17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2636 HOF VAN CASSATIE Nr. 636<br />

aan.<br />

De eiser III.1 voert in een memorie die aan dit arrest wordt gehecht, drie<br />

middelen aan.<br />

De eiseres III.2 voert geen middel aan.<br />

Afdelingsvoorzitter Etienne Goethals heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal Marc Timperman heeft geconcludeerd.<br />

II. BESLISSING VAN HET HOF<br />

Beoordeling<br />

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de eiser I/II<br />

1. Met toepassing van artikel 438 Wetboek van Strafvordering is het cassatieberoep<br />

van de eiser II niet ontvankelijk.<br />

(...)<br />

Middelen van de eiser III.1<br />

Eerste middel<br />

5. Het middel voert schending aan van de artikelen 6.1 en 6.3.d EVRM en van<br />

artikel 14.3.e IVBPR, alsook miskenning van het algemeen rechtsbeginsel<br />

houdende het recht van verdediging: de eiser wordt schuldig verklaard, onder<br />

meer, op grond van de verklaringen afgelegd door mevrouw E. B., zonder dat hij<br />

ooit de gelegenheid kreeg de geloofwaardigheid van deze belangrijke getuige en<br />

klaagster te bestrijden door haar persoonlijk te verhoren of te laten verhoren.<br />

6. In zoverre het middel aldus kan worden begrepen dat geen ondervraging van<br />

voornoemd slachtoffer werd toegestaan, alleen omdat volgens de appelrechters<br />

een louter post factum voeren van tegenspraak zou volstaan en de belangen van<br />

dit slachtoffer dergelijk verhoor ter rechtszitting niet zou toelaten, houdt het geen<br />

rekening met de vaststelling van de appelrechters dat het slachtoffer reeds voordien<br />

was overleden zodat zij aldus ter rechtszitting niet meer kon worden<br />

verhoord.<br />

In zoverre mist het middel feitelijke grondslag.<br />

7. Het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces van de<br />

beklaagde worden niet miskend door de omstandigheid dat hij wegens het vooraf<br />

overlijden van het slachtoffer deze niet zelf kan ondervragen of laten ondervragen.<br />

Deze beperking van het recht van verdediging van de beklaagde betreft<br />

wel een feitelijk gegeven waarmee de rechter bij het vormen van zijn overtuiging<br />

ook rekening moet houden. Dit gegeven zal de rechter afwegen tegenover de<br />

andere hem overgelegde gegevens zoals de verklaringen van het slachtoffer of<br />

van de medebeklaagden, de uitleg van de beklaagde zelf alsook de overige objectieve<br />

en materiele gegevens eigen aan de zaak.<br />

In zoverre het middel ervan uitgaat dat het hoe dan ook voor de beklaagde<br />

moet mogelijk zijn door persoonlijke ondervraging van de getuige of klagende<br />

partij een bezwarende verklaring tegen te spreken, faalt het naar recht.<br />

8. Met de redenen die zij vermelden op p. 13, 14, 18 tot 25 van het arrest<br />

oordelen de appelrechters wettig dat de onmogelijkheid om het slachtoffer

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!