />
de rechtspersoon, de feitelijke vereniging of het openbaar bestuur, die alleen of<br />
samen met anderen het doel en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens<br />
bepaalt.<br />
Artikel 6, §1, Camerawet bepaalt dat de beslissing tot het plaatsen van een of<br />
meer bewakingscamera's in een voor het publiek toegankelijke besloten plaats<br />
wordt genomen door de verantwoordelijke voor de verwerking.<br />
8. Voormelde bepalingen sluiten niet uit dat de in artikel 2, 5°, Camerawet<br />
bedoelde verantwoordelijke voor de verwerking, de opvolger is van degene die<br />
de beslissing tot het plaatsen van een of meer bewakingscamera's in een voor het<br />
publiek toegankelijke besloten plaats heeft genomen.<br />
Het onderdeel kan niet worden aangenomen.<br />
Tweede middel<br />
Eerste onderdeel<br />
9. Het onderdeel voert schending aan van artikel 89bis Wetboek van Strafvordering<br />
en de artikelen 1 en 1bis Huiszoekingswet: het arrest oordeelt ten<br />
onrechte dat het woord zoeking in het wettelijke begrip van huiszoeking, te<br />
begrijpen als het doorzoeken, een zekere dwangmaatregel inhoudt; de voorafgaande<br />
schriftelijke toestemming van de betrokkene tot de huiszoeking in de zin<br />
van artikel 1bis Huiszoekingswet sluit uit dat er sprake is van enige dwang.<br />
<strong>10</strong>. Het arrest oordeelt dat M D M vrijwillig beelden aan de substituut procureur<br />
des Konings heeft vertoond en heeft overhandigd aan de politiediensten. Het<br />
oordeelt ook, met overname van de redenen van het beroepen vonnis, dat zulks<br />
gebeurde in overeenstemming met de bepalingen van de Camerawet. Die reden<br />
draagt de beslissing dat de vergaring, de overhandiging en de inbeslagname van<br />
die beelden regelmatig zijn.<br />
Het onderdeel dat deze reden niet aanvecht, is gericht tegen een overtollig<br />
motief, kan niet tot cassatie leiden en is bijgevolg niet ontvankelijk.<br />
Tweede onderdeel