17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 574 HOF VAN CASSATIE 2393<br />

de verjaring van de vordering overeenkomstig artikel 2251 van het Burgerlijk<br />

Wetboek niet was geschorst.<br />

2. De eiser voert aan dat de verjaring van de bijzondere bijdrage niet kan lopen<br />

zolang het recht op de bijzondere bijdrage niet zeker, vaststaand en opeisbaar is,<br />

dat de bijdrage niet invorderbaar is zolang niet definitief over de fiscale betwisting<br />

uitspraak is gedaan en dat het bezwaar en het fiscaal beroep tegen de fiscale<br />

aanslagen belet dat de verjaring van de invordering van de bijzondere bijdrage<br />

begint te lopen zolang niet definitief over de fiscale betwisting uitspraak is<br />

gedaan.<br />

Anders dan de verweerders aanvoeren, bekritiseert het onderdeel aldus ook de<br />

redenen van het arrest dat eisers schuldvordering geen schuldvordering is in de<br />

zin van artikel 2257 van het Burgerlijk Wetboek.<br />

De grond van niet-ontvankelijkheid moet worden verworpen.<br />

Het onderdeel zelf<br />

3. Krachtens artikel 60 van de wet van 28 december 1983 houdende fiscale en<br />

begrotingsbepalingen, zijn de personen die onderworpen zijn aan om het even<br />

welk stelsel van sociale zekerheid of onder enig opzicht gerechtigd zijn op ten<br />

minste één van de prestaties van de sociale zekerheid en van wie het netto bedrag<br />

van de gezamenlijke belastbare inkomsten in de personenbelasting meer dan 3<br />

miljoen frank bedraagt, jaarlijks gehouden tot betaling van een bijzondere<br />

bijdrage voor sociale zekerheid voor de aanslagjaren 1983 tot 1989.<br />

Krachtens artikel 62 van de wet, moet de bijdrage het voorwerp uitmaken van<br />

een provisionele storting te verrichten voor 1 december van het jaar voorafgaand<br />

aan het aanslagjaar.<br />

Krachtens artikel 64 van de wet, worden de bijdrage, de provisionele storting<br />

en de verwijlintresten door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) geïnd,<br />

ingevorderd en besteed aan de werkloosheidsverzekering. De RVA is gemachtigd<br />

langs gerechtelijke weg tot invordering over te gaan en de Koning bepaalt de<br />

technische en administratieve voorwaarden waarin de RVA de inning en invordering<br />

uitvoert. De Koning mag de RVA geen ruimere bevoegdheden verlenen<br />

dan die welke toegekend zijn aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid.<br />

Krachtens artikel 66 van de wet, zijn de openbare besturen, inzonderheid de<br />

besturen die afhangen van het Ministerie van Financiën, het Ministerie van<br />

Middenstand en het Ministerie van Sociale Zaken, verplicht aan de RVA de<br />

inlichtingen te verstrekken welke deze nodig heeft met het oog op de toepassing<br />

van hoofdstuk III met als opschrift "Bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid".<br />

Krachtens artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 juli 1984 tot uitvoering van<br />

hoofdstuk III "Bijzondere bijdrage voor sociale zekerheid" van de wet van 28<br />

december 1983 houdende fiscale en begrotingsbepalingen, zendt de RVA aan de<br />

hand van de inlichtingen verstrekt door de in artikel 66 van de wet bedoelde<br />

openbare besturen aan de tot betaling van de bijzondere bijdrage gehouden<br />

personen een berekeningsblad met vermelding van het bedrag der verschuldigde<br />

bijdrage, de elementen op basis waarvan de bijdrage is vastgesteld, het eventueel<br />

saldo dat door de RVA geïnd of teruggeven moet worden en de verwijlintresten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!