17.09.2013 Views

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

AC 10 2010 (PDF, 1.35 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 594 HOF VAN CASSATIE 2465<br />

vrijheidsberoving 6 september 20<strong>10</strong> om 11u<strong>10</strong>; het proces-verbaal nr.<br />

<strong>10</strong>5961/20<strong>10</strong> van 7 september 20<strong>10</strong> vermeldt echter als tijdstip van vrijheidsberoving<br />

7 september 20<strong>10</strong> om 11u<strong>10</strong>; door tweemaal een ander tijdstip van effectieve<br />

vrijheidsbeneming te vermelden, kan niet worden nagegaan of het aanhoudingsbevel<br />

is betekend binnen de wettelijk bepaalde termijn van 24 uren.<br />

2. Volgens het middel wijst het proces-verbaal van 6 september 20<strong>10</strong> op een<br />

vrijheidsberoving op die datum om 11u<strong>10</strong>, terwijl het proces-verbaal van 7<br />

september 20<strong>10</strong> wijst op een vrijheidsberoving op 7 september 20<strong>10</strong> om 11u<strong>10</strong>.<br />

Deze vermeldingen zijn chronologisch onverenigbaar en kunnen wijzen op een<br />

verschrijving.<br />

3. Het onderzoeksgerecht, dat de wettigheid van het bevel tot aanhouding moet<br />

nagaan, vermag de voorkomende verschrijvingen met betrekking tot het verlenen<br />

of het betekenen van dit bevel vast te stellen .<br />

In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar<br />

recht.<br />

4. Met het oog op de vaststelling van het juiste uur van de vrijheidsbeneming,<br />

kunnen de rechters acht slaan op alle feitelijke gegevens die hen zijn voorgelegd.<br />

5. De appelrechters oordelen: "Uit de inhoud van alle betrokken processenverbaal<br />

blijkt overduidelijk dat zowel de interceptie en vrijheidsbeneming om<br />

11u<strong>10</strong> van [de eiser] en zijn vriendin als de huiszoeking in diens woning zijn<br />

geschied op dinsdag 7 september 20<strong>10</strong> en niet op 6 september 20<strong>10</strong> zoals ingevolge<br />

een louter materiële vergissing vermeld; de betekening van het bevel tot<br />

medebrenging op 7 september 20<strong>10</strong> om 14.35 uur en de betekening van het bevel<br />

tot aanhouding op 8 september 20<strong>10</strong> om <strong>10</strong>.59 uur zijn dan ook regelmatig. "<br />

De appelrechters stellen aldus in feite, mitsdien onaantastbaar, het tijdstip van<br />

de effectieve vrijheidsberoving van de eiser vast, alsook de tijdige betekening<br />

van het aanhoudingsmandaat binnen de vierentwintig uur van deze vrijheidsbeneming.<br />

In zoverre het middel opkomt tegen deze feitelijke vaststellingen is het niet<br />

ontvankelijk.<br />

6. Voor het overige verantwoorden de appelrechters hun beslissing met betrekking<br />

tot de regelmatigheid van de aanhouding naar recht.<br />

In zoverre kan het middel niet worden aangenomen.<br />

(...)<br />

Dictum<br />

Het Hof,<br />

Verwerpt het cassatieberoep.<br />

Veroordeelt de eiser in de kosten.<br />

12 oktober 20<strong>10</strong> – 2° kamer – Voorzitter en Verslaggever: de h. Goethals, afdelingsvoorzitter<br />

– Gelijkluidende conclusie van de h. Duinslaeger, advocaat-generaal – Advocaat:<br />

mr. Ch. Verhaeghe, Brussel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!