AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 601 HOF VAN CASSATIE 2497<br />
hij van die vordering kennisneemt.<br />
Zij voeren aan dat het door (de verweerder) gekochte perceel, ook al is het in een<br />
woonzone gelegen, niet-bebouwbaar zou zijn.<br />
4. Het wordt niet betwist dat (de verweerder) geen stedenbouwkundige vergunning<br />
bezit op grond waarvan hij een residentiële woning op zijn goed zou mogen optrekken.<br />
Het college van burgemeester en schepenen van de stad (...) heeft immers op 5<br />
september 2005 een negatief stedenbouwkundig attest nr. 2 verleend op grond dat de<br />
percelen niet langs een weg liggen die voldoende is uitgerust en ingericht om een nieuwe<br />
woning te ontsluiten, zodanig dat een overdracht van een stuk weg op vijf meter van de<br />
middellijn van de bestaande weg het perceel bebouwbaar zou maken, mits de overdracht<br />
daadwerkelijk tot aan de(...) zou plaatsvinden.<br />
Daaruit volgt dus dat (verweerders) project in de woonzone kon worden aanvaard mits<br />
er evenwel een voldoende brede en uitgeruste toegang werd aangelegd tot aan de (...).<br />
Het klopt dus, zoals de eerste rechter zegt, dat het litigieuze perceel, op zijn minst een<br />
'natuurlijke geschiktheid' heeft om bebouwd te worden.<br />
5. De eis dat, zoals de (eisers) staande houden, de rechtbank bij zijn uitspraak rekening<br />
moet houden met de bestemming die het erf had op het ogenblik waarop zij van de vordering<br />
kennisneemt, strookt niet met de ratio legis van artikel 682 van het Burgerlijk<br />
Wetboek.<br />
Aan dat artikel ligt immers het openbaar belang ten grondslag dat bestaat in de mogelijkheid<br />
om alle erven normaal te exploiteren. Het openbaar belang staat immers eraan in<br />
de weg dat een erf ongebruikt en niet-geëxploiteerd blijft liggen omdat het ingesloten is.<br />
Hoewel het Hof van Cassatie blijkbaar een strikter standpunt inneemt dat enkel rekening<br />
houdt met de oorspronkelijke bestemming van het erf (Cass., 12 maart 1981, Res et<br />
Jura Imm., 1982, p. 321 e.v.), is de rechtbank, net zoals de moderne rechtsleer, van<br />
oordeel dat niet alleen met de oorspronkelijke bestemming van het erf rekening moet<br />
worden gehouden, maar ook met de toekomstige bestemming ervan, zijn 'natuurlijke<br />
geschiktheid', d.w.z., zoals de eerste rechter aangaf, elk gebruik ervan dat economisch<br />
gezien mogelijk is teneinde het dynamisme en de initiatieven van de eigenaars niet aan<br />
banden te leggen en het erf niet te veroordelen tot een soort economisch immobilisme (J.<br />
Hansenne, Les biens, 1996, p. 1211; P. Glineur, opmerkingen onder Cass., 12 maart 1981,<br />
Res et Jura Imm., 1982, p. 335)".<br />
Grieven<br />
Krachtens artikel 682 van het Burgerlijk Wetboek, zowel vóór als na de wijziging ervan<br />
bij de wet van 1 maart 1978 kan de eigenaar wiens erf ingesloten ligt omdat dit geen<br />
voldoende toegang heeft tot de openbare weg en deze toegang niet kan worden ingericht<br />
zonder overdreven onkosten of ongemakken, voor het normale gebruik van zijn eigendom<br />
naar de bestemming ervan, een uitweg vorderen over de erven van zijn naburen, tegen<br />
betaling van een vergoeding in verhouding tot de schade die hij mocht veroorzaken.<br />
Dat recht bestaat slechts in zoverre het gebruik de bestemming van het erf in acht<br />
neemt zoals zij bestaat op het tijdstip waarop de vordering wordt ingesteld.<br />
Anders gezegd, de oorspronkelijke bestemming van het goed moet worden in acht<br />
genomen, zodat de bodemrechter geen rekening kan houden met een door de eigenaar<br />
geplande bestemming, of nog, met de natuurlijke geschiktheid van het goed om voor een<br />
andere bestemming te worden gebruikt.<br />
Het bestreden vonnis wijst erop dat de verweerder een stuk grond heeft gekocht.<br />
Uit het bestreden vonnis blijkt tevens dat de verweerder van plan was op dat terrein een<br />
woning te bouwen maar dat het plan eigenlijk niet uitvoerbaar was omdat er geen