17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 586 HOF VAN CASSATIE 2435<br />

het recht om (de eiser) al dan niet opnieuw in dienst te nemen, mocht zij in de met de<br />

(eiser) gesloten overeenkomst een proefbeding opnemen en kon de anciënniteit die de<br />

werknemer bij de vennootschap Valcotex verworven had, in geval van ontslag tijdens het<br />

proefbeding, niet gelden voor de nieuwe werkgever, de (verweerster).<br />

De indienstneming (van de eiser)<br />

De (eiser) werd door de (verweerster) in dienst genomen op 1 maart 1999 en niet<br />

ervóór. Vóór die datum werkte hij voor de vennootschap Valcotex, onder het gezag van<br />

de voorlopige bewindvoerders en vervolgens onder het gezag van de curator, die hem in<br />

dienst nam op de dag van het faillissement van de vennootschap Valcotex. Voor het<br />

overige verklaart (de eiser) in zijn conclusie dat hij op 9 januari (1999) een eerste<br />

verkoopfactuur opmaakte op verzoek van de voorlopige bewindvoerders en dat zij in een<br />

brief van 22 december 1998 meddeelden aan de (verweerster) meddeelden dat zij (de<br />

eiser) gelast hadden het klantenbestand en alle mogelijke inlichtingen aan de (verweerster)<br />

door te sturen. Uit die gegevens blijkt dat (de eiser) vóór het faillissement onder het<br />

gezag van de voorlopige bewindvoerders werkte. Daarenboven kan uit geen enkel<br />

gegeven van het dossier worden afgeleid dat (de eiser) vóór 1 maart 1999 onder het gezag<br />

van de (verweerster) werkte.<br />

Het (arbeidshof) stelt, samen met de (verweerster), ook vast dat de door (de eiser) bij de<br />

(verweerster) verrichte taken, zoals zij door de partijen zijn bepaald, niet vergeleken<br />

kunnen worden met zijn functie binnen de vennootschap Valcotex. Terwijl (de eiser)<br />

immers binnen de vennootschap Valcotex de functie van gedelegeerd bestuurder uitoefende,<br />

werd hij in dienst genomen als verantwoordelijke voor de afvalstromen van het<br />

sorteercentrum te Ougrée. In die functie moest hij in die vestiging onder andere nieuwe<br />

activiteiten opstarten en de techniek van de afvalverwerking op die site beheren. De<br />

nieuwe overeenkomst biedt (de eiser) niet de mogelijkheid om de (verweerster) als gedelegeerd<br />

bestuurder te verbinden.<br />

Het proefbeding<br />

De door de (verweerster) en (de eiser) gesloten arbeidsovereenkomst bevat een proefbeding<br />

van zes maanden, dat ingaat op 1 maart 1999.<br />

Het (arbeidshof) wijst erop dat de partijen meerdere gesprekken hebben gevoerd over<br />

de voorwaarden waaronder (de eiser) door de (verweerster) in dienst zou worden<br />

genomen en dat er een discussie heeft plaatsgevonden over het al dan niet invoegen van<br />

een proefbeding. Daarenboven bewijst de (verweerster), op grond van een kopie van de<br />

agenda (van de) gedelegeerd bestuurder die de arbeidsovereenkomst namens de (verweerster)<br />

ondertekend heeft, dat laatstgenoemde op woensdag 24 februari (1999) een afspraak<br />

met (de eiser) had gemaakt. Het (arbeidshof) stelt ook vast dat de arbeidsovereenkomst<br />

die beide partijen ondertekend hebben en die de (verweerster) bij het dossier heeft<br />

gevoegd, in twee exemplaren is opgemaakt te Ougrée, en dat elk van beide partijen zijn<br />

eigen exemplaar ontvangen heeft op 24 februari 1999. Uit die gegevens volgt dat het<br />

proefbeding door de partijen is overeengekomen en ondertekend op 24 februari (1999),<br />

dus vóór de indiensttreding (van de eiser) bij de (verweerster) op 1 maart 1999.<br />

Uit die gegevens volgt ook dat het proefbeding rechtsgeldig en met kennis van zaken<br />

door de partijen is overeengekomen.<br />

Aangezien (de eiser) is ontslagen op 16 juli (1999), dus tijdens het proefbeding, heeft<br />

hij geen recht op een opzeggingsvergoeding waarbij rekening gehouden wordt met zijn<br />

anciënniteit bij de vennootschap Valcotex, en dit overeenkomstig artikel 14 van de cao nr.<br />

32bis. Het vonnis moet op dat punt worden hervormd (...).<br />

De eindejaarspremie<br />

De collectieve overeenkomst die te dezen van toepassing is, vereist een anciënniteit van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!