AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2606 HOF VAN CASSATIE Nr. 629<br />
Een uitbetalingsinstelling, die de opdracht heeft de aanvraag van de werkloze bij de<br />
eiser op een correcte wijze te behandelen, zal bij de aanvraag van de werkloze, die recht<br />
heeft op de toeslag, bijgevolg alle stukken moeten voegen "die twintig jaar beroepsverleden<br />
bewijzen". Als zij dat niet doet, zal het bedrag van de uitkering van de werkloze<br />
worden berekend op grond van het werkelijk bewezen beroepsverleden.<br />
Artikel 90, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 vereist dat het<br />
dossier, om volledig te zijn, alle stukken moet bevatten die nodig zijn om over het recht<br />
op uitkeringen te beslissen en het bedrag ervan te bepalen.<br />
Een dossier is dus niet volledig indien het bureau op basis van dat dossier niet in staat is<br />
over de rechten van de werkloze te beslissen, inzonderheid omdat het niet de bij de reglementering<br />
voorgeschreven documenten bevat (geen formulier C4, geen formulier tot<br />
aangifte van de persoonlijke en familiale toestand, terwijl dat formulier vereist is) en de<br />
werkloze op basis daarvan niet tot het recht op uitkeringen kan worden toegelaten.<br />
Artikel 93, §2, van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen<br />
van de werkloosheidsreglementering bepaalt dat het werkloosheidsbureau<br />
het dossier, indien het onvolledig is, terugzendt naar de uitbetalingsinstelling vergezeld<br />
van een formulier "terugzending van het dossier" C 51, onder vermelding van alle ontbrekende<br />
stukken en inlichtingen.<br />
Artikel 93, §2, van het ministerieel besluit verplicht de eiser niet om, uit eigen beweging,<br />
bij elke sociaal verzekerde na te vragen of deze geen andere gegevens in zijn bezit<br />
heeft op grond waarvan hem méér rechten kunnen worden toegekend dan die waarop hij<br />
recht zou hebben volgens het dossier, zoals het door zijn uitbetalingsinstelling is opgemaakt.<br />
3. Zo blijkt uit de feiten en stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, dat:<br />
- de verweerder zijn aanvraag heeft ingediend en daarin heeft verklaard dat hij<br />
"begonnen is te werken" in 1965;<br />
- zijn dossier een formulier C4 bevatte, dat een beroepsverleden van vijftien jaar<br />
bewees;<br />
- de eiser, die over alle documenten beschikte om te beslissen over het recht van de<br />
verweerder op werkloosheidsuitkeringen, hem uitkeringen heeft toegekend op basis van<br />
zijn beroepsverleden, zoals dat in zijn dossier aangetoond wordt.<br />
4. Het arrest, dat beslist dat "de verplichtingen (van de uitbetalingsinstellingen) (om)<br />
advies (te) geven aan de werkloze en hem alle nuttige inlichtingen over zijn rechten en<br />
verplichtingen (te) verschaffen, bijkomstig zijn ten opzichte van de (aan de eiser) opgelegde<br />
plichten, daar de eiser zorgt voor de opmaak van de documenten en zijn eerste<br />
opdracht (ten aanzien van die van de uitbetalingsinstellingen) in het behandelen van de<br />
aanvragen van de sociaal verzekerden bestaat", en dat alleen de eiser een fout heeft<br />
begaan, in zoverre zijn documenten het niet mogelijk zouden hebben gemaakt om bij de<br />
eiser de vereiste inlichtingen te verzamelen, schendt aldus de in het middel bedoelde<br />
wettelijke bepalingen, die de opdracht van de eiser, die erin bestaat te beslissen over de<br />
rechten van de sociaal verzekerden, afbakenen ten aanzien van die van de verweerster, die<br />
erin bestaat de werkloze te informeren en zijn aanvraag correct te behandelen door de<br />
door de reglementering vereiste documenten en verantwoordingsstukken hierbij te voegen<br />
(schending van de artikelen 7, §1, derde lid, i), en 2, van de besluitwet van 28 december<br />
1944, 18 (voor zover nodig), 24, 133, §1, 1°, en 2, eerste lid, van het koninklijk besluit<br />
van 25 november 1991, 3, eerste lid, van het handvest).<br />
Het arrest, dat beslist dat de eiser zijn verplichting om de verweerster de nodige instructies<br />
te geven, niet is nagekomen, in zoverre de aan de uitbetalingsinstellingen ter beschikking<br />
gestelde formulieren niet de mogelijkheid zouden hebben geboden om de gegevens