AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2456 HOF VAN CASSATIE Nr. 591<br />
wettigheid of regelmatigheid van de procedure kan nagaan; in dit geval moet zij de procedure<br />
van artikel 235bis Wetboek van Strafvordering naleven.<br />
3º en 4° Artikel 235bis Wetboek van Strafvordering voert een rechtspleging op tegenspraak<br />
in, ook wanneer het openbaar ministerie de toepassing van dit artikel vordert, wat onderstelt<br />
dat alle partijen, daarin begrepen de burgerlijke partijen, moeten worden<br />
opgeroepen en gehoord; wanneer de partijen niet opgeroepen zijn, moet de behandeling<br />
van de zaak op een latere rechtszitting worden gesteld teneinde daaraan te voldoen en<br />
wanneer de partijen verzoeken te worden gehoord, vereist de tegenspraak dat daaraan<br />
gunstig gevolg gegeven wordt 1 .<br />
(V. e.a. T. D. e.a.)<br />
ARREST<br />
(AR P.<strong>10</strong>.1469.N)<br />
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />
De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te<br />
Brussel, kamer van inbeschuldigingstelling, van 13 augustus 20<strong>10</strong>.<br />
De eisers I voeren elk in een afzonderlijke memorie die aan dit arrest is<br />
gehecht, vier middelen met telkens dezelfde draagwijdte aan.<br />
De eiser II voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.<br />
Raadsheer Paul Maffei heeft verslag uitgebracht.<br />
Advocaat-generaal Patrick Duinslaeger heeft geconcludeerd.<br />
II. BESLISSING VAN HET HOF<br />
Beoordeling<br />
Middelen van niet-ontvankelijkheid van de cassatieberoepen<br />
1. In een memorie van antwoord voeren het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en<br />
G. D. aan dat de cassatieberoepen niet ontvankelijk zijn.<br />
2. Het Aartsbisdom Mechelen-Brussel en G. D. waren geen partij in het geding<br />
voor de kamer van inbeschuldigingstelling.<br />
De middelen van niet-ontvankelijkheid zijn niet ontvankelijk.<br />
Tweede middel van de eisers I<br />
3. Het middel voert schending aan van de artikelen 136 en 235bis Wetboek<br />
van Strafvordering: het arrest gaat over tot de controle van de regelmatigheid van<br />
de rechtspleging en spreekt de nietigheid uit van bepaalde onderzoekshandelingen<br />
zonder de burgerlijke partijen te hebben gehoord.<br />
4. Artikel 136, eerste lid, Wetboek van Strafvordering bepaalt: "De kamer van<br />
inbeschuldigingstelling houdt ambtshalve toezicht op het verloop van de onderzoeken,<br />
kan verslag vragen over de stand van zaken en kan kennis nemen van de<br />
dossiers. Zij kan een van haar leden machtigen en uitspraak doen overeenkomstig<br />
de artikelen 235 en 235bis Wetboek van Strafvordering."<br />
Artikel 136bis, tweede lid, Wetboek van Strafvordering bepaalt: "Indien hij<br />
oordeelt dat het noodzakelijk is voor het goede verloop van het onderzoek, de<br />
1 Cass., 12 okt. 20<strong>10</strong>, AR P.<strong>10</strong>.1535.N, <strong>AC</strong>, 20<strong>10</strong>, nr..593.