AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2628 HOF VAN CASSATIE Nr. 634<br />
De afstand door de administratie van haar hoger beroep tegen een vonnis dat<br />
de beklaagde heeft veroordeeld, gaat niet gepaard met een afstand van rechtsvordering<br />
en impliceert evenmin een dergelijke afstand, maar leidt integendeel ertoe<br />
dat de beroepen veroordelende beslissing definitief wordt.<br />
9. Het bestreden arrest oordeelt:<br />
- met betrekking tot het recht van de administratie om afstand te doen van het<br />
door haar ingestelde hoger beroep als volgt: "Inzake douane en accijnsmisdrijven<br />
oefent de administratie der douane en accijnzen de vervolging niet enkel uit, zij<br />
beschikt er ook over en is derhalve de motor van de strafvordering. (...) De door<br />
de administratie der douane en accijnzen gedane afstand van hoger beroep<br />
behelst uiteraard geen afstand van haar vordering, doch enkel van een rechtsmiddel,<br />
zodat de argumentatie van [de eiser III.1] ter zake niet dienend is." (p.<br />
55) en het stelt die afstand van hoger beroep ook vast (p. 143);<br />
- dat gelet op die afstand en de aanvullende rol van het openbaar ministerie<br />
met betrekking tot de hoofdgevangenisstraffen het hoger beroep van het openbaar<br />
ministerie ten aanzien van de eiser III.1 in de zaken II en IV zonder voorwerp<br />
is (p. 55);<br />
- dat de zaken II en IV wat betreft de eiser III.1 niet meer aanhangig zijn voor<br />
de rechter in hoger beroep (p. 56).<br />
Deze beslissing is niet naar recht verantwoord.<br />
Het middel is gegrond.<br />
Tweede middel van de eiser III.1<br />
<strong>10</strong>.. Het middel voert schending aan van artikel 90quater, §1, tweede lid, 1° en<br />
2°, Wetboek van Strafvordering: het bestreden arrest oordeelt ten onrechte dat<br />
het volstaat dat de tapmaatregelen melding maken van één van de misdrijven die<br />
voorkomen op de door artikel 90ter Wetboek van Strafvordering bedoelde lijst<br />
zonder dat de beschikkingen zelf enige concrete motivering eigen aan de zaak<br />
moeten verschaffen (eerste onderdeel); het bestreden arrest weigert ten onrechte<br />
de tapbeschikkingen nietig te verklaren niettegenstaande deze niet concreet<br />
vermelden waarom ze onontbeerlijk zijn om de waarheid aan de dag te leggen<br />
(tweede en derde onderdeel).<br />
11.Volgens artikel 90quater, §1, tweede lid, 1° en 2°, Wetboek van Strafvordering<br />
moet elke beschikking waarbij machtiging wordt verleend tot een bewakingsmaatregel<br />
van afluisteren, op straffe van nietigheid de aanwijzingen en de<br />
concrete feiten vermelden, eigen aan de zaak, die de maatregel wettigen overeenkomstig<br />
artikel 90ter Wetboek van Strafvordering, evenals de redenen waarom<br />
de maatregel onontbeerlijk is om de waarheid aan de dag te brengen.<br />
Volgens artikel 90ter, §1, eerste lid, Wetboek van Strafvordering, kan de<br />
onderzoeksrechter slechts de bewakingsmaatregel van het afluisteren bevelen<br />
indien er ernstige aanwijzingen bestaan dat het feit waarvoor hij geadieerd is, een<br />
strafbaar feit is bedoeld in één van de bepalingen opgesomd in §2, en indien de<br />
overige middelen van onderzoek niet volstaan om de waarheid aan de dag te<br />
brengen.<br />
De beschikking waarbij machtiging wordt verleend tot een bewakingsmaat-