17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2428 HOF VAN CASSATIE Nr. 584<br />

vatbaar en vereist dat er een volstrekte materiële onmogelijkheid bestaat om de uiteenlopende<br />

beslissingen gezamenlijk ten uitvoer te leggen ten aanzien van alle partijen.<br />

Het is niet voldoende dat de uiteenlopende beslissingen aanleiding geven tot incompatibele<br />

oplossingen en dat die toestand ongezond, oneerlijk is en dat de ene elk praktisch<br />

gevolg ontneemt voor de andere partij of partijen aan wie het ten goede komt.<br />

Het is vereist dat de gelijktijdige tenuitvoerlegging van de uiteenlopende beslissingen<br />

radicaal en definitief onmogelijk is. Als één ervan ten uitvoer kan worden gelegd zonder<br />

de tenuitvoerlegging van de andere volstrekt te beletten, kan er geen onsplitsbaarheid zijn<br />

in de zin van artikel 31 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />

En, enkel in dat geval, waarvan de uitzonderlijke aard door de stellers van het Gerechtelijk<br />

Wetboek werd gewild, (...) zal toepassing worden gemaakt van artikel <strong>10</strong>53 van het<br />

Gerechtelijk Wetboek - dat luidt als volgt: "Wanneer het geschil onsplitsbaar is, moet<br />

hoger beroep gericht worden tegen alle partijen wier belang in strijd is met dat van de<br />

eiser in hoger beroep. Deze moet bovendien de andere niet in het beroep komende, niet in<br />

beroep gedagvaarde of niet opgeroepen partijen binnen de gewone termijnen van hoger<br />

beroep en ten laatste voor de sluiting van de debatten in de zaak betrekken. Bij nietinachtneming<br />

van de in dit artikel gestelde regels wordt het hoger beroep niet toegelaten"<br />

- en zal bij ontstentenis van hoger beroep tegen alle partijen die tegen de appellant<br />

conclusie hebben neergelegd, binnen een maand na de betekening van het beroepen<br />

vonnis, ongeacht de partij die het initiatief tot die betekening heeft genomen, het beroep<br />

niet-ontvankelijk verklaard kunnen worden.<br />

Het geschil dat (de) eerste twee verweersters en de eiseres en de tot bindendverklaring<br />

van het arrest opgeroepen partij met elkaar hadden over de rechtsvordering tot uitzetting<br />

wegens gebruik zonder titel of recht van de litigieuze percelen en tot betaling van schadevergoeding<br />

wegens genotsderving, was niet alleen niet onsplitsbaar in de zin van de in het<br />

middel aangewezen bepalingen ten opzichte van het geschil in het kader waarvan de<br />

eiseres de erkenning van het bestaan van een pacht in haar voordeel vorderde en tevens de<br />

veroordeling vorderde van de verweerders sub 5 tot 16 om haar schadevergoeding te<br />

betalen, daar de materiële tenuitvoerlegging van de uiteenlopende beslissingen die<br />

gewezen zijn in het kader van die twee zaken niet op volstrekte wijze materieel onmogelijk<br />

was gemaakt, maar tevens was het geschil over de rechtsvordering die de eiseres<br />

tegen de verweerders had ingesteld, zelf niet onsplitsbaar daar de uitgesproken uiteenlopende<br />

beslissingen, waarvan de ene het bestaan van een pacht erkenden en sommige<br />

verweerders tot schadevergoeding veroordeelden en waarvan de andere deze vorderingen<br />

niet inwilligden, met name omdat er geen hoger beroep was ingesteld tegen een of<br />

verscheidenen van hen, en, bijgevolg omdat het beroepen vonnis dat de rechtsvorderingen<br />

van de eiseres niet had toegewezen, gehandhaafd blijft, materieel gelijktijdig ten uitvoer<br />

zouden kunnen worden gelegd, aangezien de tenuitvoerlegging om geen enkele reden<br />

volstrekt materieel onmogelijk was.<br />

Daaruit volgt dat het bestreden vonnis dat, omdat het hoger beroep van de eiseres niet<br />

binnen een maand na de op initiatief van de eerste twee verweersters gedane betekening<br />

van het beroepen vonnis was ingesteld tegen de verweerder sub 13, de beroepen nietontvankelijk<br />

verklaart tegen het beroepen vonnis dat zowel uitspraak doet over de<br />

oorspronkelijke rechtsvordering van de eerste verweersters tegen de eiseres en de tot<br />

bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij, als over de rechtsvordering van de<br />

eiseres (tegen) alle verweerders samen teneinde te doen erkennen dat er in haar voordeel<br />

een pacht bestaat en teneinde de verweerders J.-N. te doen veroordelen om haar schadevergoeding<br />

te betalen, niet naar recht verantwoord is en dit vonnis het wettelijk begrip<br />

onsplitsbaarheid in de zin van de artikelen 31 en <strong>10</strong>53 van het Gerechtelijk Wetboek<br />

miskent.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!